Operation Manual

Andere netwerkinstellingen
257W-018
Congureer de volgende items, al naar
gelang uw netwerkomgeving.
FTP PASV-modus congurer
en(P. 74)
SNTP congurer
en(P. 74)
Het apparaat beheren vanuit de Apparaatbeheersystemen(P. 76)
FTP PASV-modus congureren
PASV is een FTP-communicatiestand die wordt gebruikt voor bestandsoverdracht. U kunt alleen verbinding maken met
een FTP-server via een rewall met de PASV-stand. Controleer eerst dat de PASV-stand is ingesteld op de FTP-server.
Of de PASV-stand wordt gebruikt voor FTP hangt af van uw netwerkomgeving en de instellingen op de FTP-
server waar gege
vens naartoe worden verzonden. Neem voor meer informatie contact op met uw
Netwerkbeheerder.
<Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <FTP PASV-modus gebruiken>
<Aan> Start het apparaat opnieuw op
SNTP congurer
en
Met SNTP (Simple Network Time Protocol) kunt u de systeemklok synchroniseren met de tijdserver in het netwerk. Als
u SNTP gebruikt, controleert het systeem de tijdserver in gespeciceerde intervallen, zodat de correcte tijd altijd wordt
gehandhaafd. De tijd wordt aangepast op basis van UTC (Coordinated Universal Time). Het is dus belangrijk om de
juiste tijdzone op te geven voordat u SNTP gaat congureren (
De datum en tijd instellen(P. 13) ). SNTP-
instellingen kunt u opgeven via de e
xterne UI.
De SNTP van het apparaat ondersteunt zo
wel NTP- (versie 3) als SNTP-servers (versies 3 en 4).
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt
via de externe UI, raadpleegt u
Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 433) .
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op
afstand starten(P
. 425)
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina.
Scherm van externe
UI(P.
426)
3
Selecteer [Netwerkinstellingen]
[SNTP-instellingen].
Instellen
74