Operation Manual

0W59-094
Poortnummers wijzigen
Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste
poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de
poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken. Als u een
poortnummer hebt gewijzigd, moet u het nieuwe nummer doorgeven aan de communicerende apparaten, zoals computers en servers.
Configureer de instellingen voor poortnummers afhankelijk van de netwerkomgeving.
Als u het poortnummer voor de proxyserver wilt wijzigen, raadpleegt u Een proxy instellen.
Als u het poortnummer voor de LDAP-server wilt wijzigen, raadpleegt u
LDAP-servers registreren .
Tik op <Menu> in het scherm <Start>.
Tik op <Netwerkinstellingen>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren.
Druk vervolgens op
. Aanmelden bij de machine
Selecteer <TCP/IP-instellingen> <Instellingen poortnummer>.
Selecteer een poort.
Meer informatie over poorten
<LPD>/<RAW>/<WSD Multicast Discovery>
Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren
<HTTP>
HTTP-communicatie uitschakelen
<POP3>/<SMTP>
Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren
<SNMP>
De machine bewaken en bedienen met SNMP
<Multicast Discovery>
Instellingen voor software voor apparaatbeheer configureren
Voer het poortnummer in met de numerieke toetsen en tik op <Toepassen>.
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
KOPPELINGEN
Printerpoorten configureren
1
2
3
4
5
6
㻠㻟㻥㻌㻛㻌㻣㻠㻜