Operation Manual

130
Onderhoud/overig
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met de camcorder
Draag de camcorder niet aan het LCD-paneel of de zoeker.
Laat de camcorder niet achter op plaatsen met hoge temperaturen, zoals een auto in
de zon, en op plaatsen met een hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke elektrische of magnetische velden
zoals boven een TV, in de buurt van plasma-TV's of mobiele telefoons.
Richt de lens of zoeker niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet gericht op
een helder onderwerp.
Gebruik de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen. Als er stof of zand in de
cassette of camcorder komt, kan er schade ontstaan. Stof en zand kunnen ook de lens
beschadigen. Bevestig na gebruik de lensdop.
De camcorder is niet waterdicht. Als er water, modder of zout in de cassette of
camcorder komt, kan er schade ontstaan.
Let op hitte die door verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar behoren werkt, neem dan
contact op met een deskundige reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot aan schokken of
trillingen, omdat hierdoor schade kan ontstaan.
Voorkom plotselinge temperatuurschommelingen. Als u de camcorder snel verplaatst
van een gebied met warme temperaturen naar een gebied met koude temperaturen en
omgekeerd, dan kan er op de interne oppervlakken condens ontstaan (
131).
Opslag
Als u de camcorder langere tijd niet wilt gebruiken, bewaar deze dan op een stofvrije
plaats, bij lage vochtigheid, en bij temperaturen die niet hoger worden dan 30 °C (86 °F).
Als u de camcorder weer tevoorschijn haalt, controleer dan de functies van uw
camcorder om er zeker van te zijn dat de camcorder nog goed werkt.
Reinigen
Camcorderbehuizing en lens
Gebruik een zachte, droge doek om de behuizing en lens schoon te maken. Gebruik
nooit met chemicaliën behandelde doeken of vluchtige oplosmiddelen zoals
verfverdunner.
LCD-scherm
Reinig het LCD-scherm met een in de winkel verkrijgbaar schoonmaakdoekje voor
brillen.
Bij plotselinge temperatuurschommelingen kan zich op het oppervlak van het scherm
condens voordoen. Veeg het vocht weg met een zachte, droge doek.
Bij koude temperaturen kan het scherm donkerder zijn dan gewoonlijk. Dit is normaal
en duidt niet op een storing. Het display keert terug naar de normale toestand wanneer
het scherm opwarmt.