Operation Manual

Als u instelt op <Aan>, kan de beeldkwaliteit veranderen of een papierstoring optreden als er een
bepaalde
tijd verstrijkt na het afdrukken op de voorzijde, of afhankelijk van de vochtigheidsgraad van de
omgeving.
<Modus voor ruw papier>
Als u op ruw papier afdrukt, en vooral als kleurenafbeeldingen te licht zijn, selecteert u <Aan>. U kunt deze
optie per papierbron instellen.
<Multifunctionele lade>
<Uit>
<Aan>
<Lade 1>
<Uit>
<Aan>
<Lade 2>
*
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale
verwerking> <Verwerking van speciaal papier> <Modus voor ruw papier> Selecteer <Aan> in
de papierbron die moet wor
den ingesteld
<Toepassen> <Ja>
Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn, of kan de beeldkwaliteit verander
en.
<Preventie sluiten envelopap>
Als de appen van enveloppen tijdens het afdrukken vast gaan zitten aan de envelop zelf, selecteert u <Aan>.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale
verwerking> <Verwerking van speciaal papier> <Preventie sluiten
envelopap> <Aan> <Ja>
Als u <Aan> selecteert, wordt de toner misschien niet voldoende bevestigd, hetgeen leidt tot vage
afdrukk
en.
<Papierkreukelcorrectie>
Afdrukken kunnen kreukelen, afhankelijk van het te gebruiken papier. In dat geval kan het instellen van dit
item het probleem oplossen. Het verbeterende effect is sterker met <Modus 2> dan met <Modus 1>.
Overzicht van menuopties
482