Operation Manual

Als er een tijdstip is opgegeven voor het uitschak
elen van de functie, worden de documenten automatisch
op dat tijdstip afgedrukt.
<Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Algemene instellingen>
<Postvak IN fax/I-fax instellen> <Instellingen faxgeheugenslot> Selecteer <Uit> in <Gebruik
geheugenslot> <Toepassen>
Documenten in het geheugen controleren / doorsturen / verwijderen
U kunt een schets van ieder in het geheugen opgeslagen document bekijken, inclusief faxnummers van afzenders en
het aantal verzonden pagina
's. Tevens kunt u een in het geheugen opgeslagen document selecteren en doorsturen,
en eventuele onnodige documenten verwijderen.
1
Selecteer <Statusmonitor>.
2
Selecteer <RX-opdracht>.
3
Op het tabblad <Status RX-opdracht> selecteert u het document dat u wilt
contr
oler
en / doorsturen / verwijderen.
Geeft de gedetailleerde informatie o
ver het document weer.
Om het document door te sturen, selecteert u <Doorzenden>, en geeft u de bestemming op.
Om het document te verwijderen, selecteert u <Verwijderen>
<Ja>.
KOPPELINGEN
Faxen ontvangen(P. 227)
Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren(P. 243)
Faxen
240