Operation Manual

<Menu> <Functie-
instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Geavanceerd
gladmaken> <Toepassen op tekst> Selecteer <Uit> of <Aan>
De
instellingen van <Toepassen op illustraties> en <Toepassen op tekst> zijn uitsluitend van kracht als
[Geavanceer
d effenen] is ingesteld op [Standaardwaarde printer] in het printerstuurprogramma.
<Vloeiender gradaties>
Congureer de vloei-instellingen voor de gradatie (kleurdichtheid) van grasche afbeeldingen (bijvoorbeeld
afbeeldingen die zijn gemaakt met behulp van toepassingen), of bitmap-afbeeldingen met een vloeiende
afwerking.
<Vloeiender gradaties>
Selecteer of u verwerking met vloeiing wilt toepassen. <Niveau 2> geeft een contour een vloeiender
afwerking dan <Niveau 1>. Probeer het eerst met <Niveau 1>.
<Uit>
<Niveau 1>
<Niveau 2>
<Menu> <Functie-
instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Vloeiender
gradaties> <Vloeiender gradaties> Selecteer het item
<Toepassen op illustraties> *1
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op grasche afbeeldingen als <Vloeiender gr
adaties> is
ingesteld op <Niveau 1> of <Niveau 2>.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Functie-
instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Vloeiender
gradaties> <Toepassen op illustraties> Selecteer <Uit> of <Aan>
<Toepassen op afbeeldingen> *1
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op afbeeldingen als <Vloeiender gr
adaties> is ingesteld
op <Niveau 1> of <Niveau 2>.
<Uit>
<Aan>
Overzicht van menuopties
511