Operation Manual

weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het sleutelpaar pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of
het sleutelpaar hebt vervangen.
Selecteer [Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR)] en klik op [OK].
Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat.
[Sleutelinstellingen]
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt
terugvinden in lijsten.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst.
[Sleutelalgoritme]
RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. Hoe groter het
aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt. De beveiliging echter is krachtiger.
[512 bits] kan niet als sleutellengte worden geselecteerd als [SHA384] of [SHA512] is geselecteerd bij
[Handtekeningalgoritme].
[Instellingen sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR)]
[Land/Regio]
Selecteer het keuzerondje [Selecteer land/regio] en selecteer uw land/regio in de vervolgkeuzelijst. U kunt ook het
keuzerondje [Voer internetlandcode in] selecteren en een landcode invoeren, zoals NL voor Nederland.
[Staat]/[Plaats]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de locatie.
[Organisatie]/[Afdeling]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de organisatie.
[Standaardnaam]
Gebruik maximaal 48 alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het certificaat. "Common Name"
wordt vaak afgekort tot "CN".
Klik op [OK].
Het genereren van een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) kan ongeveer 10 tot 15 minuten in beslag nemen.
Klik op [Opslaan in bestand].
Er wordt een dialoogvenster voor het opslaan van het bestand weergegeven. Kies waar u het bestand wilt opslaan en klik op
[Opslaan].
5
6
7
8
㻠㻣㻠㻌㻛㻌㻣㻠㻜