Operation Manual

<TX-startsnelheid>
Als het lang duurt voordat het verzenden van een fax start, bijvoorbeeld vanwege een slechte verbinding, kunt
u de startsnelheid voor de communicatie stapsgewijs verlagen.
<33600 bps>
<14400 bps>
<9600 bps>
<7200 bps>
<4800 bps>
<2400 bps>
<Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <TX-startsnelheid>
Selecteer een startsnelheid voor de communicatie
<R-toets instelling>
Als het apparaat via een telefooncentrale met het netwerk is verbonden, moet de toegangsmethode worden
ingesteld. Als u de instelling <PBX> kiest, wor
dt de toets <R> weergegeven op het scherm voor basisfuncties
voor faxen. Als u een nummer voor het kiezen van een buitenlijn toewijst aan de toets <R>, kunt u eenvoudig
een buitenlijn kiezen.
<PSTN>
<PBX>
*1
<Prex>
Prex
<Verbreken>
<Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <R-toets instelling>
<PBX> Selecteer <Prex> of <V
erbreken>
Voer het nummer voor het kiezen van een buitenlijn
in, bij selectie van <Prex> <Toepassen>
<PBX>
Selecteer <PBX> als u wilt dat het appar
aat via een telefooncentrale wordt verbonden. Stel de functie van de
toets <R> die wordt weergegeven op het scherm voor basisfuncties voor faxen in op <Prex> of <Verbreken>.
Als u <Prex> selecteert, voert u de code voor het prex op het volgende scherm in. Gebruik de numerieke
toetsen om de code voor het prex in te voeren, selecteer <Onderbreken> en vervolgens <Toepassen>. Als u
geen pauze invoegt, wordt de prex niet opgeslagen.
Overzicht van menuopties
558