㻝㻌㻛㻌㻣㻠㻜
Belangrijke veiligheidsinstructies Installatie Elektrische aansluiting Hantering Onderhoud en inspecties Verbruiksartikelen Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies Voorzijde Achterzijde Binnenzijde Sleuf voor handmatige invoer Papierlade Bedieningspaneel Display Het scherm aanpassen Het display gebruiken Tekst invoeren Aanmelden bij de machine Documenten plaatsen Papier plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer Enveloppen plaatsen Voorb
Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1) Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren Donkere randen en kaderlijnen wissen (Kader wissen) Kopieën sorteren per pagina De gewenste kopieerinstellingen configureren De standaardinstellingen wijzigen Veelgebruikte kopieerinstellingen opslaan Faxen Begininstellingen configureren voor faxfuncties(MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren De ont
De machine als printer gebruiken Afdrukken vanaf een computer Een document afdrukken Afdrukken annuleren Afdrukstatus en logboeken controleren Verschillende afdrukinstellingen Vergroten of verkleinen Schakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Afdrukken sorteren per pagina Meerdere pagina's op één vel afdrukken Posters afdrukken Boekje afdrukken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Randen afdrukken Datums en paginanummers afdrukken Afdrukken met watermerk Kleurenmodus i
Dubbelzijdige documenten scannen (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Scherpte aanpassen De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen Gammawaarden instellen Verzenden met geregistreerde bestemmingen (E-mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server) Opgeven vanuit het adresboek Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren Eerder gebruikte bestemmingen opgeven Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (E-mail/I-Fax) De gewenste scaninstellingen configureren De standaardin
De machine configureren voor het scannen naar gedeelde mappen Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Het apparaat configureren voor het scannen naar de FTP-server FTP PASV-stand configureren De machine configureren voor uw netwerkomgeving Ethernet-instellingen configureren De maximale verzendeenheid wijzigen Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk DNS configureren SMB configureren WINS configureren LDAP-servers registreren SNTP configureren De machine bewaken en bedienen met SNMP I
De UI op afstand starten Schermen van de UI op afstand Documenten beheren en de status van de machine controleren Menuopties instellen via de UI op afstand Geregistreerde gegevens opslaan/laden Gegevens van Instellingen opslaan Instelgegevens laden Adresboek wijzigen via de UI op afstand Overzicht van menuopties Netwerkinstellingen Voorkeuren Tijdklokinstellingen Algemene instellingen Kopieerinstellingen Faxinstellingen (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) Scaninstellingen Afdrukinstellingen geheugenmedia Printer
TX-resultaatrapport Communicatiebeheerrapport RX-resultaatrapport Afdelings-ID beheerrapport Adresboeklijst Lijst gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer IPSec-beleidslijst Statusrapport verbruiksartikelen PCL-lettertypelijst(MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) PS-lettertypelijst(MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Aantal afdrukken weergeven Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het exporteren/importeren van geregistreerde gegevens Geregistreerde gegevens exporteren naar een USB-geheugenapparaat Geregistre
Contact opnemen 740 㻥㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-000 Belangrijke veiligheidsinstructies De informatie in dit hoofdstuk is bedoeld om beschadiging van eigendommen te voorkomen, evenals lichamelijk letsel van gebruikers van het apparaat en anderen in de buurt van het apparaat. Lees deze informatie zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en volg de instructies om het apparaat op de juiste manier te gebruiken. U mag alleen handelingen uitvoeren die in deze handleiding worden beschreven.
0W59-001 Installatie U kunt dit apparaat alleen veilig en prettig gebruiken als u de volgende voorschriften volgt en het apparaat op een geschikte locatie installeert. (In deze handleiding worden de aanduidingen "apparaat" en "machine" door elkaar gebruikt om naar het product te verwijzen.
Voorkom slecht geventileerde locaties Dit apparaat genereert bij normaal gebruik een hele kleine hoeveelheid ozon, enzovoort. Hoewel de gevoeligheid voor ozon, enzovoort kan variëren, zijn deze hoeveelheden niet schadelijk. De aanwezigheid van ozon, enzovoort kan beter merkbaar zijn bij langer gebruik of tijdens lange productieruns, met name in slecht geventileerde ruimtes.
0W59-002 Elektrische aansluiting Dit apparaat kan worden gebruikt met een spanning tussen 220 tot 240 V, en een elektrische frequentie van 50/60 Hz. Gebruik alleen een voeding die voldoet aan de aangegeven spanningsvereisten. Als u dat niet doet, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het apparaat is geleverd, om brand of een elektrische schok te voorkomen. Het geleverde netsnoer is bedoeld voor gebruik met deze machine.
0W59-003 Hantering Haal direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een erkend Canondealer als het apparaat vreemde geluiden maakt, rook of een vreemde geur verspreidt of extreem heet wordt. Als u het apparaat onder die omstandigheden blijft gebruiken, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of aan te passen.
Dit apparaat is geclassificeerd als een Klasse 1 Laserproduct volgens IEC60825-1: 2007, EN60825-1: 2007. De laserstraal kan schadelijk zijn voor het menselijk lichaam. De laserstraal wordt binnen de laserscanner gehouden door een kap, er is dus geen gevaar dat de laserstraal ontsnapt tijdens de normale werking van het apparaat. Lees de volgende opmerkingen en instructies door voor uw veiligheid. Open alleen de kleppen die expliciet in deze handleiding worden genoemd.
0W59-004 Onderhoud en inspecties Reinig het apparaat regelmatig. Als er sprake is van stofvorming, werkt de machine mogelijk niet goed. Let op de volgende punten als u Problemen oplossen als er tijdens gebruik een probleem optreedt. Zie Wanneer een probleem de machine gaat reinigen. Zie niet kan worden opgelost als u het probleem niet kunt oplossen of wanneer u van mening bent dat de machine moet worden geïnspecteerd. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u gaat reinigen.
0W59-005 Verbruiksartikelen Gooi lege tonercartridges niet in open vuur. Bewaar tonercartridges of papier niet op een plek die wordt blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner ontbranden, met brandwonden of brand als gevolg. Als u per ongeluk toner morst, ruim het dan op met een zachte, vochtige doek zodat de deeltjes niet worden ingeademd. Gebruik nooit een stofzuiger zonder bescherming tegen stofexplosies om de gemorste toner op te ruimen.
Bewaar tonercartridges onder de volgende omstandigheden om een veilige werking en een goed resultaat te garanderen. Geschikt temperatuurbereik voor opslag: 0 tot 35°C Geschikt luchtvochtigheidsbereik voor opslag: 35 tot 85% relatieve luchtvochtigheid (geen condensvorming) * Bewaar tonercartridges gesloten totdat deze in het apparaat worden geplaatst.
0W59-006 Basishandelingen In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier en de documenten. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
Papier plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het papier in de papierlade en in de sleuf voor handmatige invoer plaatst. Papier plaatsen Opslaan in het adresboek In dit gedeelte wordt beschreven hoe u bestemmingen opslaat voor het verzenden van faxen of gescande documenten.
0W59-007 Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte worden de onderdelen van de machine beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van de machine die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het plaatsen van documenten, het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
0W59-008 Voorzijde MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn Documentinvoer Hiermee worden documenten automatisch in de machine gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer vellen in de invoer plaatst, worden deze achter elkaar gescand. Documenten plaatsen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat toetsen zoals de numerieke toetsen en de [Start]-toets, een display en statuslampjes. U kunt hier alle bewerkingen uitvoeren en instellingen opgeven.
Transportgeleider voor handmatige invoer Laat de transportgeleider voor handmatige invoer zakken wanneer er papier is vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer. Papierstoringen verhelpen Glasplaat Leg documenten die u wilt scannen op de glasplaat. Gebruik de glasplaat ook voor dikke of ingebonden documenten, zoals boeken, als deze niet in de invoer passen. Documenten plaatsen USB-poort (USB2.0) U kunt op deze poort een USB-geheugenapparaat of USB-toetsenbord van een andere fabrikant aansluiten.
0W59-009 Achterzijde MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn USB-poort (USB2.0) Hier kunt u een USB-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een computer. LAN-poort Hier kunt u een LAN-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een bekabelde LAN-router, etc. een bekabeld LAN Verbinding maken met USB-poort ( USB1.1) (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Sluit op deze poort apparaten zoals een USB-toetsenbord van een andere fabrikant aan.
0W59-00A Binnenzijde MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn Lade met tonercartridges Hier installeert u de tonercartridges. Plaats de gele (Y), magenta (M), cyaan (C) en zwarte (K) tonercartridges in de sleuven in de lade, waarbij u achteraan begint.
0W59-00C Sleuf voor handmatige invoer MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd. Papierlade (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Trek de papierlade uit als u papier gaat plaatsen. Uitschuifblad (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Open het uitschuifstuk van de lade als u groot papier gaat plaatsen.
0W59-00E Papierlade MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de grootte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in het apparaat wordt gevoerd. Druk op de ontgrendelingspallen die in de afbeeldingen met pijlen worden aangegeven om de geleiders te ontgrendelen, zodat u deze kunt verschuiven. Ontgrendelingspal (voor het uitschuiven van de papierlade) Als u papier van het formaat Legal gaat plaatsen, moet u de papierlade uitschuiven.
0W59-00F Bedieningspaneel Het bedieningspaneel dat hierboven wordt getoond is voor de MF729Cx. Welke toetsen of functies beschikbaar zijn hangt af van het model [Start]-toets Druk hierop zodat het -scherm wordt weergegeven, dat toegang geeft tot het instellingenmenu en functies, zoals kopiëren en scannen. Het scherm aanpassen Display Hierop wordt de voortgang van taken zoals kopiëren, faxen en meer, en foutstatussen worden weergegeven.
[ID]-toets Druk hierop nadat u een ID en pincode hebt ingevoerd om u aan te melden wanneer Afdeling-ID beheer is ingeschakeld. Als u de machine niet meer nodig hebt, drukt u nogmaals op deze toets om u af te melden. Aanmelden bij de machine [Start] (Zwart-wit)-toets Druk hierop om documenten in zwart-wit te scannen of te kopiëren. Als u op deze toets drukt wanneer u afbeeldingen gaat afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat, worden er zwart-witafdrukken gemaakt.
0W59-00H Display Het -scherm of het instellingenscherm wordt op de display weergegeven, zodat u kunt beginnen met functies zoals kopiëren en scannen. U kunt ook met de display informatie controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van het apparaat. Het scherm is ook een aanraakpaneel, dus u kunt bedieningshandelingen uitvoeren door het scherm direct aan te raken.
Hiermee kunt u gegevens bekijken van fouten die zijn opgetreden. Er wordt een foutbericht weergegeven Hiermee kunt u de status van de machine weergeven, zoals de hoeveelheid papier of de hoeveelheid toner die nog in de tonercartridges zit. Druk hierop om informatie weer te geven over de verschillende papierbronnen. Hiermee wordt weergegeven hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit.
Controleer tellerstand> Het scherm (MF729Cx) Wanneer u drukt op ( ), wordt het scherm weergegeven. In dit scherm kunt u de tellerwaarden van afdrukken zien, en ook het serienummer van het apparaat en de configuratie van het apparaat. Toont het serienummer van het apparaat en de lijst van apparatuur die is aangesloten of ingeschakeld. Tellers Selecteer de teller waarvan u de waarde wilt controleren.
0W59-00J Het scherm aanpassen U kunt knoppen voor snelkoppelingen die worden weergegeven in het scherm toevoegen/wissen naar eigen toepassing of u kunt ze rangschikken naar eigen voorkeur. U kunt de volgorde waarin zij worden weergegeven, wijzigen.
U kunt een geregistreerde knop verwijderen door het selectievakje voor de instellingen in de knop uit te schakelen en te tikken op . Wanneer u een geregistreerde knop hebt verwijderd, verschijnt een spatie waar de knop werd weergegeven Een ruimte invoeren in het -scherm. Als het nodig is, kunt u de wissen. 5 Lees het bericht dat wordt weergegeven en tik op . Er wordt een knop voor de pas geselecteerde instellingen toegevoegd aan het -scherm.
4 Tik op of . De knop wordt zo vaak verplaatst als u op het scherm tikt. Houd uw vinger op de knop / als u deze wilt blijven verplaatsen. 5 Tik op . Een ruimte invoeren U kunt het -scherm overzichtelijker maken, door spaties in plaats van knoppen in te voeren. 1 Druk op en tik op . Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren. .
KOPPELINGEN Display 㻟㻢㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-00K Het display gebruiken Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. Hard drukken Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) Aanraken met vochtige/vuile handen Het display gebruiken terwijl er een voorwerp op staat Tikken Raak het scherm zachtjes even aan. Deze handeling dient om items te selecteren of te bevestigen.
Als u een item per ongeluk aanraakt Schuif uw vinger weg en laat los om de selectie te annuleren. Teruggaan naar het vorige scherm Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm. Door het scherm bladeren De bladerbalk verschijnt op het scherm wanneer er nog informatie is die niet wordt weergegeven. Wordt de bladerbalk weergegeven, dan kunt u bladeren door in de gewenste richting te vegen. NB. De bladeren balk wordt alleen weergegeven zolang u het scherm aanraakt.
Tik op / en u kunt de instelling van de schaal aanpassen. U kunt ook een instelling aanpassen door de schuifbalk naar links of naar rechts te vegen.
0W59-00L Tekst invoeren Voer met de display en de numerieke toetsen tekst en waarden in. Een ander type tekst kiezen Tik op als u een ander type tekst wilt invoeren. Welk type tekst op dat moment is geselecteerd, wordt aangeduid door de "A", "a" of "12" weergegeven boven en rechts van het tekstinvoerveld. U kunt ook op drukken om het type tekst te wijzigen. Typen tekst die u kunt invoeren Hieronder wordt vermeld welke tekst u kunt invoeren. Toets A a @.
De cursor verplaatsen (een spatie invoeren) Tik op tikt u op of . om de cursor te verplaatsen. Als u een spatie wilt invoeren, verplaatst u de cursor naar het einde van de tekst en Voorbeeld van het invoeren van tekst en cijfers Voorbeeld: "Canon-1" 1 Tik herhaaldelijk op tot is geselecteerd. 2 Druk herhaaldelijk op 3 Tik herhaaldelijk op tot is geselecteerd. 4 Druk herhaaldelijk op totdat de letter "a" is geselecteerd.
0W59-00R Aanmelden bij de machine Als Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld of er zijn Systeembeheerders-ID's geactiveerd, kunt u het apparaat pas gebruiken wanneer u hebt ingelogd. U moet ook inloggen als er beperkingen zijn ingesteld voor het gebruik van de fax- en scanfuncties. Inlog Afdelings-ID beheer Inloggen op Geautoriseerd Verzenden Inlog Afdelings-ID beheer Wanneer het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, volg dan onderstaande procedure en voer de Afdelings-ID en pincode in.
weergegeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt. 1 2 3 Voer uw gebruikersnaam in. 1 Tik op . 2 Voer uw gebruikersnaam in met de numerieke toetsen en tik op . Voer het wachtwoord in. 1 Tik op . 2 Voer het wachtwoord in met de numerieke toetsen en tik op . Tik op , en selecteer de server voor uw legitimatie. Selecteer de LDAP-server waar uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn geregistreerd. 4 Druk op .
KOPPELINGEN Afdeling-ID beheer configureren De systeembeheerders-id instellen 㻠㻠㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-00S Documenten plaatsen Leg documenten op de glasplaat of in de documentinvoer. Gebruik de glasplaat voor het scannen van dikke of ingebonden documenten, zoals boeken. U kunt twee of meer vellen van documenten in de documentinvoer plaatsen zodat deze continu kunnen worden gescand. Documenttype of Scangebied voor informatie over de soorten documenten die u op de glasplaat of in de Raadpleeg documentinvoer kunt plaatsen en voor informatie over het scanbare gebied van een document.
2 Leg het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. Leg het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Om transparante documenten (bijvoorbeeld calqueerpapier of transparanten) te scannen, bedekt u deze met een vel normaal, wit papier. 3 Sluit de documentinvoer voorzichtig. Het apparaat is gereed om het document te scannen. Als het scannen is voltooid, haalt u het document van de glasplaat. Documenten in de documentinvoer plaatsen 1 Duw de documentgeleiders naar de zijkant.
4 Schuif de documentgeleiders stevig tegen de randen van het document. Schuif de documentgeleiders naar binnen totdat ze stevig tegen de randen van het document zitten. De machine is gereed om het document te scannen. Schuif de documentgeleiders stevig tegen de randen van het document Als de documentgeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. Tijdens het scannen van documenten Voeg geen documenten toe en verwijder er ook geen.
0W59-00U Papier plaatsen U kunt het papier plaatsen in de papierlade of in de sleuf voor handmatige invoer. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst. Raadpleeg Papier voor beschikbare papierformaten.
Papiersoort Papierinstelling op het apparaat Papiergewicht 60 tot 74 g/m² *1 70 tot 84 g/m² *1 75 tot 90 g/m² *2 Gerecycled papier 60 tot 74 g/m² Gekleurd papier 60 tot 74 g/m² 85 tot 120 g/m² 121 tot 163 g/m² Normaal papier *2 Dik papier Indexkaarten *3 Enveloppen 100 tot 110 g/m² 111 tot 130 g/m² 131 tot 160 g/m² 161 tot 220 g/m² Gecoat papier
Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen. Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of droogte of op een plaats met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid. Als u gaat afdrukken op papier dat vochtig is geworden Er kan stoom vrijkomen in het uitvoergebied van het apparaat of er kunnen zich waterdruppels vormen op de achterzijde van het bedieningspaneel of in het uitvoergebied. Dit is normaal.
0W59-00W Papier in de papierlade plaatsen Gebruik de papierlade voor het papier dat u het meest gebruikt. Wanneer u wilt afdrukken op papier dat niet beschikbaar is in de Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer papierlade, legt u het papier in de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het papier met de korte zijde naar voren U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Zorg ervoor dat u het papier laadt met de korte zijde naar voren, zoals in de afbeeldingen hieronder.
3 Leg het papier zo dat de rand van de papierstapel net de achterzijde van de papierlade raakt. Plaats het papier met de korte zijde naar voren, met de afdrukzijde naar boven. U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen.
KOPPELINGEN Papier Melden om papierinstellingen te controleren 㻡㻟㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-00X Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer Wanneer u wilt afdrukken op papier dat niet beschikbaar is in de papierlade, legt u het papier in de sleuf voor handmatige invoer. Papier in de papierlade plaatsen Gebruik de papierlade voor het papier dat u het meest gebruikt. Voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw Voor de MF628Cw / MF623Cn Plaats het papier met de korte zijde naar voren U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren.
4 Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer totdat u weerstand voelt. Plaats het papier met de korte zijde naar voren, met de afdrukzijde naar boven. U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen.
Voor de MF628Cw / MF623Cn Zorg ervoor dat u de papierlade plaatst Het apparaat drukt alleen af als de papierlade is geplaatst, zelfs als er papier is geladen in de sleuf voor handmatige invoer. Er verschijnt een foutbericht als u probeert af te drukken zonder papierlade. Plaats maar één vel papier tegelijk U kunt steeds maar één vel papier laden. 1 Schuif de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade. Schuif de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade.
U kunt alleen papier gebruiken dat met dit apparaat is bedrukt. U kunt niet afdrukken op de zijde die eerder is bedrukt. Als de afdrukken vaag zijn, selecteert u voor , of , afhankelijk van de papierbron die u gebruikt, bij . Speciale verwerking Als u papier van A5-formaat gebruikt, werkt dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet goed.
0W59-00Y Enveloppen plaatsen Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven wijst. Voordat u enveloppen gaat laden In de papierlade In de sleuf voor handmatige invoer In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u enveloppen in de gewenste richting laadt. Daarnaast worden de stappen besproken die u Papier in de papierlade plaatsen of Papier laden in de moet uitvoeren voordat u enveloppen gaat laden.
In de papierlade Laad enveloppen van het formaat Monarch (MF628Cw / MF623Cn), COM10, DL of ISO-C5 met de korte zijde naar voren en met de kant zonder lijm (de voorzijde) naar boven. U kunt niet afdrukken op de achterzijde van enveloppen. Enveloppen van het formaat Monarch kunt u niet plaatsen in de papierlade van de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw. Gebruik in dat geval de sleuf voor handmatige invoer. Plaats de enveloppen zo dat de rand met de flap aan de linkerkant zit, zoals in de afbeelding.
0W59-010 Voorbedrukt papier plaatsen Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, let u bij het plaatsen op de invoerrichting van het papier. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op de juiste kant van het papier met een logo wordt afgedrukt.
Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend De instelling (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Wanneer u afdrukt op voorbedrukt papier, moet u de afdrukzijde van het geladen papier wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig gaat afdrukken.
0W59-011 Het type en formaat papier opgeven U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geladen. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier. Als de instellingen onjuist zijn, kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden.
0W59-012 Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst 1 Druk op 2 Tik op of . en tik op . wordt alleen weergegeven wanneer de optionele papierlade (lade 2) is geïnstalleerd. (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) 3 Selecteer het papierformaat. Als het formaat van het geplaatste papier niet zichtbaar is, tikt u op . 4 Selecteer het papiertype.
0W59-013 Het type en formaat papier opgeven dat in de sleuf voor handmatige invoer is geladen Het onderstaande scherm wordt weergegeven als er papier is geladen in de sleuf voor handmatige invoer. Volg de aanwijzingen op het scherm om instellingen op te geven voor het formaat en type papier dat is geladen.
4 2 Tik op . Selecteer het papiertype.
0W59-014 Standaardpapierinstellingen vastleggen voor de sleuf voor handmatige invoer U kunt standaardpapierinstellingen opslaan voor de sleuf voor handmatige invoer. Hierdoor hoeft u niet steeds instellingen in te voeren wanneer u altijd hetzelfde papier gebruikt in de sleuf voor handmatige invoer. Als u standaardpapierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt. U gebruikt dan altijd dezelfde instellingen.
2 Tik op . Voer de lengte van de zijde in met 3 / of de numerieke toetsen, en tik op . Geef de lengte van de zijde op (de lange zijde). Tik op . Geef de lengte van de zijde op en tik op . 4 5 Tik op . Selecteer het papiertype.
0W59-015 Een aangepast papierformaat registreren U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op . en tik op . Als de papierformaten <1> tot en met <3> al zijn ingesteld, kunt u een instelling wijzigen of verwijderen om door te gaan. De procedures hiervoor worden hierna beschreven. Een instelling wijzigen 1 Selecteer het geregistreerde formaat dat u wilt wijzigen.
4 Geef het papierformaat op. 1 Geef de lengte van de zijde op (de korte zijde). Tik op . Voer de lengte van de zijde in met 2 / of de numerieke toetsen, en tik op . Geef de lengte van de zijde op (de lange zijde). Tik op . Geef de lengte van de zijde op en tik op . 3 5 Tik op . Selecteer het papiertype.
De opgeslagen papierformaten worden weergegeven wanneer u de standaardpapierinstellingen voor de sleuf voor handmatige invoer opgeeft. In het scherm kunt u één van de weergegeven formaten selecteren als het standaardpapierformaat voor de Standaardpapierinstellingen vastleggen voor de sleuf voor handmatige invoer sleuf voor handmatige invoer.
0W59-016 De papierformaten die worden weergegeven, beperken U kunt ervoor zorgen dat alleen papierformaten die u vaak gebruikt, worden getoond in het scherm voor het selecteren van de instelling van het papierformaat. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op , of . en tik op . wordt alleen weergegeven wanneer de optionele papierlade (lade 2) is geïnstalleerd.
0W59-017 Registreren in het adresboek U kunt bestemmingen in het Adresboek die u veel gebruikt, registreren en ze gemakkelijk selecteren wanneer u ze nodig hebt. U kunt maximaal 300 bestemmingen in het adresboek registreren. U kunt naar bestemmingen zoeken op alfabet, uit lijsten in het Adresboek of door driecijferige nummers in te voeren (nummers voor verkort kiezen). U kunt ook bestemmingen sneller opgeven door middel van de volgende functies.
0W59-018 Bestemmingen opslaan in het adresboek U kunt maximaal 281 bestemmingen als codes voor verkort kiezen in het adresboek registreren. U kunt bestemmingen die u hebt Adresboek wijzigen via de UI op afstand geregistreerd, bewerken of wissen. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek .
Als deze instelling is en er tijdens verzending een fout in een afbeelding optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden. Als het even duurt voordat een verzending begint, bijvoorbeeld vanwege een slechte telefoonverbinding, kunt u de transmissiestartsnelheid stapsgewijs verlagen vanaf 33600 bps.
Een opgeslagen bestemming verwijderen 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op . Selecteer het tabblad met de bestemming die u wilt wissen, en selecteer de bestemming. Tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek . 5 Tik op .
0W59-019 Bestemmingen opslaan als favorieten Veelgebruikte bestemmingen kunt u als favorieten opslaan in het adresboek. De bestemmingen kunt u achteraf altijd wijzigen of verwijderen. U kunt maximaal 19 bestemmingen registreren in uw favorieten. Er worden geen codes voor verkort kiezen toegewezen aan favorieten. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
De inhoud van opgeslagen bestemmingen in de favorietenlijst wijzigen U kunt de inhoud van een opgeslagen bestemming altijd wijzigen. Het gaat hierbij om gegevens zoals nummers, namen en typen. 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op < >. Tik op , en tik op de bestemming die u wilt bewerken. Tik op .
0W59-01A Meerdere bestemmingen opslaan voor groepskiezen U kunt meerdere bestemmingen samenvoegen in groepen. U kunt maximaal 299 bestemmingen (100 bestemmingen voor e-mail) voor een groep registreren. Wanneer een groep is geregistreerd kunt u bestemmingen eraan toevoegen of eruit wissen. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
De inhoud van opgeslagen groepen wijzigen U kunt de inhoud van een opgeslagen groep altijd wijzigen. Het gaat hierbij om gegevens zoals namen, bestemmingen en codes voor verkort kiezen. 1 2 3 4 Druk op en tik op . Tik op . Tik op < > en selecteer de bestemming die u wilt wijzigen. Tik op . Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op Een pincode instellen voor het adresboek .
0W59-01C Het volume aanpassen De machine produceert in verschillende situaties geluidssignalen, bijvoorbeeld om aan te geven dat het versturen van een fax is voltooid of dat er papier is vastgelopen. U kunt het volume van deze geluiden afzonderlijk instellen. aanpassen 1 2 Druk op de toets ( ). Wilt u wijzigen, tik dan op / en tik op . U kunt ook het volume aanpassen door de schuifbalk te vegen.
Geluid om aan te geven dat een origineel in de documentinvoer is geplaatst * Wordt alleen weergegeven voor MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw 3 Stel het volume in met Tik op / en tik op . en verplaats de cursor naar uiterst links om het geluid uit te schakelen. Geluid alleen bij fout uitschakelen Tik op .
0W59-01E De slaapstand instellen In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende op bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op de machine, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op het bedieningspaneel te drukken. U kunt ook de instelling Automatische sluimertijd gebruiken om de machine automatisch in de slaapstand te zetten als deze gedurende de opgegeven tijd inactief is.
Als er een optionele handset of een externe telefoon is aangesloten op het apparaat, wordt de slaapstand verlaten wanneer u de handset van de haak neemt.
0W59-01F De automatische uitschakeltijd instellen Door deze instelling in te schakelen, kunt u de machine zodanig instellen dat deze automatisch wordt uitgezet. De machine wordt automatisch uitgeschakeld zodra de opgegeven periode van inactiviteit is verstreken sinds het activeren van de slaapstand. U kunt instellen dat de stroomtoevoer automatisch wordt uitgeschakeld als u vergeet het apparaat uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts of in vakanties.
0W59-01H Kopiëren In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan basisbewerkingen voor kopiëren en worden verschillende andere handige functies beschreven, zoals dubbelzijdig kopiëren en beide zijden van een identiteitsbewijs kopiëren op één pagina.
0W59-01J Basisbewerkingen voor kopiëren 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op 3 Gebruik de numerieke toetsen om het gewenste aantal kopieën in te voeren. Documenten plaatsen en tik op . U kunt een waarde invoeren van 1 tot 999. Druk op 4 om het ingevoerde aantal te annuleren. Geef de gewenste kopieerinstellingen op. Tik op de menuoptie die u wilt instellen. 5 Druk op Verschillende kopieerinstellingen . Het kopiëren wordt gestart.
1 Selecteer het formaat van het document. 2 Selecteer de papierbron the het papier bevat dat u wilt gebruiken. Als dit scherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap 3. 3 Leg het volgende document op de glasplaat en druk op . Herhaal deze stap totdat het volledige document is gescand. 4 Tik op . Wanneer het bericht of
0W59-01K Kopieerpapier selecteren Geef aan welke papierbron het papier bevat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken van kopieën. U moet eerst het formaat en type papier opgeven dat in de papierbron is geladen. Het type en formaat papier opgeven Papier plaatsen Selecteer de papierbron ( , , ) MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn < > Hiermee selecteert u het papier dat in de sleuf voor handmatige invoer is geladen.
0W59-01L Kopiëren annuleren Als u de kopieerbewerking wilt annuleren direct nadat u op hebt gedrukt, tikt u op op het scherm of drukt u op het bedieningspaneel. U kunt het kopiëren ook annuleren nadat u de kopieerstatus hebt gecontroleerd. op Tik op op het scherm dat wordt weergegeven tijdens het kopiëren Druk op om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer u op hebt gedrukt De documenten zijn gescand en wachten om te worden afgedrukt.
KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren 㻥㻜㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-01R Verschillende kopieerinstellingen U kunt kiezen uit een groot aantal instellingen om zo op de gewenste manier kopieën te maken. Zo zijn er instellingen om papier te besparen maar ook om uw documenten beter leesbaar te maken.
0W59-01S Vergroten of verkleinen U kunt kopieën vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage te gebruiken zoals A4> of door in stappen van 1% een aangepast zoompercentage in te stellen. Kopiëren> selecteer het zoompercentage Tik op / of voer met de numerieke toetsen de kopieerverhouding in en tik op . U kunt iedere kopieerverhouding instellen van 25% tot 400% in stappen van 1%.
0W59-01U Documenttype selecteren U kunt de optische beeldkwaliteit voor de kopie selecteren op basis van het documenttype, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. selecteer het documenttype Deze optie is geschikt voor het kopiëren van documenten die zowel tekst als foto's bevatten of voor documenten die gedetailleerde lijnen bevatten, zoals kaarten.
0W59-01W Dichtheid aanpassen U kunt de dichtheid van de kopie aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. U kunt ook de achtergrond aanpassen om de achtergrondkleur te verwijderen wanneer de pagina's van een document licht gekleurd zijn of vergeeld.
KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren Kleurbalans aanpassen Scherpte aanpassen 㻥㻡㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-01X Kleurbalans aanpassen Pas de kleurbalans aan om de individuele niveaus geel, magenta, cyaan of zwart te bepalen. Selecteer de kleur Pas het kleurniveau aan <-> Hiermee maakt u de geselecteerde kleur lichter. <+> Hiermee maakt u de geselecteerde kleur donkerder. Stel de kleuren nauwkeurig af door de niveaus van de 3 dichtheidsgebieden voor elke kleur aan te passen.
KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren Dichtheid aanpassen Scherpte aanpassen 㻥㻣㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-01Y Scherpte aanpassen U kunt de scherpte van de gekopieerde afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. pas de scherpte aan <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
0W59-020 Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van het papier kopiëren. U kunt ook een dubbelzijdig document op beide zijden van het papier kopiëren, of op twee afzonderlijke pagina's. <2-zijdig> is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar. Papier <2-zijdig> is niet beschikbaar wanneer u gebruikt.
Als u kopieën wilt maken met een ander type inbinding dan het origineel <2-zijdig->2-zijdig> selecteer de afdrukrichting van het origineel selecteer het type binding van het origineel selecteer het type binding voor de kopie, een ander type dan bij het origineel 2-Zijdig->1-Zijdig Met deze instelling kunt u de richting van het uitvoerpapier uitlijnen.
0W59-021 Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1) U kunt twee of vier documenten verkleind kopiëren op één vel papier. Hierdoor neemt het aantal pagina's af en kunt u eenvoudig papier besparen. Als u <2 op 1>/<4 op 1> gebruikt, wordt de kopieerverhouding automatisch verkleind (de kopieerverhouding wordt drukt, maar de weergegeven op het scherm).
0W59-022 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren Gebruik om de voor- en achterzijde van een identiteitsbewijs op dezelfde zijde van een pagina te kopiëren. Deze functie is handig als u bijvoorbeeld een rijbewijs of paspoort gaat kopiëren. is beschikbaar met papier van het formaat A4/Letter of groter. wordt automatisch ingesteld op <100%>.
0W59-023 Donkere randen en kaderlijnen wissen (Kader wissen) Als u documenten kopieert die kleiner zijn dan het uitvoerpapierformaat, verschijnen er mogelijk kaderlijnen rond de randen in de gekopieerde afbeelding. Als u tegenover elkaar liggende pagina's van een dik boek kopieert, verschijnen er mogelijk donkere randen. stelt u in staat om deze kaderlijnen en donkere randen te wissen.
0W59-024 Kopieën sorteren per pagina Als u meerdere kopieën wilt gaan maken van documenten met meerdere pagina's, kunt u op zetten om de kopieën op volgorde te sorteren. Deze functie is handig bij het voorbereiden van handouts voor vergaderingen of presentaties. De kopieën worden per pagina gegroepeerd en worden niet gesorteerd.
0W59-025 De gewenste kopieerinstellingen configureren De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u vaak dezelfde instellingen gebruikt bij het kopiëren, kunt u deze opslaan als standaardinstellingen en hoeft u niet steeds dezelfde instellingen te configureren. Daarnaast kunt u combinaties van verschillende kopieerinstellingen opslaan en oproepen wanneer u ze nodig hebt.
0W59-026 De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat kopiëren.
0W59-027 Veelgebruikte kopieerinstellingen opslaan U kunt tot wel vier veelgebruikte combinaties van kopieerinstellingen registreren. Wanneer u gewoon een geregistreerde combinatie van instellingen selecteert wanneer u die nodig hebt, hoeft u niet steeds dezelfde instellingen uit te voeren voor het maken van kopieën, bijvoorbeeld als u vaak het aantal kopieën instelt op 5, stel dan in op en laat de scherpte toenemen bij het kopiëren.
Als u selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk de melding en tik vervolgens op . De geregistreerde combinatie van instellingen wordt toegevoegd aan het -scherm als een knop voor een snelkoppeling. Als het scherm vol is en de knop voor de snelkoppeling kan niet worden toegevoegd, wis dan met aanpassen startscherm> geregistreerde knoppen of spaties. Geregistreerde instellingen worden ook bewaard wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
0W59-028 Faxen In dit hoofdstuk worden faxinstellingen, basishandelingen voor het faxen en verschillende andere nuttige functies beschreven, zoals Faxen via pc voor het rechtstreeks vanaf een computer verzenden van documenten, Adresboek voor het gemakkelijk opgeven van bestemmingen en Doorsturen zodat u faxen kunt ontvangen, ook wanneer u niet op kantoor bent. Faxfuncties zijn alleen beschikbaar op de MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw. U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken.
server opgeven (fax) Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending) Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen) Ontvangen faxen doorsturen Verzonden faxen archiveren Faxinformatiediensten ontvangen Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen Faxen versturen vanaf uw computer (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) Fa
0W59-029 Begininstellingen configureren voor faxfuncties Volg stappen 1 - 4 hieronder om de faxinstellingen te configureren. Bepaal eerst welke ontvangstmodus het best aansluit bij uw situatie en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de bijbehorende instellingen te configureren. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan.
0W59-02A Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken U kunt de faxinstellingen pas configureren als u hebt bepaald welke ontvangstmodus het best aansluit bij het beoogde gebruik.
0W59-02C Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren Registreer het faxnummer en de naam van het apparaat. Deze gegevens worden afgedrukt aan het begin van pagina's die u verstuurt. 1 Druk op 2 Tik op 3 Tik op . 4 Tik op . 5 Voer het faxnummer in met de numerieke toetsen ( 6 Tik op . en tik op
7 Voer de naam van het apparaat in (zoals een gebruikersnaam of bedrijfsnaam) ( . Gebruik een naam van maximaal 24 alfanumerieke tekens. Tik op om de gewenste invoermodus te selecteren.
0W59-02E De ontvangstmodus selecteren Selecteer vooraf de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik ( gebruiken). 1 Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt Tik op . Het onderstaande scherm wordt weergegeven nadat u een naam voor het apparaat hebt geregistreerd ( de naam van het apparaat registreren). 2 Het faxnummer en Selecteer de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik. Selecteer de ontvangstmodus door op of te tikken.
KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) 㻝㻝㻢㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-02F De telefoonlijn aansluiten Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. 1 Tik op . Een van de onderstaande schermen wordt weergegeven nadat de ontvangstmodus is ingesteld ( selecteren). 2 De ontvangstmodus Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. Belangrijke informatie voor het aansluiten van de telefoonlijn Het apparaat wordt geleverd met een telefoonsnoer en een adapter om de telefoonlijn aan te sluiten.
3 4 Tik op als u de telefoonlijn hebt aangesloten. Tik op . 5 Tik op . 6 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Als u de machine opnieuw opstart, wordt het type telefoonlijn automatisch ingesteld. Als het type telefoonlijn niet automatisch wordt ingesteld Volg de onderstaande procedure om het type telefoonlijn in te stellen.
0W59-02H Faxen verzenden U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. faxfuncties(MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op Begininstellingen configureren voor Documenten plaatsen en tik op . Wanneer het aanmeldingscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. . Inloggen op Geautoriseerd Verzenden Vervolgens selecteert u de authenticatie-server en drukt u op 3 Druk op .
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen . die u hebt opgegeven.
4 Tik op om eventueel een pauze aan het einde van het faxnummer toe te voegen. De wachttijd die hier wordt ingevoegd, is standaard ingesteld op 10 seconden. Deze wachttijd kunt u niet aanpassen. 5 5 Tik op . Geef de gewenste scaninstellingen op. Tik op de menuoptie die u wilt instellen. 6 Druk op Verschillende faxinstellingen (Zwart-wit) om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op .
Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden: De standaardinstellingen wijzigen Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: Veelgebruikte faxinstellingen opslaan Als u een geluid wilt horen als de handset van de haak is: Alarm Handset van haak KOPPELINGEN Het verzenden van faxen annuleren Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 㻝㻞㻞㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-02J Geregistreerde bestemmingen opgeven U kunt bestemmingen opgeven door ze uit het Adresboek te selecteren of met nummers voor verkort kiezen, maar u kunt het ook doen met de numerieke toetsen. U kunt Het Adresboek of de nummers voor verkort kiezen pas gebruiken wanneer u van tevoren bestemmingen hebt geregistreerd. Als er op uw kantoor een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook bestemmingen opgeven in de server.
0W59-02K Opgeven vanuit het adresboek (fax) U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen. U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. 1 Druk op en tik op . U kunt ook tikken op 2 Registreren in het adresboek Tik op / . en selecteer een tabblad.
Als u meerdere bestemmingen wilt opgeven Herhaal de volgende stappen. U kunt tot 300 bestemmingen opgeven. Selecteer een tabblad Selecteer een bestemming. Als u meer bestemmingen wilt opgeven met de numerieke toetsen, tikt u op opgeven>. 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen.
0W59-02L Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren (Fax) Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen. Als u een adres wilt opgeven hoeft u alleen maar de code voor verkort kiezen in te voeren. Als u verkort kiezen met code wilt gebruiken moet de bestemming van tevoren in het Adresboek zijn geregistreerd. Bestemmingen opslaan in het adresboek 1 Druk op en tik op .
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven. Als u op tikt, ziet u hoeveel bestemmingen in de groep zijn opgeslagen. 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen . die u hebt opgegeven.
0W59-02R Eerder gebruikte bestemmingen opgeven (fax) U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken.
1 Tik op 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . . Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, wordt "XX bestemming(en)" weergegeven. Als u op tikt, ziet u hoeveel bestemmingen in de groep zijn opgeslagen. 4 Tik op .
0W59-02S Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (fax) Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook bestemmingen opgeven die op die server zijn vastgelegd. Hiervoor opent u vanaf het apparaat het adresboek op een LDAP-server en zoekt u de bestemming. U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. 1 Druk op LDAP-servers registreren en tik op .
Door te tikken op kunt u overschakelen tussen de verschillende invoerstanden (behalve voor het zoeken op faxnummer). Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 4 en 5. 6 Tik op . 7 Selecteer de zoekmethode. Er worden alleen bestemmingen gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 4 en 5.
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen . die u hebt opgegeven.
0W59-02U Verschillende faxinstellingen U kunt kiezen tussen verschillende nuttige instellingen, bijvoorbeeld als u de dichtheid wilt aanpassen of de helderheid van een afbeelding wilt verbeteren.
0W59-02W Resolutie aanpassen U kunt de resolutie selecteren die het beste past bij uw documenttype. Hoe hoger de resolutie, des te scherper de afbeelding, maar des te langer het duurt om de fax te verzenden. selecteer de resolutie <200 x 100 dpi (Normaal)> Selecteer deze optie voor documenten met alleen tekst. <200 x 200 dpi (Fijn)> Selecteer deze optie voor documenten met kleine letters. <200 x 200 dpi (Foto)> Deze optie is geschikt voor documenten met foto's.
0W59-02X Dichtheid aanpassen U kunt de dichtheid van de fax aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. De dichtheid aanpassen <-> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid.
0W59-02Y Scherpte aanpassen U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen voordat u deze verzendt. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. pas de scherpte aan <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
0W59-030 Dubbelzijdige documenten scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van documenten in de invoer. U moet de documenten dan wel in de invoer leggen. Het apparaat kan de beide zijden van documenten namelijk niet automatisch scannen wanneer u de documenten op de glasplaat legt of wanneer Handmatig verzenden is ingeschakeld.
0W59-031 De gewenste faxinstellingen configureren De standaardinstellingen zijn de instellingen die steeds worden weergegeven wanneer u het apparaat aanzet of wanneer u drukt op Als u de instellingen die u vaak gebruikt, registreert als standaardinstellingen, hoeft u niet steeds dezelfde instellingen op te geven wanneer u een fax verstuurt. Daarnaast kunt u combinaties van meerdere faxinstellingen registreren en deze gebruiken wanneer u ze maar nodig hebt.
0W59-032 De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat faxen.
0W59-033 Veelgebruikte faxinstellingen opslaan U kunt tot wel 18 veelgebruikte combinaties van faxinstellingen registreren. U kunt geregistreerde instellingen snel weergeven, wanneer dat nodig is, zodat u niet iedere keer instellingen hoeft te maken, zoals "een tweezijdig origineel scannen, verzenden naar 5 bestemmingen, scherpte instellen". U kunt ook instellingen weergeven als knoppen met snelkoppelingen in het scherm .
6 Controleer de details van de instellingen die u wilt registreren en tik op . Verschillende faxinstellingen Tik op een te registreren instelling als u de waarde ervan wilt wijzigen. U kunt de bestemming van de registratie een andere naam geven door te tikken op . 7 Tekst invoeren Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling. Als u selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk de melding en tik vervolgens op .
Wanneer u de combinatie van instellingen weer hebt opgeroepen, kunt u, zo nodig, ook de faxinstellingen wijzigen.
0W59-034 Het verzenden van faxen annuleren Als u het verzenden van faxberichten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u drukt op (Zwart-wit), tik dan op op de display op het bedieningspaneel. U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de faxstatus.
0W59-035 Faxen ontvangen In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen Begininstellingen configureren voor faxfuncties(MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) gaat opgeven. Het apparaat kan ontvangen faxdocumenten afdrukken op papier van het formaat A4 of Letter.
Als u de handset van de telefoon oppakt en een pieptoon hoort, weet u dat het een binnenkomende fax is. U kunt de fax dan ontvangen door op de telefoon een bepaalde code in te voeren. Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand) De machine instellen voor het ontvangen van faxen 1 Druk op en tik op . Wanneer het aanmeldingscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. .
Voettekst RX-pagina Als u wilt blijven afdrukken wanneer de toner bijna op is: Doorgaan met afdrukken als cartridge bijna leeg is Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand) Wanneer u de telefoon opneemt en een faxsignaal hoort, hoeft u niet naar de machine te lopen om de fax te ontvangen. Gebruik de telefoon om een bepaalde code in te voeren (standaard is dit 25) en de fax wordt dan ontvangen.
0W59-036 Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Naast de standaardmethoden voor het verzenden en ontvangen van faxen, zijn er verschillende andere manieren die aansluiten bij de manier waarop u werkt.
0W59-037 Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) U kunt faxen handmatig versturen aan het einde van een telefoongesprek. Wanneer u een pieptoon hoort (Zwart-wit) om de over de telefoon, betekent dit dat de ontvanger probeert uw fax te ontvangen. Druk op fax te verzenden. U moet vooraf een telefoon of de optionele handset aansluiten op het apparaat. 1 Plaats één of meer documenten.
0W59-038 Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending) U kunt faxberichten versturen naar 310 bestemmingen tegelijk. Geef met de numerieke toetsen* of het Adresboek meerdere bestemmingen op. Als er in uw kantoor een LDAP-server * is geïnstalleerd. * Het maximumaantal bestemmingen dat u kunt opgeven wanneer u een LDAP-server of de numerieke toetsen gebruikt, is 10.
6 Druk op (Zwart-wit) om het verzenden te starten.
0W59-039 Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen) U kunt ontvangen faxberichten in het geheugen opslaan en ze later afdrukken. Met deze functie kan worden voorkomen dat onbevoegde personen onbedoeld vertrouwelijke documenten kunnen inzien. Documenten opslaan in het geheugen Documenten afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen Documenten in het geheugen controleren/verwijderen De documenten in het geheugen kunt u ook doorsturen.
KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 㻝㻡㻟㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-03A Ontvangen faxen doorsturen U kunt ontvangen documenten doorsturen naar andere bestemmingen. U kunt een document selecteren uit de documenten die in het geheugen zijn ontvangen, en het doorsturen, of u kunt het apparaat zo instellen dat het automatisch ieder ontvangen document doorstuurt naar opgegeven bestemmingen. U kunt faxnummers, maar ook e-mailadressen, I-Fax, gedeelde mappen in computers en een FTP-server opgegeven als bestemmingen voor het doorsturen.
0W59-03C Een document selecteren om door te sturen De machine stuurt het document door dat u selecteert uit alle documenten die in het geheugen zijn ontvangen. Als u deze functie wilt Ontvangen faxen in het geheugen opslaan gebruiken, moet u eerst de functie voor ontvangst in het geheugen activeren. (ontvangst in geheugen) Zo lang de functie voor ontvangst in het geheugen is ingeschakeld, worden de documenten in het geheugen niet verwijderd, ook niet nadat ze zijn doorgestuurd.
0W59-03E Alle ontvangen documenten automatisch doorsturen U kunt instellen dat alle ontvangen documenten worden doorgestuurd naar bepaalde bestemmingen. U kunt zo altijd en overal faxen ontvangen, ook als u niet op kantoor bent.
Documenten waarvan het doorsturen is mislukt, opslaan in het geheugen
Het gecontroleerde document opnieuw verzenden 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Selecteer een bestemming in het adresboek. Zie Opgeven vanuit het adresboek (fax) voor informatie over het werken met het adresboek. Het gecontroleerde document verwijderen 1 Tik op . 2 Tik op .
0W59-03F Verzonden faxen archiveren U kunt een fax verzenden naar een opgegeven adres, maar u kunt gefaxte documenten ook verzenden naar een vooraf ingesteld adres voor opslag. Zo kunt u gemakkelijk een logboek bijhouden van wat u hebt verstuurd. U kunt als adres voor opslag een faxnummer opgeven, een e-mailadres, een gedeelde map op de computer, een FTP-server of een I-Fax. Alleen bestemmingen in het Adresboek kunnen worden opgegeven als opslagadres.
0W59-03H Faxinformatiediensten ontvangen Via faxinformatiediensten kunt u op een eenvoudige manier in het bezit komen van nuttige informatie van bedrijven en organisaties. In dit gedeelte wordt een doorsnee procedure beschreven voor het ontvangen van deze diensten. Afhankelijk van de dienst, kunnen de procedures in werkelijkheid iets andere zijn. Volg de procedures voor de dienst die u gebruikt. 1 Druk op en tik op .
6 Tik op . Als u de handset hebt opgenomen, legt u deze nu neer.
0W59-03J Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren De statuswaarden en communicatielogboeken voor verzonden en ontvangen fax- en I-Faxdocumenten kunt u afzonderlijk controleren voor verzonden en ontvangen faxen. U kunt gedetailleerde gegevens bekijken van de faxen, zoals bestemmingen en het aantal pagina's, en u kunt overbodige documenten verwijderen. Wanneer is ingesteld op , kunt u de communicatielogboeken niet inzien.
2 Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren. / Hier ziet u een lijst met de documenten die zijn verzonden en ontvangen. geeft aan dat een document zonder problemen is verzonden of ontvangen, en betekent dat een document niet is verzonden of ontvangen omdat de bewerking is geannuleerd of omdat er een fout is opgetreden. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd.
0W59-03K Faxen versturen vanaf uw computer U kunt faxdocumenten die u met uw computerapplicatie hebt gemaakt, rechtstreeks vanaf de computer faxen. U hoeft de documenten dan niet eerst af te drukken en u kunt zo toner en papier besparen.
0W59-03L Faxen verzenden vanaf een computer Wanneer op het apparaat is ingesteld op , kunt u geen faxen versturen vanaf een Faxen via de pc uitschakelen (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) computer. U moet Afdeling ID beheer inschakelen in het faxstuurprogramma dat u gebruikt als deze functie is ingeschakeld op het apparaat. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma.
1 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren]. 2 Klik op [Bestemming toevoegen]. 3 Stel de communicatiestand in of het faxnummer (of URL). 4 Herhaal de stappen 2 en 3 als u bestemmingen erbij wilt opgeven. Als u een nummer moet opgeven om een buitenlijn te kiezen, selecteert u [Gedetailleerde instellingen] [Prefix voor buitenlijn toevoegen aan G3/IP-faxnummer] en typt u het nummer bij [Prefix voor buitenlijn]. Het opgegeven nummer wordt tijdens het kiezen toegevoegd aan het begin van het faxnummer.
5 Klik op [Verzenden] om het document te verzenden.
0W59-03R Een voorblad toevoegen aan faxen die u verstuurt vanaf een pc U kunt een voorblad toevoegen aan het document dat u wilt versturen. Selecteer één van de drie kant-en-klare voorbladen in het faxstuurprogramma of maak zelf een voorblad. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen.
Tabblad [Afzender] Selecteer de informatie die u wilt meesturen over de afzender en geef deze informatie op. Tabblad [Bestemming] Selecteer de informatie die u wilt meesturen over de bestemming en geef deze informatie op. De namen van bestemmingen, het bedrijf en de afdeling, plus het faxnummer, die zijn opgegeven op het tabblad [Bestemming selecteren]/[Bestemming invoeren] ( Faxen verzenden vanaf een computer) worden opgenomen op het voorblad.
Tabblad [Details] [Aantal te verzenden vellen vermelden] Schakel dit selectievakje in als u het aantal pagina's dat u gaat verzenden, wilt vermelden op het voorblad. Typ vervolgens het aantal pagina's bij [Aantal te verzenden vellen]. Het aantal te verzenden vellen wordt niet automatisch geteld. De waarde die u hier opgeeft, wordt op het voorblad vermeld. [Titel invoegen] Schakel dit selectievakje in als u een titel wilt toevoegen aan het voorblad. Typ vervolgens een titel bij [Titel].
0W59-03S Het adresboek gebruiken voor faxverzending via de pc Nadat u veelgebruikte bestemmingen voor faxen die u vanaf de pc stuurt aan het adresboek hebt toegevoegd, kunt u deze bestemmingen eenvoudig opgeven wanneer u vanaf uw pc een fax gaat versturen. U kunt ook adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op het apparaat, zoals uit Microsoft Excel. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's.
0W59-03U Bestemmingen opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen kunt opslaan in het adresboek die u wilt gebruiken als u faxen rechtstreeks vanaf uw computer gaat versturen. U kunt verschillende bestemmingen in het adresboek selecteren en deze opslaan als een groepsbestemming (groepskiezen). Dit is handig wanneer u een fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wilt sturen. Bestemmingen opslaan Meerdere bestemmingen opslaan als één bestemming (groepskiezen) In totaal kunnen er 6.
Als u opgeslagen bestemmingen wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u een bestemming bij [Adresboek] en klikt u op [Bewerken] of [Verwijderen]. 5 Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK]. Adres Voer de naam van de ontvanger, het bedrijf en de afdeling in. [Notities] Voer desgewenst opmerkingen in. Faxnummer Voer een of meer faxnummers in. Typ desgewenst een afbreekstreepje tussen nummers.
3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] 4 Klik op [Groep toevoegen]. [Adresboek bewerken]. Als u opgeslagen bestemmingen wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u een bestemming bij [Adresboek] en klikt u op [Bewerken] of [Verwijderen]. 5 Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK]. [Groepsnaam] Voer een groepsnaam in zoals "Verkoopafdeling 1".
Selecteer het type bestemmingen dat u wilt weergeven bij [Beschikbare bestemmingen], waaruit u de bestemmingen kunt selecteren die u voor groepskiezen wilt opslaan. [Persoon] afzonderlijke bestemmingen weergeven. [Groeperen] groepsbestemmingen weergeven. [Alle] Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen. [Beschikbare bestemmingen] Selecteer de bestemmingen die u wilt opslaan voor groepskiezen en klik op [Toevoegen].
0W59-03W Opgeslagen bestemmingen gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opvraagt die in het adresboek zijn opgeslagen. Bestemmingen opslaan U kunt het adresboek niet gebruiken als u geen toegang hebt tot de map waarin het adresboek is opgeslagen. Meld u aan als De locatie voor het opslaan een gebruiker met toegang tot de map of kies een andere opslaglocatie voor het adresboek. van adresboekgegevens wijzigen 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
Met [Adreslijst] kunt u naar bestemmingen zoeken. Wanneer u op [Adresboek bewerken] klikt, kunt u het adresboek bewerken.
0W59-03X Adresboekgegevens importeren en exporteren via het faxstuurprogramma U kunt adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op de machine, zoals uit Microsoft Excel. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's. De machine ondersteunt twee bestandsindelingen: CSV-bestanden (*.csv) en Canon Address Book-bestanden (*.abk).
5 Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Openen]. In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt. De bestemmingen die uit het bestand worden geïmporteerd, kunt u nu kiezen in [Adresboek]. Adresboekgegevens exporteren 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het faxstuurprogramma voor uw apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] 4 Klik op [Exporteren]. [Adresboek bewerken]. Als u de [Beveiligen met een wachtwoord bij export van de adreslijst] hebt geselecteerd in het dialoogvenster dat verschijnt als u op het tabblad [Speciaal] op [Beveiligingsinstellingen] klikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van een wachtwoord als u op [Exporteren] klikt. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma.
De gegevens in het adresboek worden naar de opgegeven locatie geëxporteerd. De locatie voor het opslaan van adresboekgegevens wijzigen 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het faxstuurprogramma voor uw apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken]. 3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] 4 Klik op [Map opgeven]. [Adresboek bewerken].
5 Geef de locatie op voor het opslaan van de adresboekgegevens en klik op [OK]. Sla de adresboekgegevens op in een map waarvoor u schrijfbevoegdheden hebt, zoals de map [Mijn documenten]. 6 Als u een adresboek wilt maken, klikt u op [Nieuw]. Als u het bestaande adresboek naar de opgegeven map wilt kopiëren, klikt u op [Kopiëren]. Het adresboek wordt gemaakt of gekopieerd. Als de map uit stap 4 al een adresboek bevat, wordt het volgende bericht weergegeven.
0W59-03Y Internet Fax (I-Fax) gebruiken De functie Internet Fax (I-Fax) biedt u de mogelijkheid faxen te verzenden en te ontvangen over internet. De oorspronkelijke te faxen documenten worden als TIFF- beeldbestanden aan e-mailberichten gehecht. Omdat er geen telefoonverbinding wordt gebruikt, kunt u faxberichten versturen naar verre bestemmingen en documenten van vele pagina's versturen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de kosten van de communicatie.
0W59-040 I-Faxen verzenden Als u een fax wilt versturen naar een computer of een ander toestel dat geschikt is voor I-Fax, geeft u niet een faxnummer op als de bestemming, maar een e-mailadres. Verstuurt u een I-Fax naar een computer, dan wordt deze verstuurt als een e-mail-attachment in TIFF-formaat. En op dezelfde wijze als u een e-mailbericht verstuurd naar een computer, kunt u meerdere bestemmingen en ook Cc- en Bcc-bestemmingen opgeven. 1 Plaats één of meer documenten.
6 Geef de gewenste scaninstellingen op. Tik op de menuoptie die u wilt instellen.
3 Voer het onderwerp in met de numerieke toetsen en tik op . Tik op om de gewenste invoermodus te selecteren. 4 Tik op . 5 Voer de tekst van het bericht in met de numerieke toetsen en tik op . Tik op om de gewenste invoermodus te selecteren. 6 Tik op . Het antwoordadres opgeven 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op een antwoordadres uit het Adresboek.
8 Druk op (Zwart-wit) om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Wanneer het SMTP-authenticatiescherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in en tik vervolgens op . Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op . Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst De I-fax worden verzonden wanneer het scannen is voltooid.
4 5 Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK]. E-mail wordt gewist uit de postbus. Wanneer de postbus is leeggemaakt Wanneer u eenmaal op [OK] hebt geklikt in het berichtenvenster, wordt alle e-mail in de postbus van de server gewist. Als het apparaat niet een speciale e-mailaccount heeft, kunt u het beste controleren of er e-mailberichten in de postbus bewaard moeten blijven.
0W59-041 I-Faxen ontvangen Wanneer een I-Fax binnenkomt Wanneer een I-Fax binnenkomt, knippert het lampje [Verwerken/gegevens] op het bedieningspaneel. Wanneer een I-Fax volledig is ontvangen, wordt het document automatisch afgedrukt gaat het lampje uit.
0W59-042 De machine als printer gebruiken Er zijn tal van manieren om het apparaat als printer te gebruiken. U kunt documenten op uw computer afdrukken met behulp van het printerstuurprogramma of afbeeldingsbestanden afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat. Maak afhankelijk van uw wensen volledig gebruik van de afdrukfuncties. Afdrukken vanaf een computer Een document dat u op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma.
0W59-043 Afdrukken vanaf een computer Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van de machine pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het printerstuurprogramma op uw computer.
㻝㻥㻞㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-044 Een document afdrukken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma. Ga pas afdrukken nadat u het formaat en het type papier hebt opgegeven dat is geladen in de papierbron. Papier plaatsen Het type en formaat papier opgeven Controleer dat het papierformaat en de papiersoort die zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma, overeenkomen met het formaat en de soort die zijn geplaatst.
[Uitvoerformaat] Selecteer het formaat van het papier waarop het document zal worden afgedrukt. Als het geselecteerde formaat verschilt van het formaat dat is opgegeven in [Paginaformaat], wordt het document automatisch vergroot/verkleind afgedrukt op het Vergroten of verkleinen geselecteerde formaat. Klikbare UI Op de voorbeeldafbeelding kunt u gemakkelijk, op intuïtieve wijze, instellingen zoals de paginalay-out en inbindpositie opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma.
7 Klik op [Afdrukken] of op [OK]. Het afdrukken wordt gestart. In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op [Annuleren] als het bovenstaande scherm wordt weergegeven. Nadat het scherm Afdrukken verdwijnt of als het scherm niet wordt weergegeven, kunt u het afdrukken op andere manieren annuleren.
0W59-045 Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van de machine. Vanaf een computer Vanaf het bedieningspaneel Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad. 1 Dubbelklik op het printerpictogram.
Vanaf het bedieningspaneel Annuleer het afdrukken met Druk op of . om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer u op hebt gedrukt Tik op het document dat u wilt annuleren. Kijk wat de status van de afdruktaak is, voordat u annuleert /afdrukopdracht> Selecteer het document op het scherm
0W59-046 Afdrukstatus en logboeken controleren U kunt de actuele afdrukstatus en de logboeken voor afgedrukte documenten controleren. Handig in de volgende situaties Als het erg lang duurt voordat uw documenten worden afgedrukt, kunt u de wachtrij bekijken met de documenten die nog niet zijn afgedrukt. Als u de afdrukken niet kunt vinden die nu toch echt klaar hadden moeten zijn, kunt u controleren of er een fout is opgetreden. 1 2 3 Druk op . Tik op .
Hier ziet u een lijst met de documenten die zijn afgedrukt. geeft aan dat een document zonder problemen is afgedrukt, en betekent dat een document niet is afgedrukt omdat de bewerking is geannuleerd of omdat er een fout is opgetreden. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. De weergegeven documentnaam of gebruikersnaam komt mogelijk niet overeen met de werkelijke document- of gebruikersnaam.
0W59-047 Verschillende afdrukinstellingen Er zijn verschillende afdrukinstellingen die u kunt kiezen, zoals vergroot/verkleind afdrukken en dubbelzijdig afdrukken.
0W59-048 Vergroten of verkleinen U kunt afdrukken vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage voor afdrukken te selecteren, zoals A5 naar A4. U kunt ook zelf een aangepast zoompercentage kiezen, dat u kunt verhogen of verlagen in stappen van 1%.
De instellingen voor vergroten/verkleinen in bepaalde programma's hebben prioriteit boven de desbetreffende instellingen in het printerstuurprogramma.
0W59-049 Schakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken Als u werkt met de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw, kunt u enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardinstelling is [Dubbelzijdig afdrukken]. Pas de instelling desgewenst aan. Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar.
KOPPELINGEN Een document afdrukken Meerdere pagina's op één vel afdrukken Boekje afdrukken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) 㻞㻜㻠㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-04A Afdrukken sorteren per pagina Als u afdrukken wilt maken van documenten met meerdere pagina's, selecteert u [Sorteren] om complete sets op volgorde af te drukken. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties. tabblad [Algemene instellingen] selecteer [Sorteren] of [Groeperen] bij [Sorteren/groeperen] [OK] [Sorteren/groeperen] Geef de sorteermethode van de afdrukken op wanneer u documenten met meerdere pagina's afdrukt.
0W59-04C Meerdere pagina's op één vel afdrukken U kunt meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Zo kunt u vier of negen pagina's afdrukken op één vel door [4 op 1] of [9 op 1] te gebruiken. Gebruik deze functie als u papier wilt besparen of een document wilt bekijken als miniaturen. U kunt nog meer papier besparen door deze instelling te combineren met dubbelzijdig afdrukken.
0W59-04E Posters afdrukken U kunt één pagina van een document verspreid over meerdere pagina's afdrukken. Als u een document met één pagina van het formaat A4 bijvoorbeeld negen keer zo groot maakt, hebt u een poster van 3x3 vellen A4-formaat nadat u het document hebt afgedrukt en de vellen aan elkaar hebt geplakt.
0W59-04F Boekje afdrukken U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van één vel papier afdrukken en dan de bedrukte pagina's dubbelvouwen om een boekje te maken. Het printerstuurprogramma regelt de afdrukvolgorde, zodat de paginanummers kloppen. Boekje afdrukken is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar. Het papier dat beschikbaar is voor Papier. dubbelzijdig afdrukken, is ook beschikbaar voor boekje afdrukken.
boekje].
0W59-04H Randen afdrukken U kunt randen, zoals stippellijnen of dubbele ononderbroken lijnen, toevoegen aan de marges van afdrukken. tabblad [Pagina-instelling] klik op [Pagina opties] selecteer het type rand bij [Kader] [Kader] Selecteer hier het type rand. Voorbeeld Hier ziet u een voorbeeld met de geselecteerde rand.
0W59-04J Datums en paginanummers afdrukken U kunt de informatie zoals datums of paginanummers afdrukken. Daarnaast kunt u aangeven waar in het document u deze informatie wilt afdrukken (linksboven, rechtsonder, enzovoort). Tabblad [Pagina-instelling] het paginanummer [OK] klik op [Pagina opties] [OK] selecteer de afdrukpositie van de afdrukdatum, de gebruikersnaam of [Afdrukdatum] Geef de positie aan voor het afdrukken van de afdrukdatum.
0W59-04K Afdrukken met watermerk U kunt een watermerk zoals "KOPIE" of "VERTROUWELIJK" afdrukken over het document. U kunt nieuwe watermerken maken of vooraf geregistreerde watermerken gebruiken. Tabblad [Pagina-instelling] [OK] schakel het selectievakje [Watermerk] in selecteer een watermerk in [Watermerknaam] [Watermerk]/[Watermerknaam] Schakel het selectievakje [Watermerk] in om de beschikbare watermerken weer te geven in de vervolgkeuzelijst [Watermerknaam]. Selecteer een watermerk in de lijst.
KOPPELINGEN Een document afdrukken Randen afdrukken Datums en paginanummers afdrukken 㻞㻝㻟㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-04L Kleurenmodus instellen U kunt een kleurenmodus selecteren (kleur of zwart-wit). Als een document pagina's bevat in zowel kleur als zwart-wit, kiest u de instelling Auto (Kleur/Z-W) om kleurenpagina's automatisch in kleur af te drukken en zwart-witpagina's automatisch in zwart-wit. tabblad [Algemene instellingen] selecteer de kleurenmodus bij [Kleurenmodus] [OK] [Kleurenmodus] Selecteer [Zwart-wit] of [Kleur].
Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma.
0W59-04R Bepaalde pagina's afdrukken op ander papier U kunt bepaalde pagina's van een document afdrukken, zoals wanneer u het voorblad van een boekje afdrukt op gekleurd papier. Plaats in dit geval het gekleurde papier voor het voorblad in de sleuf voor handmatige invoer, plaats normaal papier voor de middenpagina's in de papierlade en geef vervolgens de papierinstellingen op in het printerstuurprogramma.
0W59-04S Documenttype selecteren U kunt het type document opgeven om zo een optimale beeldkwaliteit te garanderen. Er zijn verschillende instellingen voor fotodocumenten, documenten met grafieken en tabellen, en documenten met CADtekeningen met zeer dunne lijntjes. tabblad [Kwaliteit] selecteer het type document bij [Doel] [OK] [Doel] Selecteer een optie die het best past bij het type document of het doel van de afdruk.
0W59-04U Toner besparen U kunt in het printerstuurprogramma instellen dat documenten met minder toner worden afgedrukt. Als de tonerspaarstand is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
0W59-04W Meerdere documenten combineren en afdrukken Met behulp van Canon PageComposer kunt u meerdere documenten samenvoegen tot één afdruktaak en de taak afdrukken met de opgegeven afdrukinstellingen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld documenten combineren die met verschillende programma's zijn gemaakt en alle pagina's op hetzelfde papierformaat afdrukken. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen.
5 Herhaal stappen 1 - 4 voor de documenten die u wilt combineren. De documenten worden toegevoegd aan Canon PageComposer. 6 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de documenten die u wilt combineren en klik op . U selecteert meerdere documenten door op de documenten te klikken terwijl u de toets [SHIFT] of [CTRL] ingedrukt houdt. 7 Wijzig de instellingen desgewenst en klik op [Combineren]. De documenten die zijn geselecteerd in stap 6 worden gecombineerd.
Klik voor meer informatie op [Help] in Canon PageComposer. [Details] Hiermee geeft u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma weer. Er zijn minder instellingen beschikbaar dan bij gewoon afdrukken. 8 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de gecombineerde afdruktaak die u wilt afdrukken en klik op Het afdrukken wordt gestart. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor instructies voor het annuleren van het afdrukken. KOPPELINGEN Een document afdrukken 㻞㻞㻝㻌㻛㻌㻣㻠㻜 .
0W59-04X Printerinstellingen configureren op het apparaat Wanneer u een document afdrukt vanaf een computer, kunt u verschillende afdrukinstellingen opgeven in het programma waarmee u het document hebt gemaakt of in het printerstuurprogramma. Denk hierbij aan instellingen zoals het aantal exemplaren en de kleurenmodus. De hieronder beschreven instelling kan echter alleen op het apparaat worden opgegeven.
0W59-04Y Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt nadat op het bedieningspaneel van het apparaat de juiste pincode is ingevoerd. Deze functie wordt Beveiligd afdrukken genoemd en het document dat u beveiligt met een pincode wordt een beveiligd document genoemd.
0W59-050 Instellingen configureren voor beveiligd afdrukken Zorg ervoor dat Beveiligd afdrukken is ingeschakeld in het printerstuurprogramma. Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount. 1 2 3 Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
0W59-051 Documenten beveiligd afdrukken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken.
4 Geef de afdrukinstellingen op en klik op [OK]. Klik op de tabbladen [Algemene instellingen], [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] of [Kwaliteit] om indien nodig de Verschillende afdrukinstellingen gewenste afdrukinstellingen op elk scherm op te geven. 5 Klik op [Afdrukken] of op [OK]. Nadat het beveiligde document naar het apparaat is verzonden, blijft het document in het geheugen wachten om te worden afgedrukt.
Beveiligde documenten afdrukken Als u een beveiligd document naar het apparaat hebt verstuurd, moet u het document binnen 30 minuten afdrukken. Als die tijd is verstreken, wordt het document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het document niet meer afdrukken. Als beveiligde documenten niet worden afgedrukt, nemen ze geheugenruimte in beslag en bestaat de kans dat gewone (onbeveiligde) documenten niet kunnen worden afgedrukt.
1 2 Druk op en tik op
0W59-052 De gewenste afdrukinstellingen configureren U kunt combinaties van instellingen opslaan als "Profielen" om te voldoen aan uw diverse afdrukbehoeften. U kunt de instellingen die u vaak gebruikt ook opslaan als de standaardinstelling. Zodra de standaardinstelling is ingesteld, worden de opgeslagen instellingen automatisch weergegeven op het scherm van het printerstuurprogramma en kunt u de handelingen overslaan om de afdrukinstellingen op te geven en kunt u onmiddellijk afdrukken.
0W59-053 Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan Als u bij elke afdruktaak instellingen moet opgeven om bijvoorbeeld "enkelzijdig af te drukken op A4-papier in de afdrukstand Liggend", kan dit nogal tijdrovend en vervelend worden. Als u deze veelgebruikte combinaties van afdrukinstellingen echter opslaat als een "profiel", kunt u de gewenste afdrukinstellingen eenvoudig opgeven door het bijbehorende profiel te laden.
De instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen U kunt de instellingen van een profiel wijzigen. Desgewenst kunt u de gewijzigde instellingen opslaan als een ander profiel.
0W59-054 De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven als u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma opent. U kunt deze instellingen echter wijzigen. Als u bijvoorbeeld alle documenten, dus ook documenten in kleur, in zwart-wit wilt afdrukken, kunt u de standaardinstelling voor de kleurenmodus wijzigen in [Zwart-wit].
0W59-055 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenapparaten) U kunt afbeeldingsbestanden die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat afdrukken door het USB-geheugenapparaat rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten. Als u deze functie gebruikt, kunt u afdrukken zonder een computer te gebruiken. Ondersteunde bestandsindelingen U kunt de volgende soorten afbeeldingsbestanden afdrukken. JPEG (DCF/Exif 2.
schokken van het USB-apparaat of de machine. U mag het apparaat niet uitschakelen als er een bewerking wordt uitgevoerd. 2 Druk op 3 Tik op . en tik op . Index afdrukken U kunt miniaturen afdrukken van de afbeeldingsbestanden (alleen JPEG) die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. Als u de afbeeldingen wilt afdrukken als miniaturen, selecteert u in het scherm en gaat u verder met de volgende stap.
Als u een bestand had geselecteerd voordat u op tikte, kunt u alleen bestanden met dezelfde indeling selecteren. Voorbeelden weergeven U kunt de weergavemethode wijzigen van (voor bestandsnamen en wijzigingsdatums) in (voor voorbeelden). Als u een voorbeeld van afbeeldingen weergeeft, kunt u de inhoud van bestanden controleren voordat u een bestand gaat afdrukken. Er worden geen voorbeelden weergegeven voor PDF-bestanden.
De sorteervolgorde van bestanden wijzigen U kunt de sorteervolgorde wijzigen van de bestanden op een USB-geheugenapparaat. U kunt een instelling voor het sorteren opgeven, zoals of opgeven als de Standaardinstellingen bestandssortering standaardinstelling voor de sorteervolgorde van bestanden. 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op de criteria voor het sorteren van bestanden.
Geef het aantal kopieën op van 1 tot 99. Tik op . / of voer met de numerieke toetsen een hoeveelheid in en tik op Selecteer het papier waarop u wilt afdrukken. is niet beschikbaar voor het afdrukken van TIFF-bestanden. U kunt twee of vier afbeeldingen op één vel papier afdrukken. Selecteer <2 op 1> of <4 op 1>. <2 op 1> Kies deze optie om twee documenten op één vel af te drukken.
Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze verticaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden. <2-zijdig> is mogelijk niet voor alle formaten of soorten papier beschikbaar. Papier Geef de standaardinstellingen op van de functie USB Afdrukken voor JPEG- en TIFF-bestanden. U kunt de wijzigingsdatum van het bestand onder elke afbeelding afdrukken. Tik op .
U kunt de helderheid van afdrukken aanpassen. Tik op . / wanneer u de helderheid wilt aanpassen en tik op <-> Hiermee worden documenten donkerder afgedrukt. <+> Hiermee worden documenten lichter afgedrukt. U kunt de helderheid van TIFF-bestanden alleen aanpassen als deze via JPEG zijn gecomprimeerd.
Deze instelling vergroot of verkleint het originele document zodanig dat het in het afdrukvlak van het papierformaat past. Met deze instelling kunt u opgeven of het afdrukvlak op het papier moet worden vergroot. Het gebied tot 4 mm vanaf de boven-, onder-, linker- en rechterrand van het papier kan niet worden bedrukt. Het afdrukvlak wordt vergroot naar de boven-, onder-, linker- en rechterrand van het papier.
geselecteerd in het CMYK Simulatieprofiel. Zie CMYK-simulatieprofielvoor de beschrijving van de instelling. Met deze instelling kunt u definiëren hoe apparaatafhankelijke grijstintgegevens worden verwerkt. Zie Grijswaardenprofiel gebruikenvoor de beschrijving van de instelling. Met deze instelling kunt u het profiel definiërende dat geschikt is voor de gegevens die u gaat afdrukken.
1 2 Druk op 3 Tik op . 4 Tik op . . Wacht totdat het bericht wordt weergegeven. 5 Verwijder het USB-geheugenapparaat.
0W59-056 De standaardinstellingen voor afdrukken wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u gaat afdrukken.
0W59-057 De machine als scanner gebruiken U kunt originele documenten scannen door het bedieningspaneel van het apparaat of een programma op een computer te gebruiken. Welke manier u ook gebruikt, de gescande documenten worden geconverteerd naar elektronische bestandsindelingen zoals PDFbestanden. Gebruik de scanfunctie om omvangrijke papieren documenten te converteren naar bestanden zodat u deze gemakkelijk kunt ordenen.
0W59-058 Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden Zorg ervoor dat het apparaat en uw computer met elkaar verbonden zijn en dat alle software is geïnstalleerd. Wilt u verbinding maken via een draadloos of bekabeld LAN, dan moet u dit apparaat registreren in MF Network Scanner Selector. Registreer het apparaat volgens onderstaande procedure. Deze procedure is niet vereist als het apparaat op uw computer is aangesloten via USB.
0W59-059 Scannen vanaf het apparaat De volgorde van het scannen van een document en het opslaan op een computer kan alleen worden uitgevoerd wanneer vanaf het apparaat wordt gescand. Voer de scan uit terwijl u opgeeft op welke computer de documenten worden opgeslagen, geef op of de documenten in kleur of in zwart-wit worden gescand, of de documenten worden opgeslagen als PDF- of JPEG-bestanden en geef de overige instellingen op. 1 Plaats één of meer documenten.
Zwart-wit *1 300 dpi Kleur 300 dpi JPEG/Exif Kleur 300 dpi JPEG/Exif witscan> compressieniveau *1 Documenten worden alleen in zwart en wit gescand, dus zonder tussenliggende grijstinten. *2 Een PDF-indeling waarbij de tekens op het document als tekstgegevens worden gescand en waarbij naar de tekst kan worden gezocht met behulp van een computer. Instellingen wijzigen U kunt instellingen wijzigen vanuit MF Scan Utility.
Gemakkelijker scannen vanaf het apparaat Altijd met dezelfde instellingen scannen: De standaardinstellingen wijzigen Combinaties van scaninstellingen registreren en weergeven wanneer dat nodig is: Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-mail/I-fax/Gedeelde map/FTP-server) Andere nuttige scanfuncties U kunt gescande documenten opslaan op een USB-geheugenapparaat of ze als bijlagen van een e-mailbericht of een I-fax te versturen.
0W59-05A Scannen vanaf een computer Er zijn twee manieren om te scannen vanaf een computer: met behulp van MF Scan Utility en met behulp van een toepassing voor beeldbewerking of tekstverwerking. Wanneer u het apparaat met een USB-verbinding gebruikt, sluit dan de slaapstand af voordat u gaat scannen. slaapstand instellen De Scannen met de MF Scan Utility MF Scan Utility is een toepassing die bij het apparaat wordt geleverd en waarmee u documenten of beelden kunt scannen naar een computer.
0W59-05C Scannen vanuit een programma U kunt documenten scannen vanuit applicaties zoals software voor beeldverwerking of tekstverwerking. De gescande afbeelding wordt rechtstreeks in het programma geladen waardoor u de afbeelding onmiddellijk kunt bewerken of verwerken. De volgende procedure verschilt afhankelijk van het programma. Het programma moet compatibel zijn met TWAIN of WIA * . Raadpleeg voor meer informatie de Help van uw programma.
0W59-05E Scaninstellingen configureren in ScanGear MF ScanGear MF is een scannerstuurprogramma dat bij het apparaat wordt geleverd. U kunt ScanGear MF als volgt gebruiken. Beginnen vanuit MF Scan Utility Wanneer u scant vanuit MF Scan Utility, kunt u ScanGear MF oproepen en geavanceerde scan-instellingen configureren. Klik op [ScanGear] in MF Scan Utility en start ScanGear MF. Zie voor meer informatie [Instructies] in MF Scan Utility.
0W59-05F Scaninstellingen configureren in de eenvoudige modus Eenvoudige modus is een verzameling van basisscaninstellingen in ScanGear MF die zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening. Dit betekent dat Eenvoudige modus een gecomprimeerde versie is van ScanGear MF. Configureer instellingen in de volgorde die is tot en met op het scherm en klik op [Scannen]. Hierdoor kunt u de basisinstellingen configureren en het scannen opgegeven van starten.
Als u het document in de documentinvoer hebt geplaatst [Doc. (kleur/invoerlade)] Het document wordt gescand als een kleurenafbeelding. [Doc. (grijswrden/invoerlade)] Het document wordt gescand als een afbeelding met grijswaarden. [Doel selecteren] Selecteer een instelling op basis van het beoogde gebruik van de gescande afbeelding. [Afdrukken (300 dpi)] Selecteer deze optie als u de gescande afbeelding afdrukt.
0W59-05H Scaninstellingen configureren in de geavanceerde modus Als u op het tabblad [Geavanceerde modus] op het ScanGear MF-scherm klikt, kunt u meer geavanceerde aanpassingen in de beeldkwaliteit maken dan mogelijk is in de Eenvoudige modus. U kunt aangepaste instellingen ook opslaan als favoriete instellingen. Klik naast het onderwerp voor meer details.
(De afbeelding verplaatsen) Sleept de afbeelding om het zichtbare gedeelte van de afbeelding te verplaatsen wanneer een voorbeeld wordt vergroot. (Zoomen) Vergroot de volledige voorbeeldafbeelding. Klik met de linkermuisknop om in te zoomen. Klik met de rechtermuisknop op de vergrote afbeelding om uit te zoomen. Als u een gedeelte van de afbeelding wilt vergroten om details te bekijken, gebruikt u [Zoomen] ( ).
kunt ook [Inbindlocatie] instellen als u dubbelzijdige documenten in de documentinvoer plaatst. [Kleurenmodus] Selecteer het type afbeelding om documenten te scannen. [Zwart-wit] Het document wordt gescand als een zwart-wit afbeelding (alleen in zwart en wit, dus zonder tussenliggende grijstinten). U kunt de drempel die tekst scheidt in het document wijzigen of de afbeelding wijzigen naar zwart-wit met [Drempel] ( Helderheid en kleur aanpassen).
Selecteer [Aanpasbaar] om het uitvoerformaat en de verhouding tussen de breedte en de hoogte te wijzigen. Sleep het gebied dat u wilt scannen op de voorbeeldafbeelding of voer waarden voor de breedte en de hoogte in. Als u het vergrotingspercentage opgeeft in het [%]-invoerveld aan de rechterkant van de invoervelden voor de breedte en de hoogte, wordt het document vergroot of verkleind voor het scannen.
Configureer kleurinstellingen zoals helderheid, contrast en kleur. De weergegeven items zijn afhankelijk van de instellingen die zijn geselecteerd bij [Kleurenmodus] ( Instellingen opgeven voor documenten en kleurenmodus). Als [Tekstverbetering] is geselecteerd, kunt u deze instellingen niet configureren. (Helderheid/contrast) Past de helderheid en het contrast (het verschil tussen de lichte en donkere delen) van de afbeelding aan.
(Pipet voor grijsbalans) Klik op een deel van de voorbeeldafbeelding (of het bijsnijdkader) dat u wilt renderen als een achromatische kleur (zwart, grijs of wit) die geen kleurdiepte heeft. De kleurtint op de rest van de afbeelding wordt aangepast en daarbij is het deel waarop is geklikt, het gemiddelde. Als de sneeuw op een foto bijvoorbeeld een blauwe zweem heeft, klikt u op dit deel omdat u dit deel voornamelijk als wit wilt renderen.
Instellingen opslaan of oproepen Roep opgeslagen helderheids- of kleurinstellingen op voor tot en . Veelgebruikte instellingen opslaan Overige instellingen opgeven Klik op [Voorkeuren] om verschillende instellingen te configureren, zoals de bediening tijdens het scannen. Het tabblad [Voorbeeld] Configureer de bewerkingen voor het voorbeeld en automatisch bijsnijden. [Voorbeeld bij starten van ScanGear] Selecteer de voorbeeldbewerking wanneer u ScanGear MF start.
[Scannen zonder het ScanGear-venster te gebruiken] Wanneer u het document scant met behulp van OCR-software of een ander programma, wordt het ScanGear MFscherm mogelijk niet weergegeven. In dit geval wordt het document gescand met de instelling van het programma dat wordt toegepast. Als het programma echter niet over de volgende instellingen beschikt, kunt u deze hier inschakelen, zodat deze instellingen worden toegepast voor het scannen.
[Map voor tijdelijke bestanden] Klik op [Bladeren] om de map voor het tijdelijk opslaan van een afbeelding, te wijzigen. [Geluidsinstellingen] U kunt aangeven welke muziek of geluiden het apparaat moet afspelen tijdens het scannen of wanneer het scannen is voltooid. Klik op [Bladeren] om een bestand dat moet worden afgespeeld, op te geven. De volgende bestandsindelingen (extensies) worden ondersteund: MIDI-bestanden (.mid/.rmi/.midi) Audiobestanden (.wav/.aif/.aiff) MP3-bestanden (.
3 Selecteer [Toevoegen/verwijderen] in [Voorkeursinstellingen]. Het scherm [Favoriete instellingen toevoegen/verwijderen] wordt weergegeven. [Toevoegen/verwijderen] is beschikbaar wanneer de voorbeeldafbeelding wordt weergegeven. 4 Voer een naam in in [Naam instelling] en klik op [Toevoegen] [Opslaan]. Voer een naam in voor de instellingen die moeten worden opgeslagen. Gebruik een naam die gemakkelijk te vinden is in de vervolgkeuzelijst.
1 2 Plaats één of meer documenten en klik op [Voorbeeld]. Pas de helderheid of de kleur aan. Helderheid en kleur aanpassen Selecteer indien nodig de instellingen die u wilt opslaan. 3 Selecteer [Toevoegen/verwijderen] in de vervolgkeuzelijst. Het scherm [Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen] of [Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen] wordt weergegeven. 4 Voer een naam in in [Naam instelling] en klik op [Toevoegen] [Opslaan].
0W59-05J Eenvoudig scannen met een apparaatgebaseerde bewerking Het apparaat kan originele documenten converteren naar elektronische bestandsindelingen zoals PDF zonder een computer te gebruiken. Het digitaliseren van documenten heeft veel voordelen. U kunt kiezen tussen verschillende nuttige instellingen.
0W59-05K Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen Dit gedeelte beschrijft hoe u documenten kunt scannen en deze rechtstreeks opslaan op een USB-geheugenapparaat dat op het apparaat is aangesloten. U kunt de gescande documenten opslaan als JPEG-afbeeldingen en PDF-bestanden of in andere digitale bestandsformaten. Ondersteunde USB-geheugenapparaten U kunt USB-geheugenapparaten met de volgende bestandssystemen gebruiken.
5 Geef de gewenste scaninstellingen op. Selecteer de instellingen. 6 Druk op Gedetailleerde instellingen opgeven . Het scannen wordt gestart. Tik, als u het scannen wilt annuleren, op . Wanneer u in stap 2 documenten in de documentinvoer plaatst Als het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens opgeslagen op het USB-geheugenapparaat.
4 Tik op . Wacht totdat het bericht wordt weergegeven. 5 Verwijder het USB-geheugenapparaat.
0W59-05L Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten U kunt meerdere bestemmingen opgeven, waaronder Cc- of Bcc-bestemmingen, net als bij het versturen van e-mails met een emailprogramma. 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op Documenten plaatsen en tik op . Wanneer het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord . Inloggen op Geautoriseerd Verzenden. in.
6 Geef de gewenste scaninstellingen op. Tik op de instellingen. Gedetailleerde instellingen opgeven De bestandsnaam van een gescand document wordt automatisch toegewezen op basis van de volgende indeling: nummer voor communicatiebeheer (vier cijfers)_datum en tijdstip van verzenden_documentnummer (drie cijfers).bestandsextensie. Voorbeeld van bestandsnamen: Als een document van één pagina wordt geconverteerd tot een PDF-bestand en verzonden op 17 oktober 2015 om 19:00:05 uur. 0045_151017190005_001.
4 Tik op . 5 Voer de tekst van het bericht in met de numerieke toetsen en tik op . Tik op om de gewenste invoermodus te selecteren. 6 Tik op . Het antwoordadres opgeven 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op een antwoordadres uit het Adresboek. Zie Opgeven vanuit het adresboek voor informatie over het werken met het adresboek.
8 1 Tik op . 2 Selecteer een prioriteitsniveau. Druk op om het verzenden te starten. Het scannen wordt gestart. Wanneer het SMTP-authenticatiescherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in en tik vervolgens op . Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op . Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst De e-mail wordt verzonden zodra het scannen is voltooid.
3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Wissen] in [Postbus wissen]. 5 Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK]. [E-mail-/I-faxinstellingen]. E-mail wordt gewist uit de postbus. Wanneer de postbus is leeggemaakt Wanneer u eenmaal op [OK] hebt geklikt in het berichtenvenster, wordt alle e-mail in de postbus van de server gewist. Als het apparaat niet een speciale e-mailaccount heeft, kunt u het beste controleren of er e-mailberichten in de postbus bewaard moeten blijven.
Als u altijd dezelfde scaninstellingen wilt gebruiken: De standaardinstellingen wijzigen Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: (E-mail/I-fax/Gedeelde map/FTP-server) Als u de naam van de afzender van de e-mail wilt opgeven: Veelgebruikte scaninstellingen registreren Registreer apparaatnaam (e-mail/I-fax) KOPPELINGEN Het verzenden van documenten annuleren (E-mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server) Het logboek voor verzonden documenten controleren (E-mail/I-Fax/Gedeelde m
0W59-05R Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map/op een FTP-server Alleen bestemmingen in het adresboek kunnen worden gebruikt voor scannen naar gedeelde mappen. Als er geen bestemmingen zijn opgeslagen in het adresboek, moet u dat doen voordat u documenten kunt gaan scannen naar gedeelde mappen. Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Adresboek wijzigen via de UI op afstand 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op Documenten plaatsen en tik op .
De eerste naam van een gescand document wordt automatisch toegewezen op basis van de volgende indeling: nummer voor communicatiebeheer (vier cijfers)_datum en tijdstip van verzenden_documentnummer (drie cijfers).bestandsnaamextensie. Voorbeeld van bestandsnamen: Als een document van één pagina wordt geconverteerd tot een PDF-bestand en verzonden op 17 oktober 2015 om 19:00:05 uur. 0045_151010191005_001.pdf U kunt niet zelf bestandsnamen opgeven. 6 Druk op om het scannen te starten.
0W59-05S Het verzenden van documenten annuleren (E-mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server) Als u het verzenden van documenten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u drukt op , tik dan op op de display of druk . U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de status van de verzending.
KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten I-Faxen verzenden Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map/op een FTP-server 㻞㻣㻤㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-05U Gedetailleerde instellingen opgeven In dit gedeelte worden de instellingen beschreven die u kunt kiezen als u documenten gaat scannen. Deze instellingen bevatten het opgeven van de bestandsindeling waarnaar documenten worden geconverteerd, het aanpassen van de dichtheid om de weergave van gescande documenten te verbeteren en ook de basisinstellingen zoals het opgeven van de afdrukstand of het scanformaat.
0W59-05W Een scanformaat opgeven U kunt het scanformaat van documenten opgeven. Tik op of // wanneer u bestemmingen wilt opgeven.
0W59-05X Een bestandsindeling selecteren U kunt selecteren in welk bestandformaat documenten worden gescand. Kies uit PDF/JPEG/TIFF. Met PDF kunt u kiezen uit Compact PDF met een kleiner gegevensomvang of uit OCR (optical character recognition) PDF, dat het mogelijk maakt tekst te doorzoeken. Met kunt u uw PDF-beveiliging verbeteren.
Genereer een PDF-bestand dat geschikt is voor Adobe Acrobat/Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader 9.0 of later. Genereer een PDF-bestand dat geschikt is voor Adobe Acrobat/Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader 10 of later. Slechts ofwel
De beeldkwaliteit verbetert, maar het compressieniveau vermindert en de gegevensgrootte is groot.
0W59-05Y Dichtheid aanpassen U kunt de dichtheid van de scan aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. Tik op of // wanneer u bestemmingen wilt opgeven. Adjust the density <-> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid.
0W59-060 De afdrukstand van het document opgeven U kunt de afdrukstand instellen op Staand of Liggend. Tik op of / wanneer u bestemmingen wilt opgeven. origineel> Selecteer het documenttype Selecteer deze optie voor documenten met de afdrukstand Staand. Selecteer deze optie voor documenten met de afdrukstand Liggend.
0W59-061 Documenttype selecteren U kunt de beeldkwaliteit voor de scan selecteren op basis van het documenttype, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. Tik op of // wanneer u bestemmingen wilt opgeven. origineel> Selecteer het documenttype Selecteer deze optie als u documenten gaat scannen die alleen tekst bevatten.
0W59-062 Dubbelzijdige documenten scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van documenten in de invoer. Het apparaat kan de beide zijden van documenten niet automatisch scannen wanneer u de documenten op de glasplaat legt. Tik op of // wanneer u bestemmingen wilt opgeven.
0W59-063 Scherpte aanpassen U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen voordat u deze verzendt. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Tik op of // wanneer u bestemmingen wilt opgeven. Pas de scherpte <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is.
0W59-064 De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen De gescande documenten worden geconverteerd naar de opgegeven bestandsindelingen. Op dat moment kunt u het compressieniveau van het bestand opgeven. Als u selecteert, wordt een hogere compressieverhouding gebruikt dan normaal en is het resultaat een kleiner bestand met een lagere beeldkwaliteit.
0W59-065 Gammawaarden instellen De gescande documenten worden geconverteerd naar de opgegeven bestandsindelingen. Op dat moment kunt u de gammawaarden opgeven die op de documenten moeten worden toegepast. U kunt de gammawaarde opgeven van de monitor die wordt gebruikt om de geconverteerde bestanden te bekijken, zodat de bestanden worden weergegeven met de helderheid van de originele documenten. Raadpleeg de handleiding van de monitor om de gammawaarde te bepalen.
0W59-066 Verzenden met geregistreerde bestemmingen (E-mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server) U kunt bestemmingen opgeven door deze in het adresboek te selecteren en door de numerieke toetsen te gebruiken. Als u het adresboek wilt gebruiken, moet u eerst bestemmingen opslaan in het adresboek. U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opgeven. Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook bestemmingen op de server opgeven.
0W59-067 Opgeven vanuit het adresboek U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen. U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. Registreren in het adresboek Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Adresboek wijzigen via de UI op afstand 1 Druk op en tik op .
tekens op het geselecteerde tabblad. > < Druk hierop om bestemmingen voor faxen weer te geven. Zie wilt opgeven via dit tabblad. Opgeven vanuit het adresboek (fax) als u bestemmingen > < Druk hierop om bestemmingen voor e-mails weer te geven. > < Toont bestemmingen voor I-Faxen. > < Toont bestemmingen voor gedeelde mappen/FTP-server. > < Druk hierop om bestemmingen weer te geven die zijn opgeslagen met de functie Groepskiezen.
te geven Voordat u selecteert in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de . bestemmingen die u hebt opgegeven.
0W59-068 Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren Als u de 3-cijferige code (code voor verkort kiezen) weet die aan de bestemming is toegewezen, kunt u de bestemming opgeven door die code direct op te geven. Als u verkort kiezen met code wilt gebruiken moet de bestemming van tevoren in het Adresboek zijn geregistreerd.
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . Als u bestemmingen hebt opgegeven in Groepskiezen in stap 2, wordt op het scherm weergegeven. Wanneer u dit item selecteert, worden gedetailleerde bestemmingen in Groepskiezen weergegeven. 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u selecteert in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de .
0W59-069 Eerder gebruikte bestemmingen opgeven U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken.
0W59-06A Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (E-mail/I-Fax) Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook bestemmingen opgeven die op die server zijn vastgelegd. Hiervoor opent u vanaf het apparaat het adresboek op een LDAP-server en zoekt u de bestemming. U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. 1 Druk op LDAP-servers registreren en tik op .
Door te tikken op kunt u overschakelen tussen de verschillende invoerstanden (behalve voor het zoeken op faxnummer). Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 4 en 5. 6 Tik op . 7 Geef de zoekmethode op. Er worden alleen bestemmingen gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 4 en 5.
2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven Voordat u selecteert in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de . bestemmingen die u hebt opgegeven.
0W59-06C De gewenste scaninstellingen configureren De standaardinstellingen zijn de instellingen die steeds worden weergegeven wanneer u het apparaat aanzet of wanneer u drukt op . Als u de scaninstellingen die u vaak gebruikt, registreert als standaardinstellingen, hoeft u niet steeds dezelfde instellingen op te geven wanneer u kopieën maakt.
0W59-06E De standaardinstellingen wijzigen De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u gaat scannen.
Instellingen Selecteer het item dat u wilt instellen en wijzig de standaardwaarde. Bestandsinstellingen
0W59-06F Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-mail/I-fax/Gedeelde map/FTPserver) U kunt tot wel 18 combinaties van scaninstellingen die u vaak gebruikt, registreren. Omdat u naar wens geregistreerde instellingen kunt weergeven, zijn er niet steeds ingewikkelde procedures nodig (bijv. het documenttype instellen, compacte PDF opgeven als bestandsformaat en het bestand naar alle interne personeel sturen).
6 Selecteer waar u de instellingen wilt registreren. 7 Controleer de details van de instellingen die u wilt registreren en tik op . Gedetailleerde instellingen opgeven Tik op een te registreren instelling als u de waarde ervan wilt wijzigen. U kunt de bestemming van de registratie een andere naam geven door te tikken op . 8 Tekst invoeren Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling.
U kunt bestemmingen niet meer wijzigen wanneer de instellingen zijn geregistreerd. Wis de instellingen, als u een bestemming wilt wijzigen, en registreer de instellingen opnieuw. Als u een bestemming hebt geregistreerd die u had opgegeven vanuit het Adresboek, en u wist vervolgens de bestemming uit het Adresboek, dan wordt de bestemming ook gewist uit de favoriete scaninstellingen.
0W59-06H Het logboek voor verzonden documenten controleren (E-mail/IFax/Gedeelde map/FTP-server) U kunt het logboek voor gescande documenten die direct vanuit het apparaat zijn verzonden, inzien als lijst. Wanneer is ingesteld op , kunt u de logboeken voor verzonden documenten niet inzien. Weergave opdrachtlog 1 2 3 Druk op . Tik op . Tik op . U ziet een lijst met de documenten die zijn verzonden.
0W59-06J Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Door het apparaat te gebruiken in combinatie met een mobiel toestel, zoals een smartphone of tablet, kunt u gemakkelijk afdrukken of scannen. Het apparaat is geschikt voor AirPrint, en daarmee kan rechtstreeks worden afgedrukt vanaf een iPhone/iPad, en met Google Cloud Print™, en kunt u afdrukken terwijl u onderweg bent. Door deze en diverse andere functies te benutten kunt u het apparaat inzetten voor een uiteenlopende reeks van doeleinden.
㻟㻜㻥㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-06K Afdrukken/Scannen via Canon Mobile Application en Plug-in U kunt gegevens afdrukken die op een smartphone/tablet staan die met dit apparaat is verbonden, en documenten die met het apparaat zijn gescand, naar de smartphone/tablet verzenden, die met het apparaat is verbonden. Ga voor geschikte besturingssystemen, de gedetailleerde procedure voor instellingen en bediening, naar de Canon website: http://www.canon.com/.
0W59-06L Afdrukken door met een mobiel toestel het apparaat aan te raken (NFC) Dit apparaat is geschikt voor de NFC (Near Field Communication)-standaarden. Door met een mobiel toestel dat geschikt is voor NFC het NFC-merkteken het bedieningspaneel van het apparaat aan te raken, kunt u foto's en documenten die op dat mobiele toestel staan, afdrukken. Zie Bedieningspaneel voor de plaats waar u het apparaat met het mobiele toestel moet aanraken.
0W59-06R Een eenvoudige draadloze verbinding tot stand brengen met Direct Connection (stand Toegangspunt) Zelfs op een locatie zonder toegangspunten of draadloze LAN-routers kunt u een directe verbinding tot stand brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel. U kunt dan afdrukken vanaf uw mobiele toestel wanneer u maar wilt, zonder moeilijke instellingen voor verbinding. Het apparaat in Direct Connection (in stand Toegangspunt) U kunt dit apparaat gebruiken als een toegangspunt.
㻟㻝㻟㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-06S UI op afstand gebruiken vanaf een mobiel toestel U kunt de UI op afstand gebruiken vanuit een webbrowser die op uw mobiele toestel is geïnstalleerd. Zo kunt u de status van het apparaat controleren en instellingen van het apparaat opgeven vanaf uw mobiele toestel. Geschikte browsers De volgende browsers zijn geschikt voor de UI op afstand van mobiele toestellen.
0W59-06U AirPrint gebruiken U kunt afdrukken, scannen of faxen zonder een printerstuurprogramma, u verzendt afdrukgegevens draadloos vanaf Apple-apparaten.
4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in als u wilt afdrukken met AirPrint. Schakel het selectievakje uit als u AirPrint wilt uitschakelen. [Printernaam]/[Locatie]/[Breedtegraad]/[Lengtegraad] Voer de naam en de installatielocatie in om dit apparaat eenvoudig te herkennen vanaf uw Apple-apparaat. Deze informatie is handig als u meerdere AirPrint-printers gebruikt.
U kunt het scherm van AirPrint weergeven en zo niet alleen toegang krijgen tot de verschillende AirPrint-instellingen, maar ook gegevens van verbruiksartikelen bekijken, zoals papier en tonercartridges. ( IEEE 802.1X-verificatie configureren). 1 2 3 4 Klik op [Systeemvoorkeuren] in het Dock op het bureaublad [Printers en scanners]. Selecteer uw printer en klik op [Opties en toebehoren]. Klik op [Geef webpagina van printer weer]. Meld u aan op de UI op afstand.
0W59-06W Afdrukken met AirPrint U hebt niet altijd een computer nodig voor het afdrukken van e-mailberichten, foto's, webpagina's en andere documenten. Met AirPrint kunt u direct afdrukken vanaf Apple-apparaten zoals iPad, iPhone, iPod touch. Afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch Afdrukken vanaf Mac Systeemvereisten Voor het afdrukken met AirPrint hebt u een van de volgende Apple-toestellen nodig. iPad (alle modellen) iPhone (3GS of hoger) iPod touch (derde generatie of hoger) Mac (Mac OS X 10.
6 Tik op [Druk af]. Het afdrukken wordt gestart. De afdrukstatus controleren Druk tijdens het afdrukken twee keer op de Home-knop van het Apple-toestel tik op [Druk af]. Afdrukken vanaf Mac 1 Controleer dat het apparaat is ingeschakeld en verbinding heeft met uw Mac. Zie "Aan de slag", als u wilt weten hoe u dit kunt nagaan. 2 Meegeleverde documentatie Voeg het apparaat toe aan de Mac vanuit [Systeemvoorkeuren] [Printers en scanners].
0W59-06X Scannen met AirPrint U kunt met AirPrint de gegevens die door het apparaat zijn gescand, direct overzenden naar een Mac. Systeemvereisten Als u wilt scannen met AirPrint hebt u een Mac nodig met daarop Mac OS X 10.9 of later geïnstalleerd. Netwerkomgeving U hebt een van de volgende omgevingen nodig. De Mac en het apparaat zijn verbonden met dezelfde LAN. De Mac en het apparaat zijn op elkaar aangesloten via USB. Wanneer u USB-aansluiting gebruikt Stel
Wanneer is ingesteld op , zet dan het apparaat eerst online door te tikken op in deze volgorde vanuit het -scherm, en start vervolgens de procedure voor Instellingen externe UI het scannen. U kunt niet scannen terwijl instellingen voor afdrukken, kopiëren of faxen worden uitgevoerd, of het apparaat op welke manier dan ook in bedrijf is.
0W59-06Y Faxen met AirPrint Met AirPrint kunt u faxen verzenden vanaf een Mac bijna zoals u afdrukt vanaf een Mac. Systeemvereisten Wilt u faxen verzenden met AirPrint, dan hebt u een Mac nodig met Mac OS X 10.9 of later daarop geïnstalleerd. Netwerkomgeving U hebt een van de volgende omgevingen nodig. De Mac en het apparaat zijn verbonden met dezelfde LAN. De Mac en het apparaat zijn op elkaar aangesloten via USB. Wanneer u USB-aansluiting gebruikt Stel in op .
0W59-070 Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is, probeer dan een van de volgende oplossingen. Controleer dat het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, schakel het dan eerst uit, wacht ten minste 10 seconden en zet het vervolgens weer aan en kijk of het probleem is verholpen. Controleer of er geen foutberichten worden weergegeven op de machine. Controleer dat Apple-toestellen en het apparaat met dezelfde LAN zijn verbonden.
0W59-071 Google Cloudprinter gebruiken Google Cloudprinter is een service waarmee gebruikers met een Google-account kunnen afdrukken vanuit programma's zoals Google Documenten™ of Gmail™ via een smartphone, tablet of computer die is verbonden met internet. In tegenstelling tot het traditionele afdrukken vanaf een computer, is Google Cloudprinter een nieuwe technologie waarmee u kunt afdrukken door een printer rechtstreeks te verbinden met het web.
0W59-072 Afdrukken met Google Cloudprinter Als u wilt afdrukken met Google Cloudprinter, moet de machine zijn geregistreerd bij Google Cloudprinter. De apparaatinstellingen controleren De instellingen van Google Cloud Print wijzigen De machine registreren bij Google Cloudprinter U kunt Google Cloudprinter alleen gebruiken met een Google-account. Als u die nog niet hebt, gaat u naar de website van Google en maakt u een account aan.
3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Registreren] in [Registratiestatus]. [Instellingen Google Cloudprinter]. Als [Registreren] niet beschikbaar is U moet Google Cloud Print inschakelen. Klik op [Bewerken], schakel het selectievakje [Google Cloudprinter gebruiken] in en klik op [OK].
6 7 Volg de aanwijzingen op het scherm om de machine te registreren. Wilt u afdrukken, start dan een applicatie die geschikt is voor Google Cloud Print, zoals Google Chrome™, Gmail of Google Docs op een informatie-terminal zoals een computer of smartphone. Ga naar de website van Google Cloudprinter voor informatie over de meest recente programma's die ondersteuning bieden voor Google Cloudprinter.
0W59-073 Netwerk Het apparaat is ontworpen voor flexibel gebruik binnen verschillende omgevingen. Dit betekent dat het apparaat naast verschillende standaardfuncties voor netwerkgebruik, ook geavanceerde technologieën ondersteunt. Gelukkig hoeft u geen netwerkexpert te zijn om deze functies te kunnen gebruiken, bij het ontwerpen van het apparaat is immers ook rekening is gehouden met het gebruiksgemak.
0W59-074 Verbinding maken met een netwerk Wanneer u de verbinding tot stand brengt van het apparaat met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bekabeld" of "draadloos", afhankelijk van de communicatie-omgeving en netwerkapparatuur. Neem voor specifieke vragen over de instellingen van het IP-adres contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder.
Verbinding maken met een draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Stel zo nodig het IP-adres in. Op het tijdstip van aankoop is het apparaat zo ingesteld dat een IP adres automatisch wordt opgehaald. Wijzig deze instelling als u een specifiek IP adres wilt gebruiken.
0W59-075 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren Wanneer u een besluit hebt genomen over de verbinding tussen het apparaat en de computer via een bedraad of een draadloos netwerk, selecteert u bedraad of draadloos met het bedieningspaneel. NB als u de instelling wijzigt van in of vice versa, zult u de installatie van MF-stuurprogramma's die op uw computer zijn geïnstalleerd, ongedaan moeten maken en ze vervolgens opnieuw moeten installeren.
0W59-076 Verbinding maken met een bekabeld LAN Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. 1 Sluit een LAN-kabel aan. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. U hoort een klik als de connector van de kabel op zijn plaats klikt. 2 Wacht ongeveer twee minuten. Dit is de tijd die nodig is om het IP-adres automatisch in te stellen. U kunt het IP-adres ook handmatig instellen.
0W59-077 Verbinding maken met een draadloos LAN Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
Als de draadloze router is ingesteld voor WEP-verificatie, kunt u mogelijk geen verbinding instellen via WPS. Verbinding handmatig instellen Als u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, kunt u een draadloze router selecteren of zelf de benodigde gegevens invoeren. Ongeacht de methode, moet u beschikken over de benodigde gegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren).
0W59-078 De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. 1 2 Tik op
Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Filampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten totdat de instellingen voor het IP-adres van de machine zijn voltooid. Signaalsterkte Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal. De signaalsterkte wordt gemeten met behulp van RSSI (Received Signal Strength Indication).
0W59-079 De verbinding instellen met behulp van de WPS PIN-modus Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. Vanaf een computer 1 Ga in een browser naar de instellingen van de draadloze router en geef het scherm weer voor het invoeren van een WPS PIN-code.
Vanaf het bedieningspaneel 9 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. Het Wi-Fi-lampje knippert wanneer er een draadloze router wordt gedetecteerd. Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Filampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten totdat de instellingen voor het IP-adres van de machine zijn voltooid.
0W59-07A De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of TKIP. Controleer en noteer de benodigde configuratiegegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren) voordat u een draadloze router selecteert.
Als uw draadloze router niet wordt gevonden Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk. installatie/instellingen 8 Problemen met Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven. Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen en tik op . Tekst invoeren WEP 9 WPA-PSK of WPA2-PSK Tik op . Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren Tik op , controleer of de netwerksleutel juist is en ga terug naar stap 5.
Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet.
0W59-07C De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
3 Tik op . 4 Selecteer de WEP-sleutel (1 t/m 4) die u wilt wijzigen. U kunt maximaal vier WEP-sleutels opslaan. 5 Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven. Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen en tik op . 6 Tik op . 7 Tik op de WEP-sleutel die u hebt gewijzigd. Tekst invoeren WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken 1 Tik op . 2 Selecteer een encryptiemethode.
8 Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren Tik op , controleer of de opgegeven instellingen juist zijn en ga terug naar stap 5. 9 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. Het Wi-Fi-lampje knippert wanneer er een draadloze router wordt gedetecteerd. Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Filampje branden.
0W59-07E De SSID en de netwerksleutel controleren Wanneer u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, moet u de SSID en netwerksleutel van de draadloze router opgeven. De SSID en de netwerksleutel worden mogelijk aangegeven op de router. Controleer het apparaat en noteer de benodigde gegevens voordat u de verbinding gaat instellen. Meer informatie over uw netwerkapparatuur kunt u lezen in de handleidingen of opvragen bij de fabrikant.
4 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Yes] om akkoord te gaan. 5 Controleer de gegevens die worden weergegeven voor de draadloze router. Noteer de benodigde gegevens. Als u niet weet welke gegevens u nodig hebt, noteert u alle weergegeven gegevens. Als er geen draadloze routers worden gevonden Klik op [Refresh]. Controleer, als er niets gebeurt, dat de instellingen goed zijn geconfigureerd op de computer en op de draadloze router.
0W59-07F IP-adressen instellen Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4adresinstellingen op de juiste manier configureren.
0W59-07H IPv4-adres instellen Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bekabeld LAN). U kunt de netwerkverbinding indien nodig testen. IPv4-adres instellen De netwerkverbinding testen IPv4-adres instellen 1 2 Tik op
Als is geselecteerd, verandert u dit in . 4 Tik op . IP-adressen die worden toegewezen via DHCP vervangen het adres dat is verkregen via Auto IP. Handmatig een IP-adres invoeren 1 Controleer of is ingesteld op . Als wordt weergegeven, tikt u op en stelt u zowel als in op . 2 Tik op .
KOPPELINGEN IPv6-adres instellen Netwerkinstellingen weergeven WINS configureren 㻟㻡㻜㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-07J IPv6-adres instellen De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de UI op afstand. Controleer voordat u IPv6-adressen gaat instellen de instellingen van het IPv4-adres ( IPv4-instellingen weergeven). U kunt de IPv6-adressen pas gebruiken wanneer u de juiste IPv4-instellingen hebt ingesteld. NB. De scanfunctie die gebruikmaakt van het scannerstuurprogramma of MF Scan Utility is niet beschikbaar in een IPv6-omgeving.
5 Schakel het selectievakje [Gebruik IPv6] in en configureer de vereiste instellingen. [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Stateless adres] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel De IPv6-instellingen zijn ook bereikbaar via
0W59-07K Netwerkinstellingen weergeven IPv4-instellingen weergeven IPv6-instellingen weergeven Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0". Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IPadres goed is geconfigureerd.
3 Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) 1 2 Tik op
DNS configureren 㻟㻡㻢㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-07L De instellingen configureren voor Directe Verbinding (Stand Toegangspunt) Maak met een mobiel toestel draadloos en rechtstreeks verbinding met het apparaat zonder draadloze LAN-router (of toegangspunt). Zie Een eenvoudige draadloze verbinding tot stand brengen met Direct voor hoe u kunt afdrukken met Directe Verbinding Connection (stand Toegangspunt)(MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw).
0W59-07R De machine configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer Wanneer u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter of om faxen te versturen vanaf een computer, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een afdrukserver instellen voor het apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd. Zie Installatiehandleiding MF-stuurprogramma voor meer informatie.
0W59-07S Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. De ondersteunde protocollen zijn LPD, RAW en WSD (Web Services on Devices). Om de poortnummers van protocollen te wijzigen, raadpleegt u 1 2 Poortnummers wijzigen. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Configureer afdrukprotocollen.
[Gebruik LPD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via LPD. Als u niet afdrukt via LPD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik RAW-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via RAW. Als u RAW niet gebruikt om af te drukken, schakelt u het selectievakje uit. [RX-time-out] Stel een waarde in tussen 1 en 60 (minuten) als de herstart-wachttijd voor gegevensontvangst. Als de gegevensontvangst niet binnen de ingestelde tijd wordt hervat, wordt het afdrukken geannuleerd.
uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs als er multicast-discovery-berichten worden verstuurd in het netwerk. 3 5 Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via
0W59-07U Printerpoorten configureren Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine.
3 Klik op [Automatisch detecteren], selecteer het apparaat als dit is gevonden en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt gevonden Klik op [Vernieuwen]. Als het probleem blijft optreden, klikt u op [IP-adres] of [MAC-adres], voert u het IP-adres of MAC-adres van het apparaat Netwerkinstellingen weergeven in en klikt u op [Volgende]. 4 Klik op [Toevoegen] 5 Klik op [Sluiten]. [Voltooien].
KOPPELINGEN Een printserver instellen 㻟㻢㻠㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-07W Een printserver instellen Wanneer u een afdrukserver installeert kunt u de belasting van de computer die u gebruikt om af te drukken, verminderen. Een ander voordeel is dat de computers de MF-stuurprogramma's via het netwerk kunnen installeren en dat u dit dus niet per computer hoeft te doen vanaf de meegeleverde dvd-rom. Als u een computer in het netwerk wilt instellen als afdrukserver, moet u de instellingen voor het delen van de printer configureren.
Klik op [Opties voor delen wijzigen]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven, klik dan op [Ja] of [Doorgaan]. 4 Installeer eventueel aanvullende stuurprogramma's. Deze bewerking is noodzakelijk als u via de printserver MF-stuurprogramma's wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur. 1 Klik op [Extra stuurprogramma's]. 2 Schakel het selectievakje in van de bitarchitectuur van andere computers en klik op [OK].
1 2 3 Zoek de gedeelde printer op de printserver. Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver Dubbelklik op de gedeelde printer. Volg de instructies op het scherm om de stuurprogramma's te installeren.
0W59-07X Scaninstellingen configureren (E-mail/I-faxen/Gedeelde mappen/FTPserver) U kunt gescande originele documenten alleen rechtstreeks per e-mail of I-Fax verzenden of opslaan in gedeelde mappen of op een FTPserver als u het netwerk configureert. De Instel-tool Zendfunctie, een applicatie die bij het apparaat wordt geleverd, zal u helpen bij de vereiste installatie. Voer de noodzakelijke configuratie uit afhankelijk van uw doel en van de netwerkomgeving.
0W59-07Y Scan-instellingen configureren (E-mail verzenden, I-Faxes verzenden & ontvangen) Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar e-mail. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Verbinding maken met een bekabeld LAN Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: Het IP-adres van het apparaat.
0W59-080 Basisinstellingen voor e-mail configureren De Instel-tool Zendfunctie is een hulpmiddel voor het configureren van de e-mailinstellingen. Met dit programma kunt u ook emailadressen opslaan in het adresboek. U kunt meer gedetailleerde instellingen opgeven door de UI op afstand te gebruiken in plaats van de Instel-tool Zendfunctie ( Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren).
Als het onderstaande scherm verschijnt Klik op [Ja]. 5 Selecteer het apparaat in [Apparatenlijst] en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] Klik op [Opnieuw zoeken]. Als het probleem blijft optreden, klikt u op [Zoeken op IP-adres], typt u het IP-adres van het apparaat en klikt u op [OK]. 6 2 Controleer de instellingen op en bevestig deze door op [OK] te klikken. Klik op [Start].
Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, typt u de pincode voor het adresboek en klikt u op [OK]. Een pincode instellen voor het adresboek 4 Geef de vereiste instellingen op. [Registratie] [Favorietnummer] Met de Instel-tool Zendfunctie kunt u een e-mailadres opslaan in het onderdeel van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst. [Naam voor favorietnummer] Voer een naam in voor de bestemming die u wilt opslaan.
6 7 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Er kunnen extra instellingen nodig zijn, afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt. Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder. Zie voor het inschakelen van SSL voor e-mail Om de poortnummers te wijzigen, raadpleegt u Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren. Poortnummers wijzigen.
0W59-081 Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren Configureer met de UI op afstand de gedetailleerde instellingen voor het verzenden en ontvangen, zoals de instellingen voor het gebruik van het apparaatvoor het verzenden en ontvangen van I-Faxen en de instellingen voor POP-verificatie en versleuteling, voordat u emailberichten of I-Faxen verzendt. Neem contact op met uw provider of de netwerkbeheerder en vraag de instellingen die u nodig hebt.
[SMTP-server] Voer met maximaal 48 alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server in (of het IP-adres) voor het verzenden van e-mail en I-Faxen. [E-mailadres] Gebruik maximaal 120 tekens voor het e-mailadres dat u wilt gebruiken voor het apparaat. [POP-server] Voeren met maximaal 48 alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server of het IP-adres in voor het verzenden van e-mail en I-Faxen.
[Gebruik POP-authenticatie voor verzending] Schakel het selectievakje in als u de POP3-server voor verificatie wilt gebruiken. [Gebruik APOP-authenticatie] Schakel het selectievakje in om het wachtwoord tijdens het verificatieproces te coderen met APOP. [Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)] Als u verificatie wilt inschakelen op de SMTP-server, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 64 tekens in het vak [Gebruikersnaam].
0W59-082 De machine configureren voor het scannen naar gedeelde mappen Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar gedeelde mappen. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Verbinding maken met een bekabeld LAN Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: Het IP-adres van het apparaat.
0W59-083 Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Het scannen naar gedeelde mappen wordt ook wel "scannen naar SMB" genoemd omdat de functie werkt met SMB (Server Message Block), een technologie van Windows. SMB is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk ( SMB configureren ).
Als het onderstaande scherm verschijnt Klik op [Ja]. 5 Selecteer het apparaat in [Apparatenlijst] en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] Klik op [Opnieuw zoeken]. Als het probleem blijft optreden, klikt u op [Zoeken op IP-adres], typt u het IP-adres van het apparaat en klikt u op [OK]. 6 2 Controleer de instellingen op en bevestig deze door op [OK] te klikken. Klik op [Start].
Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, typt u de pincode voor het adresboek en klikt u op [OK]. Een pincode instellen voor het adresboek 4 Geef de vereiste instellingen op. [Registratie] [Favorietnummer] Met de Instel-tool Zendfunctie kunt u een gedeelde map voor het opslaan van gescande documenten toevoegen aan het onderdeel van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst.
[Toegangsbeperking voor gedeelde map] Selecteer het keuzerondje [Niet ingesteld] of [Ingesteld], afhankelijk van de toegangsinstellingen die zijn ingesteld voor de gedeelde map. Als u [Ingesteld] selecteert, typt u de gebruikersnaam in het vak [Naam geregistreerde gebruiker] en het wachtwoord in het vak [Wachtwoord voor toegang]. 5 6 7 Klik op [Volgende]. Controleer de instellingen op en bevestig deze door op [Registreren] te klikken. Start de machine opnieuw op.
0W59-084 Het apparaat configureren voor het scannen naar de FTP-server Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar een FTP-server. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Verbinding maken met een bekabeld LAN Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: Het IP-adres van het apparaat.
0W59-085 FTP PASV-stand configureren PASV is een FTP-communicatiestand die wordt gebruikt voor bestandsoverdracht. U kunt alleen verbinding maken met een FTP-server via een firewall met de PASV-stand. Controleer eerst dat de PASV-stand is ingesteld op de FTP-server. Of de PASV-stand wordt gebruikt voor FTP hangt af van uw netwerkomgeving en de instellingen op de FTP-server waar gegevens naartoe worden verzonden. Neem voor meer informatie contact op met uw Netwerkbeheerder.
5 Schakel het selectievakje [FTP PASV-modus gebruiken] in en klik op [OK]. [FTP PASV-modus gebruiken] Selecteer het selectievakje voor het gebruik van de PASV-stand. Gebruikt u de PASV-stand niet, laat het selectievakje dan leeg. 6 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0W59-086 De machine configureren voor uw netwerkomgeving De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Het apparaat is ontworpen voor compatibiliteit met zo veel mogelijk netwerkconfiguraties en ondersteunt om die reden verschillende technologieën. Overleg met de netwerkbeheerder en kies voor een configuratie die aansluit bij uw netwerkomgeving.
0W59-087 Ethernet-instellingen configureren Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus (Half duplex/Full duplex) en het type Ethernet (10BASE-T/100BASE-TX) instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( Instellingen Ethernet-stuurprogramma), maar u kunt de instellingen wijzigen om deze beter af te stemmen op uw netwerkomgeving.
KOPPELINGEN De maximale verzendeenheid wijzigen Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk 㻟㻤㻣㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-088 De maximale verzendeenheid wijzigen In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder. 1 2 Tik op
0W59-089 Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
0W59-08A DNS configureren DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Configureer de DNS-instellingen. [TCP/IP-instellingen].
[DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar. [Hostnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNSserver. [Domeinnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de naam van het domein waarvan het apparaat deel uitmaakt, zoals "voorbeeld.com".
IPv6 DNS configureren 1 Klik op [Bewerken] in [IPv6-instellingen]. 2 Configureer de DNS-instellingen van IPv6. Het selectievakje [Gebruik IPv6] moet zijn ingeschakeld om de instellingen te configureren. IPv6-adres instellen [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. U kunt geen adressen invoeren die beginnen met "ff" (multicast-adressen). [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar.
mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van een hostnaam aan een IP-adres zonder DNS te gebruiken. Schakel het selectievakje in als u mDNS wilt gebruiken. [Gebruik zelfde mDNS-naam als IPv4] Schakel het selectievakje in als u dezelfde mDNS-naam wilt gebruiken als in IPv4. Als u een andere naam wilt instellen, schakelt u het selectievakje uit en typt u de mDNS-naam in het vak [mDNS-naam].
0W59-08C SMB configureren SMB (Server Message Block) is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk. Het apparaat maakt gebruik van SMB om gescande documenten op te slaan in een gedeelde map. Afhankelijk van het netwerk, moet u de NetBIOS-naam en een werkgroepnaam instellen.
5 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [NetBIOS-naam] Gebruik maximaal 15 alfanumerieke tekens voor de NetBIOS-naam van het apparaat. [Werkgroepnaam] Gebruik maximaal 15 alfanumerieke tekens voor de naam van de werkgroep waarvan het apparaat deel uitmaakt. NetBIOS-namen of werkgroepnamen die beginnen met een asterisk (* ) kunnen niet worden geregistreerd op een WINS-server. 6 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0W59-08E WINS configureren WINS (Windows Internet Name Service) is een service voor naamomzetting waarmee een NetBIOS-naam (de naam van een computer of printer in een SMB-netwerk) wordt gekoppeld aan een IP-adres. U moet de WINS-server opgeven om WINS in te schakelen. Als u instellingen voor de WINS-server wilt opgeven, moeten de NetBIOS-naam en de werkgroepnaam zijn ingesteld. configureren Deze functie is niet beschikbaar in een IPv6-netwerk.
[WINS-resolutie] Schakel dit selectievakje in als u WINS wilt gebruiken voor naamomzetting. Als u WINS niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [WINS-serveradres] Voer het IP-adres van de WINS-server in. Als het IP-adres van de WINS-server wordt verkregen van een DHCP-server, heeft het verkregen IP-adres prioriteit boven het IP-adres dat is ingevoerd in het vak [WINS-serveradres]. 6 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0W59-08F LDAP-servers registreren Als er een LDAP-server is geïmplementeerd in het netwerk, kunt u faxnummers en e-mailadressen zoeken op de server. Deze nummers en adressen kunt u vervolgens als bestemmingen opgeven of in het adresboek opslaan. NB. als de authenticatie voor de zendfunctie ( LDAP-Server-authenticatie ) is ingeschakeld, moet u de server die wordt gebruikt voor authenticatie, registreren. U kunt maximaal vijf LDAP-servers registreren op het apparaat, elk voor zoeken en authenticatie.
Geregistreerde server-informatie bewerken Klik op de tekstlink onder [Servernaam] voor het bewerkingsscherm. Geregistreerde server-informatie wissen Klik op [Verwijderen] rechts van de naam van de server die u wilt wissen 5 klik op [OK]. Registreer de LDAP-server. Registreer de server die wordt gebruikt voor zoekopdrachten Registreer de server voor het zoeken naar fax- en e-mail-bestemmingen. [Servernaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de LDAP-server.
Geef aan hoe lang het apparaat moet zoeken. Voer een waarde in tussen 30 en 300 seconden. [Inloggegevens] Selecteer [Niet gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)], afhankelijk van het type verificatie dat wordt gebruikt door de LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. [Niet gebruiken] Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de aanmeldingsgegevens.
[Serveradres] en DNS Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet er een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk. If the IP address is entered for [Serveradres], controleer dan of de DNS-server alleen voorwaarts zoeken ondersteunt. Als de server alleen voorwaarts zoeken ondersteunt, selecteer dan [Gebruik] voor [Inloggegevens].
KOPPELINGEN Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (fax) Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (E-mail/I-Fax) SNTP configureren LDAP-Server-authenticatie 㻠㻜㻞㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-08H SNTP configureren Met SNTP (Simple Network Time Protocol) kunt u de systeemklok synchroniseren met de tijdserver in het netwerk. Het protocol wordt meestal gebruikt voor het synchroniseren van het apparaat en een server, bijvoorbeeld wanneer het apparaat toegang nodig heeft tot een LDAP-server waarvoor verificatie is ingeschakeld. De tijd wordt aangepast op basis van UTC (Coordinated Universal Time).
5 Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik SNTP] Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. [NTP-servernaam] Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u een hostnaam (of FQDN) van maximaal 255 alfanumerieke tekens invoeren. (Voorbeeld: ntp.example.com).
0W59-08J De machine bewaken en bedienen met SNMP SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). De machine ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3 met extra beveiliging. U kunt de status van de machine controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt. U kunt SNMPv1 of SNMPv3 inschakelen, of beide versies tegelijk.
4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef instellingen voor SNMPv1 op. Als u de SNMPv1-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap. [Gebruik SNMPv1] Schakel dit selectievakje in om SNMPv1 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv1 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruik community-naam 1]/[Gebruik community-naam 2] Schakel het selectievakje in om een Community-naam op te geven.
[Gebruik speciale community] De speciale community is een vooraf-gedefinieerde community die uitsluitend is bedoeld voor beheerders die met Canon-software werken, zoals iW Management Console. Schakel het selectievakje in als u de speciale community wilt gebruiken. Als u de speciale community niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. 6 Geef instellingen voor SNMPv3 op. Als u de SNMPv3-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap.
8 9 Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Zowel SNMPv1 als SNMPv3 uitschakelen Als beide versies van SNMP zijn uitgeschakeld, zijn enkele functies van het apparaat niet beschikbaar, zoals het opvragen van gegevens van het apparaat via het printerstuurprogramma. Het bedieningspaneel gebruiken U kunt de SNMP-instellingen in- of uitschakelen vanuit
0W59-08K Instellingen voor software voor apparaatbeheer configureren U kunt het ophalen en het beheer van diverse informatie over apparaten in het netwerk gemakkelijker maken door software voor apparaatbeheer te implementeren, zoals iW Management Console * , in het netwerk. Informatie zoals apparaatinstellingen, Adresboeken en foutlogboeken, wordt opgehaald en verdeeld via de server-computer.
4 Geef de SLP-instellingen op. Instellingen voor Multicast Discovery opgeven 1 Klik op [Bewerken] in [Instellingen Multicast Discovery]. 2 Schakel het selectievakje [Reageren op Discovery] in en geef de benodigde instellingen op. [Reageren op Discovery] Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen.
1 Klik op [Bewerken] in [Meldingsinstellingen sluimermodus]. 2 Schakel het selectievakje [Melden] in en geef de benodigde instellingen op. [Melden] Schakel het selectievakje in als u Software voor apparaatbeheer wilt informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat. Als [Melden] is geselecteerd, wordt er niet onnodig gecommuniceerd tijdens de slaapstand en wordt het totale stroomverbruik teruggebracht.
3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Bewerken]. 5 Selecteer [Apparaatinstellingenbeheer gebruiken] [Instellingen voor apparaatinstellingenbeheer]. [OK].
0W59-08L Beveiliging De realiteit is dat overal en altijd vertrouwelijke gegevens worden verwerkt door informatieapparaten, waaronder computers en printers. Het vervelende is dat elk van deze apparaten het doelwit kan worden van kwaadwillende derden. Aanvallers kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot uw apparaten of indirect voordeel halen uit slordigheid. Hoe het ook zij, u kunt geconfronteerd worden met onverwachte verliezen als uw vertrouwelijke gegevens worden onderschept.
0W59-08R De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang Voorkom dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine en deze kunnen gebruiken. U kunt verschillende beveiligingsmaatregelen treffen, zoals het beheren van toegangsmachtigingen, het instellen van firewalls en het aanpassen van poortnummers.
0W59-08S Onbevoegde toegang voorkomen Dit gedeelte beschrijft de veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van onbevoegde toegang vanuit een extern netwerk. Dit moet absoluut worden gelezen voor alle gebruikers en beheerders voordat zij het apparaat, andere printers en multifunctionele apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, gaan gebruiken.
SSL-gecodeerde communicatie opgeven Zie voor informatie over de SSL Encrypted Communication Geavanceerde beveiligingsfuncties implementeren, en zie over de Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand.
0W59-08U Toegangsmachtigingen instellen Beveilig het apparaat tegen toegang door onbevoegden door alleen gebruikers met toegangsrechten toe te staan het apparaat te gebruiken. Toegangsrechten worden apart ingesteld voor systeembeheerders, algemene gebruikers en de UI op afstand. Wanneer toegangrechten zijn ingesteld, moet de gebruiker een ID en pincode invoeren als hij of zij wil afdrukken of instellingen wil wijzigen.
0W59-08W De systeembeheerders-id instellen Er is een pincode voor het gebruik van de UI op afstand. Alleen gebruikers die de pincode weten hebben toegang tot de UI op afstand. U kunt ook een pincode instellen voor de Systeembeheerder ID. Als deze pincode ingeschakeld hebt u en alleen toegang wanneer de Systeembeheerder ID en de pincode goed zijn ingevoerd.
Instellingen configureren via de UI op afstand Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie] [Bewerken] en geef de gewenste instellingen op. [Systeembeheer] Via de UI op afstand kunt u verschillende gegevens opslaan, zoals contactgegevens, opmerkingen van de beheerder, de installatielocatie van het apparaat en de instellingen die u kunt opslaan via het bedieningspaneel.
0W59-08X Afdeling-ID beheer configureren U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdeling ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdeling ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat.
1 2 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [Afdelings-ID] Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID. [Pincode instellen] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen]. [Beperk functies] Schakel het selectievakje in van de functie die u wilt uitschakelen voor de Afdeling ID.
1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Afdelings-ID beheer] 4 Schakel het selectievakje [Afdelings-ID beheer] in en klik op [OK]. [Bewerken]. [Afdelings-ID beheer] Schakel het selectievakje in als u Afdelings-ID-beheer wilt activeren. Als u Afdelings-ID-beheer niet wilt gebruiken, schakel het selectievakje dan uit.
Afdeling-ID beheer instellen voor afdrukken of faxen vanaf een computer Als u Afdeling-ID beheer wilt inschakelen voor afdrukken of faxen vanaf een computer, moet u instellingen opgeven met de stuurprogramma's die u al op de computer hebt geïnstalleerd. Geef een afdeling-id op en eventueel de bijbehorende pincode. Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount. 1 2 3 Open de printermap.
[Pincode instellen toestaan] Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in. [Afdelings-id] Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID. [Pincode] Voer maximaal zeven cijfers voor de pincode als deze is ingesteld voor de Afdelings-ID. [Verifiëren] Klik hier als u wilt controleren of de juiste ID en pincode zijn ingevoerd. Deze functie is niet beschikbaar als het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort (Web Services on Devices) met elkaar zijn verbonden.
4 Schakel selectievakjes uit en klik op [OK]. [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan] Als u wilt afdrukken of faxen vanaf een computer terwijl Afdeling-ID-beheer is ingeschakeld, moet u de juiste ID en pincode invoeren ( Afdeling-ID beheer instellen voor afdrukken of faxen vanaf een computer). Als het selectievakje voor deze instelling is ingeschakeld, kunt u afdrukken of faxen zonder de ID en pincode in te voeren.
0W59-08Y Een pincode instellen voor UI op afstand U kunt een pincode instellen voor toegang tot de UI op afstand. Alle gebruikers gebruiken een gewone pincode. Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, is deze instelling niet vereist. 1 2 Afdeling-ID beheer configureren Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Beveiligingsinstellingen] 4 Klik op [Bewerken].
[Toegangspincode externe UI gebruiken] Als u dit selectievakje inschakelt, moet u voor toegang tot de UI op afstand een pincode invoeren. [Instellen/Wijzigen pincode] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen]. 6 Klik op [OK]. Als u de pincode niet meer weet Stel een nieuwe pincode voor toegang via UI op afstand in in het instellingenmenu op het bedieningspaneel.
0W59-090 LDAP-Server-authenticatie Als er op uw systeem een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ervoor zorgen dat LDAP-server-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer de zendfunctie wordt gebruikt. Zo voorkomt u onbevoegd gebruik door derden en het lekken van informatie.
[Authenticatiescherm weergeven wanneer verzending begint] Schakel het selectievakje in als u het aanmeldingsscherm voor Geautoriseerd Verzenden wilt weergeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt (LDAP-server-authenticatie). [Bevestigingsscherm weergeven bij het afmelden] Schakel dit selectievakje in als u een scherm wilt weergeven waarin u zich naar keuze kunt afmelden wanneer u bent aangemeld voor zowel Geautoriseerd verzenden als Afdelings-ID-beheer.
configureren. niet weergeven] [Bestemming authenticatiegebruiker als verzender opgeven] Schakel dit selectievakje in wanneer het e-mailadres van een geautoriseerde gebruiker wordt ingesteld als verzender. De emailadressen van geautoriseerde gebruikers moeten geregistreerd zijn op de LDAP-server. Schakelt u dit selectievakje uit, dan wordt het e-mailadres dat is ingesteld in de [E-mail-/I-faxinstellingen], ingesteld als verzender.
[Authenticatiemethode] Maakt het u mogelijk op te geven of een authenticatiescherm wordt getoond op de server, bij het verzenden. [Gebruik dezelfde authenticatiegegevens als toen de verzendbewerking werd gestart] Voert autorisatie uit op de server met de gebruikersnaam en het wachtwoord ingevoerd in het aanmeldingsscherm Geautoriseerd Verzenden.
0W59-091 Communicatie beperken door firewalls in te stellen Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten. Op deze manier wordt de communicatie beperkt tot apparaten met bepaalde IP-adressen of MAC-adressen.
0W59-092 IP-adressen opgeven voor firewallregels U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen of apparaten met specifieke IP-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen. U kunt maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6. De hier beschreven pakketfilters besturen de communicatie over TCP, UDP en ICMP.
Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven. [IPv4-adres: Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven. [IPv6-adres: Uitfilter] Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door IPv6-adressen op te geven.
Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen. Een bereik van adressen opgeven met een voorvoegsel Typ het adres, gevolgd door een schuine streep en een getal dat de lengte van het voorvoegsel aangeeft. 192.168.0.10192.168.0.20 192.168.0.32/27 fe80::1234/64 Als [Weigeren] is geselecteerd voor een uitgaand filter Uitgaande multicast- en broadcast-pakketten kunnen niet worden gefilterd.
0W59-093 MAC-adressen opgeven voor firewallregels U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt maximaal 32 MAC-adressen opgeven. Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie].
Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door MAC-adressen op te geven. 5 Geef de instellingen voor pakketfiltering op. Selecteer de voorwaarde (het standaardbeleid) om de communicatie van andere apparaten met het apparaat toe te staan of te weigeren en geef vervolgens MAC-adressen op voor uitzonderingen. 1 Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid].
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken U kunt ook het filteren van MAC-adressen inschakelen of uitschakelen vanuit
0W59-094 Poortnummers wijzigen Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
0W59-095 Een proxy instellen Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
[Gebruik proxy] Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTP-server. [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer. Voer een nummer in tussen 1 en 65535.
0W59-096 De functies van de machine beperken De kans bestaat dat sommige functies van de machine bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van de machine beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen.
0W59-097 Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties Bepaalde vormen van informatielekkage kunt u voorkomen door de beschikbare bestemmingen voor faxen en e-mails te beperken tot de bestemmingen in het adresboek of op LDAP-servers. Een andere manier is om een pincode in te stellen voor het adresboek, zodat onbevoegde gebruikers het adresboek niet kunnen aanpassen.
0W59-098 Een pincode instellen voor het adresboek U kunt instellen dat gebruikers een pincode moeten invoeren om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of bestaande vermeldingen aan te passen. Als u een pincode instelt voor het adresboek, wordt de kans kleiner dat documenten worden verstuurd naar verkeerde ontvangers omdat het adresboek alleen nog kan worden gewijzigd door gebruikers die de pincode weten. 1 2 Tik op
0W59-099 Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen Door het aantal faxnummers dat bij het verzenden van documenten kan worden opgegeven, te beperken tot de nummers die al in het adresboek zijn opgeslagen, de nummers die eerder zijn gebruikt of de nummers waarnaar kan worden gezocht vanaf de LDAP-servers, verkleint u de kans op onjuiste bestemmingen en op het lekken van informatie door gebruikers.
0W59-09A Faxen via de pc uitschakelen U kunt instellen dat gebruikers geen faxen kunnen versturen vanaf een computer. 1 2 3 Tik op
0W59-09C Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren Verhindert het opgeven van bestemmingen uit de transmissiegegevens. Door middel van deze beperking voorkomt u dat bestemmingen worden geselecteerd uit de transmissiegegevens voor "Fax verzenden", "Scannen en Verzenden als e-mail" en "Scannen en opslaan in Gedeelde Map of op FTP-server". 1 2 Tik op
0W59-09E Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten Door het faxnummer twee keer in te voeren verkleint u de kans dat een document door onjuiste invoer naar een verkeerd nummer wordt gestuurd. Gebruik functies die in dit gedeelte worden beschreven als u vertrouwelijke documenten verzendt.
Selecteer deze optie om de details van de ingevoerde code voor verkort kiezen niet weer te geven. Selecteer deze optie om de details van de ingevoerde code voor verkort kiezen weer te geven.
0W59-09F Groepsverzending uitschakelen Groepsverzending is een functie waarmee u achter elkaar faxen naar verschillende ontvangers kunt sturen. Deze functie kunt u desgewenst uitschakelen. 1 2 3 Tik op
0W59-09H Beperkingen instellen voor USB-functies USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USB-geheugenapparaten gebruikt. Dit gedeelte beschrijft hoe u de verbinding via de USB-poort van het apparaat kunt beperken en hoe u het gebruik van USB-geheugenapparaten kunt uitsluiten.
3 4 Tik op . Tik op . Selecteer deze optie om te voorkomen dat gegevens worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. Gescande gegevens kunnen niet worden opgeslagen op het USB-geheugenapparaat. Selecteer deze optie als gegevens mogen worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. 5 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0W59-09J HTTP-communicatie uitschakelen HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen.
0W59-09K De UI op afstand uitschakelen De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor de machine kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als de machine via het netwerk is verbonden met een computer. Als de machine via USB met een computer is verbonden, of als u de UI op afstand niet nodig hebt, kunt u de interface uitschakelen om het risico te verkleinen dat de machine door kwaadwillende gebruikers op afstand wordt bediend via het netwerk.
0W59-09L Geavanceerde beveiligingsfuncties implementeren Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt de machine de volgende functies te verbetering van de veiligheid en beveiliging.
0W59-09R Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand U kunt met behulp van SSL (Secure Sockets Layer) de communicatie coderen die plaatsvindt tussen het apparaat en een webbrowser op de computer. SSL is een mechanisme voor het coderen van gegevens die over het netwerk worden verzonden of ontvangen. SSL moet zijn ingeschakeld wanneer u de UI op afstand gebruikt voor het opgeven van instellingen voor IPSec (Methode gedeelde sleutel), verificatie met IEEE 802.1X (TTLS/PEAP) of SNMPv3.
5 Details bekijken van een certificaat U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat. Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren 6 Schakel SSL in voor de UI op afstand. 1 Klik op [Beveiligingsinstellingen] 2 Klik op [Bewerken]. 3 Schakel het selectievakje [Gebruik SSL] in en klik op [OK]. [Instellingen externe UI].
7 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken U kunt ook een met SSL versleutelde communicatie inschakelen of uitschakelen vanuit
0W59-09S IPSec-instellingen configureren Internet Protocol Security (IPSec of IPsec) bestaat uit een verzameling protocollen voor het coderen van gegevens die worden getransporteerd over een netwerk, inclusief internet-netwerken.
IPSec-instellingen configureren U kunt IPSec pas gebruiken voor gecodeerde communicatie als u beleidsinstellingen voor beveiliging hebt geregistreerd. Een dergelijke beleidsinstelling bestaat uit de hieronder beschreven groepen met instellingen. U kunt maximaal 10 beleidsinstellingen registreren. Als u klaar bent met de instellingen, geeft u de volgorde aan waarin u de beleidsinstellingen wilt toepassen.
4 Klik op [Bewerken]. 5 Schakel het selectievakje [Gebruik IPSec] in en klik op [OK]. Als het apparaat alleen pakketten mag ontvangen die voldoen aan een van de beleidsinstellingen die u hieronder definieert, schakelt u het selectievakje [Pakketten zonder beleid ontvangen] uit. 6 Klik op [Nieuw beleid registreren]. 7 Geef de beleidsinstellingen op. 8 1 Typ in het vak [Beleidsnaam] maximaal 24 alfanumerieke tekens als naam voor de set met beleidsinstellingen.
[Lokaal adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen. [Alle IPadressen] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten. [IPv4-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd. [IPv6-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv6-adres van het apparaat worden verstuurd.
Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken. Voer het subnetmasker in en gebruik punten om getallen te scheiden (bijvoorbeeld:"255.255.255.240"). [Prefixlengte] Door het bereik van IPv6-adressen handmatig op te geven kunt u ook het bereik opgeven met behulp van prefixes. voer een bereik in tussen 0 en 128 als de prefix-lengte.
3 Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep]. Een sleutelpaar en vooraf geïnstalleerde CA-certificaten gebruiken voor verificatie 1 Selecteer het keuzerondje [Methode digitale handtekening] bij [Authenticatiemethode] en klik op [Sleutel en certificaat]. 2 Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken.
Hier wordt de verbindingsmodus van IPSec weergegeven. Het apparaat biedt ondersteuning voor de transportmodus, waarin de payloads van IP-pakketten worden gecodeerd. De tunnelmodus is niet beschikbaar. In deze modus worden complete IP-pakketten (headers en payloads) ingekapseld. 11 Klik op [OK]. Als u nog een beveiligingsbeleid wilt registreren, gaat u terug naar stap 6. 12 Bepaal de volgorde van de beleidsinstellingen onder [Geregistreerd IPSec-beleid].
0W59-09U IEEE 802.1X-verificatie configureren De machine kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (authenticator) en clientapparaten met verificatiesoftware (supplicants). Als een apparaat probeert verbinding te maken met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker.
4 5 Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, typ de aanmeldingsnaam in het vak [Inlognaam] en geef de vereiste instellingen op. [Gebruik IEEE 802.1X] Schakel dit selectievakje in om verificatie met IEEE 802.1X mogelijk te maken. [Inlognaam] Typ maximaal 24 alfanumerieke tekens als de naam (EAP-identiteit) die wordt gebruikt voor het identificeren van de gebruiker. TLS instellen 1 Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [Sleutel en certificaat].
Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat. Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren TTLS/PEAP instellen 1 Schakel het selectievakje [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] in. Interne protocol voor TTLS U kunt MSCHAPv2 of PAP selecteren. Als u PAP wilt gebruiken, klik dan op het keuzerondje [PAP].
[Gebruikersnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam. [Wijzig wachtwoord] Als u het wachtwoord wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 tekens voor het nieuwe wachtwoord in de vakken [Wachtwoord] en [Bevestigen]. 6 Klik op [OK]. 7 Start de machine opnieuw op. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken U kunt ook IEEE 802.
0W59-09W Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten Om de communicatie te coderen met een extern apparaat, moet vooraf een coderingssleutel worden verzonden en ontvangen via een onbeveiligd netwerk. Dit probleem wordt opgelost door cryptografie met openbare sleutels.
0W59-09X Sleutelparen genereren Een sleutelpaar kan worden gegenereerd met het apparaat wanneer dat nodig is voor versleutelde communicatie via Secure Sockets Layer (SSL). U kunt SSL gebruiken wanneer u toegang wenst tot het apparaat via de UI op afstand. Er kunnen maximaal vier sleutelparen worden gegenereerd op het apparaat. Zelf-gesigneerde certificaten worden gebruikt met sleutelparen die zijn gegenereerd in "Netwerkcommunicatie".
Een geregistreerd sleutelpaar wissen Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. U kunt een sleutelpaar niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer "[SSL]" of "[IEEE 802.1X]" wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het sleutelpaar pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of het sleutelpaar hebt vervangen. 5 Selecteer [Netwerkcommunicatie] en klik op [OK].
[Standaardnaam] Gebruik maximaal 48 alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het certificaat. "Common Name" wordt vaak afgekort tot "CN". 7 Klik op [OK]. Het genereren van sleutels voor netwerkcommunicatie kan 10 tot 15 minuten in beslag nemen. Het gegenereerde sleutelpaar wordt automatisch opgeslagen op de machine. Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. 2 Klik op [Instellingen/registratie].
weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het sleutelpaar pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of het sleutelpaar hebt vervangen. 5 Selecteer [Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR)] en klik op [OK]. 6 Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat. [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten.
Het CSR-bestand (Key and Certificate Signing Request) wordt opgeslagen op de computer. 9 Hecht het opgeslagen bestand aan en leg de applicatie voor aan de certificeringsinstantie (CA). Het door de CA uitgegeven Digitale Certificaat registreren U kunt het sleutelpaar dat is gegenereerd door het Certificate Signing Request (CSR) pas gebruiken als het certificaat is geregistreerd.
6 Klik op [Bladeren], geef het bestand voor het certificaatondertekeningsverzoek op en klik op [Registreren].
0W59-09Y Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Let er goed op dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de eisen die het apparaat stelt ( Vereisten voor sleutels en certificaten).
Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat wissen Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen geïnstalleerde CA-certificaten kunt u niet verwijderen. en klik vervolgens op [OK]. De vooraf U kunt een sleutelpaar niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer "[SSL]" of "[IEEE 802.1X]" wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik].
Een CA-certificaat registreren Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan. KOPPELINGEN Sleutelparen genereren Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand IPSec-instellingen configureren IEEE 802.
0W59-0A0 Een handtekeningsleutel voor het apparaat genereren U kunt een handtekeningsleutel en een certificaat genereren die laten zien dat een document is gescand op het apparaat. Het certificaat wordt aangehecht wanneer een origineel wordt gescand en wordt geconverteerd tot een PDF-bestand. Een handtekeningsleutel voor het apparaat wordt slechts eenmaal gegenereerd en kan niet worden gewist. Een als optie verkrijgbare Send PDF Security Feature Set is vereist.
5 Schakel het selectievakje [Apparaathandtekening] in en klik op [OK]. De handtekeningsleutel voor het apparaat wordt gegenereerd. De handtekeningsleutel voor het apparaat vernieuwen 1 Klik rechts van een Handtekeningsleutel van het apparaat op [Bijwerken]. 2 Klik op [OK].
0W59-0A1 Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren Als u sleutelparen en CA-certificaten hebt geregistreerd, kunt u de gegevens van deze onderdelen bekijken of hun geldigheid en handtekening controleren. 1 2 3 4 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]. Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen sleutel en certificaat] (voor sleutelparen) of [Instellingen CA-certificaat] (voor CA-certificaten).
Het resultaat van het verifiëren van het certificaat wordt zoals hieronder weergegeven.
0W59-0A2 De UI op afstand gebruiken Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook enkele instellingen uitvoeren, zoals het opslaan van het adresboek. U hoeft uw bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren.
0W59-0A3 De UI op afstand starten Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven). Als u vragen hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. 1 2 Start de webbrowser. Typ "http://(het IP-adres van de machine)/" in het adresveld en druk op [ENTER].
4 Klik op [Aanmelden]. De portaalpagina (hoofdpagina) wordt weergegeven.
0W59-0A4 Schermen van de UI op afstand In dit gedeelte worden de belangrijkste schermen van de UI op afstand beschreven. Portaalpagina (hoofdpagina) Pagina [Status monitor/Annuleren] Pagina [Instellingen/Registratie] Pagina [Adresboek] Portaalpagina (hoofdpagina) [Afmelden] Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands. De aanmeldingspagina wordt vervolgens weergegeven.
Pagina [Status monitor/Annuleren] [Naar portal] Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina). Menu Klik op een item en de inhoud wordt weergegeven op de rechterpagina. controleren Documenten beheren en de status van de machine Navigatiepad De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven. Pictogram Vernieuwen Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina.
Systeembeheer instellingen U kunt alleen [Instellingen Systeembeheer] opgeven als u bent aangemeld in de systeembeheerdersmodus. Wanneer u zich hebt aangemeld in de Algemene Gebruikersstand, wordt alleen de optie [Systeembeheer] weergegeven. Pagina [Adresboek] [Naar portal] Geeft de portaalpagina (hoofdpagina) weer. [Favorieten] Hiermee geeft u de favorietenlijst weer. Registreren in het adresboek [Kiescode] Hiermee geeft u de lijst met codes voor verkort kiezen weer.
0W59-0A5 Documenten beheren en de status van de machine controleren De huidige status van afdruktaken controleren Taakgeschiedenis controleren Foutgegevens controleren Verbruiksartikelen controleren Apparaatspecificaties controleren Gegevens van systeembeheerder controleren Totaal aantal afdrukken controleren De bestandsnaam van het document geeft slechts 32 tekens weer. De afgedrukte toepassingsnaam kan aan de bestandsnaam worden toegevoegd.
Foutgegevens controleren Als er een fout optreedt, kunt u deze pagina weergeven door op de portaalpagina (hoofdpagina) op het bericht te klikken onder Portaalpagina (hoofdpagina) [Foutgegevens]. Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten) [Statusmonitor/annuleren] [Foutgegevens] Verbruiksartikelen controleren Het papierformaat en de papiersoort voor de papierbron, het modelnummer van de tonercartridge, enz. worden weergeven. U kunt deze Portaalpagina (hoofdpagina) te klikken.
Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten) [Statusmonitor/annuleren] [Apparaatfuncties] Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. Deze informatie is ingesteld bij [Systeembeheer] op de pagina Instellingen Systeembeheer [Instellingen/registratie].
KOPPELINGEN Schermen van de UI op afstand 㻠㻥㻟㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-0A6 Menuopties instellen via de UI op afstand U kunt verschillende instellingen van de machine wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van de machine worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand. Sommige instellingen kunt u pas wijzigen wanneer u zich hebt aangemeld in de stand Systeembeheerder. 1 2 3 Start de UI op afstand. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie].
Scaninstellingen Scaninstellingen Afdrukinstellingen geheugenmedia Afdrukinstellingen geheugenmedia Printerinstellingen Printerinstellingen Instellingen afdrukrapport Rapporten en lijsten afdrukken Veelgebruikte kopieerinstellingen opslaan Favoriete instellingen Veelgebruikte faxinstellingen opslaan Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-mail/I-fax/Gedeelde map/FTPserver) Instellingen Systeembeheer Systeembeheer Instellingen Systeembeheer Afdelings-ID beheer Afdeling-ID beheer configurer
0W59-0A7 Geregistreerde gegevens opslaan/laden Vermeldingen in het adresboek of instellingen van menuopties die op het apparaat zijn opgeslagen, kunt u overbrengen naar uw computer (exporteren). Omgekeerd kan ook. Gegevens die zijn opgeslagen op uw computer kunnen worden overgebracht naar het apparaat (importeren). U kunt de bestemmingen in het adresboek gemakkelijk kopiëren naar meerdere apparaten.* Om deze functies te gebruiken, moet u aangemeld zijn in de systeembeheerdersmodus.
0W59-0A8 Gegevens van Instellingen opslaan U kunt gegevens exporteren zoals die van het Adresboek, en instellingen van het apparaat en deze opslaan op een computer. U wordt geadviseerd regelmatig een back-up van belangrijke instellingen te maken. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Importeren/Exporteren] 4 Selecteer de instellingen die u wilt exporteren. [Exporteren].
[Instellingen/registratie] Schakel dit selectievakje in als u de instellingen van het apparaat wilt exporteren. [Encryptiewachtwoord] Voer een wachtwoord voor versleuteling in van maximaal 32 alfanumerieke tekens. Voer hetzelfde wachtwoord in een [Bevestigen]. Voor het exporteren van gegevens moet u een wachtwoord voor versleuteling instellen. U hebt het wachtwoord nodig wanneer u geëxporteerde gegevens importeert. 5 6 Klik op [Start exporteren].
0W59-0A9 Instelgegevens laden Laad (importeer) gegevens die zijn geëxporteerd uit het apparaat. U kunt ook instellingen importeren van een andere apparaat, als dat van hetzelfde model is als het uwe. 1 2 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Importeren/Exporteren] 4 Selecteer de te importeren instellingen. [Importeren]. [Bestandspad] Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand.
[Instellingen/registratie] Schakel dit selectievakje in als u de instellingen van het apparaat wilt importeren. 5 6 Klik op [Start importeren]. Klik op [OK]. De geselecteerde gegevens van instellingen worden in het apparaat geladen. 7 Klik op [OK]. Als het selectievakje [Instellingen/registratie] is ingeschakeld in stap 4, start het apparaat automatisch opnieuw op.
0W59-0AA Adresboek wijzigen via de UI op afstand U kunt het adresboek van het apparaat registreren of bewerken via de computer. Stel het adres van de gedeelde map of de FTP-server hier in. U kunt de instellingen alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus. 1 2 Start de UI op afstand. De UI op afstand starten Klik op [Adresboek]. Als de pagina voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven Het Adresboek is beveiligd met een pincode. Voer de [Pincode] in en klik op [OK].
5 Selecteer [Type bestemming om te registreren] en klik op [OK]. U kunt het adres van de gedeelde map of van de FTP-server opslaan door [Bestand] te selecteren. 6 Geef de vereiste instellingen op. Registreren in het adresboek Het adres van de gedeelde map of de FTP-server registreren [Naam] Voer hier een naam in voor de bestemming. [Protocol] Selecteer het protocol voor de bestemming. [Windows (SMB)] Selecteer wanneer u een gedeelde map gebruikt. [FTP] Selecteer wanneer u een FTP-server gebruikt.
Voer de locatie in van de map waar de gegevens naartoe worden gezonden (maximaal 120 tekens). [Gebruikersnaam] Voer de gebruikersnaam in die is ingesteld voor de gedeelde map of de FTP-server (maximaal 32 tekens). [Wachtwoord instellen] Schakel dit selectievakje in als u een wachtwoord voor de gedeelde map of de FTP-server wilt instellen en voer een [Wachtwoord] in van maximaal 32 tekens. Let erop dat dezelfde schermtaal is geselecteerd op zowel de computer als de UI op afstand.
0W59-0AC Overzicht van menuopties Er zijn diverse instellingen in dit apparaat. U kunt alle opties uitgebreid aanpassen. U kunt toegang krijgen tot deze instellingen via
0W59-0AE Netwerkinstellingen Alle instellingen voor het netwerk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw. Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Selecteer toegangspunt Draadloze LAN-routers die toegang hebben tot het apparaat, worden automatisch geladen en u kunt deze dus selecteren in de De verbinding instellen door een lijst. U moet handmatig een netwerksleutel invoeren, zoals een WEP-sleutel of een PSK. draadloze router te selecteren Handmatig invoeren Selecteer deze optie om een draadloze verbinding te configureren door handmatig een SSID in te voeren.
TCP/IP-instellingen Hiermee kunt u instellingen opgeven om de machine te gebruiken in een TCP/IP-netwerk, zoals instellingen voor het IP-adres. IPv4-instellingen Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv4-netwerk. Instellingen IP-adres Configureer het IP-adres dat wordt gebruikt voor het identificeren van apparaten, zoals computers en printers, in een TCP/IPIPv4-adres instellen netwerk. Automatisch verkrijgen Selecteer protocol Uit DHCP Auto IP Uit Aan Handmatig verkrijgen IP-adres: 0.0.
Domeinnaam verkrijgen Uit Aan WINS-serveradres verkrijgen Uit Aan SMTP-serveradres verkrijgen Uit Aan POP-serveradres verkrijgen Uit Aan IPv6-instellingen Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv6-netwerk. Gebruik IPv6 Hiermee kunt u IPv6 in- of uitschakelen op het apparaat. U kunt met deze optie ook de huidige instellingen bekijken.
mDNS-instellingen Hier kunt u instellingen opgeven om DNS-functies te gebruiken zonder DNS-servers. DNS configureren Uit Aan Gebr.zelfde mDNS-naam als IPv4 Uit mDNS-naam Aan Instellingen DHCP-opties Selecteer, als DHCP is ingeschakeld, met deze instellingen of u het DNS-serveradres of de domeinnaam wilt ophalen met de DNS configureren optionele functies van DHCP.
Instellingen WSD-scannen Gebruik WSD-scannen Uit Aan Gebruik Scan naar computer Uit Aan Gebruik Multicast Discovery Uit Aan FTP PASV-modus gebruiken Geef op of u de stand PASV wilt gebruiken voor FTP. Maakt u verbinding met een FTP-server via een firewall, dan moet u de stand FTP PASV-stand configureren PASV selecteren. Uit Aan Gebruik HTTP Hiermee kunt u HTTP in- of uitschakelen.
HTTP 1 t/m 80 t/m 65535 Multicast Discovery 1 t/m 427 t/m 65535 POP3 1 t/m 110 t/m 65535 SMTP 1 t/m 25 t/m 65535 FTP 1 t/m 21 t/m 65535 SNMP 1 t/m 161 t/m 65535 MTU-grootte Selecteer de maximumgrootte van pakketten die de machine kan verzenden of ontvangen.
Selecteer deze optie om het bewaken van printerbeheerinformatie vanaf een netwerkcomputer met SNMP-compatibele software in of uit te schakelen. Uit Aan
Aan IEEE 802.1X-instellingen *2 Hiermee kunt u IEEE 802.1X-verificatie in- of uitschakelen. IEEE 802.1X-verificatie configureren Uit Aan
0W59-0AF Voorkeuren Alle instellingen voor de display en het de Engelse Toetsenbord-layout worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden Gemarkeerd met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw. Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Opties gemarkeerd met "*3" hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen.
Vijf niveaus
Langzaam Standaard Snel
Selecteer de snelheid Type cursorverplaatsing Met deze optie kunt u instellen hoe de cursor wordt verplaatst nadat u een teken hebt ingevoerd op het scherm. Selecteer om de cursor na ongeveer één seconde automatisch achter het ingevoerde teken te plaatsen. Selecteer als u de cursor zelf achter het ingevoerde teken wilt plaatsen.Geef de indeling op van een USB-toetsenbord als dat op het apparaat is aangesloten.
0W59-0AH Tijdklokinstellingen Alle instellingen voor de timer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen. Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF724Cdw / MF623Cn.
Huidige datum/tijd instellen *2 Stel de actuele datum en tijd in. Tik op tussen /. / en verplaatst de cursor en ik op / en geef de datum en tijd op of schakel over Selecteer een waarde voor voordat u de huidige datum en tijd gaat instellen. Als u de waarde voor wijzigt, worden de huidige datum en tijd automatisch aangepast.
- maand en dag Selecteer een Automatische resettijd Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven. Geef het interval op waarop automatisch resetten wordt uitgevoerd. Selecteer <0> als u het apparaat niet automatisch wilt resetten.
niet geactiveerd als het instellingenmenu wordt weergegeven. Gebruik de standaardinstellingen om zo veel mogelijk stroom te besparen. De slaapstand instellen MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw 10 tot 60 (min.) MF628Cw / MF623Cn 20 tot 60 (min.) Automatische offline tijd Als het onderstaande scherm wordt weergegeven (de machine is online voor scanbewerkingen) en vervolgens gedurende bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt, wordt de machine automatisch offline geschakeld.
0W59-0AJ Algemene instellingen Alle instellingen voor de bediening van de papierlade en de papierinvoermethode worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" zijn alleen beschikbaar als de optionele papierlade (lade 2) is geplaatst. Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw. Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw.
Multifunctionele lade Uit Aan Lade 1 Uit Aan Lade 2 *1 Uit Aan
papierbron Selecteer of Selecteer de functie Selecteer de Functies Selecteer de functie waarvoor u automatische ladeselectie wilt configureren. Selecteer voor functies zoals het afdrukken van rapporten en lijsten, en het afdrukken van afbeeldingen op een USB-geheugenapparaat.Papierbronnen Selecteer de papierbron waarvoor u de instelling wilt wijzigen. Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt. U kunt het beste selecteren als het niet uitmaakt op welke zijde er wordt afgedrukt.
0W59-0AK Kopieerinstellingen Alle instellingen voor het kopiëren worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw. Opties gemarkeerd met "*2" zijn alleen beschikbaar als de optionele papierlade (lade 2) is geplaatst. Wijzig standaardinstellingen Standaardinstellingen initialiseren Wijzig standaardinstellingen U kunt de standaardinstellingen voor kopiëren wijzigen.
Scherpte Zeven niveaus Kleurbalans Geel: 17 niveaus Magenta: 17 niveaus Cyaan: 17 niveaus Zwart: 17 niveaus Fijnaanpassing Geel Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Magenta Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Cyaan Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Zwart Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor het kopiëren wilt herstellen.
0W59-0AL Faxinstellingen Alle instellingen voor het faxen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Instellingen die zijn gemarkeerd met "*1" zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben een andere standaardwaarde, afhankelijk van het land waar u het apparaat gebruikt. Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw.
Configureer de instellingen voor de verzendstartsnelheid wanneer faxen worden verzonden en ontvangen, en voor het archiveren van documenten die zijn verzonden. TX-startsnelheid Met deze optie kunt u de snelheid waarmee de communicatie wordt gestart, stapsgewijs verlagen vanaf 33600 bps. Pas deze snelheid aan wanneer het lang duurt voordat een fax kan worden verzonden als gevolg van een slechte telefoonlijnverbinding.
Selecteer het type telefooncentrale dat u gebruikt. Als u selecteert, voert u de code voor het voorvoegsel op het volgende scherm in Gebruik de numerieke toetsen om de code voor het prefix in te voeren, tik op en tik vervolgens op . Als u geen pauze invoegt, wordt het nummer niet opgeslagen.
- Stel pauzeduur in *1 Als u bijvoorbeeld een telefoongesprek start door "0 - (pauze) - (telefoonnummer)" te kiezen, wordt eerst 0 gekozen en vervolgens wordt een paar seconden later het telefoonnummer gekozen.
TX-terminal-ID Kies deze optie om instellingen op te geven voor het toevoegen van gegevens van de afzender aan de koptekst van faxen, zoals het faxnummer en de naam van de machine. De ontvanger kan aan de hand van deze gegevens zien van wie de fax afkomstig is.
MF628Cw) Uit Aan Beperk groepsverzending Kies deze optie om groepsverzending al dan niet toe te staan. Dit is een functie waarmee u achter elkaar faxen naar verschillende Groepsverzending uitschakelen (MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw) bestemmingen kunt sturen. Uit Bevestig groepsverzending Weiger groepsverzending Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor faxverzending wilt herstellen.
Aan 1 t/m 2 t/m 99 (keer) Als u deze functie gebruikt in de modus , moet u vooraf de telefoon aansluiten op het apparaat. hoe veel keer het signaal voor een inkomende fax overgaat Geef op RX op afstand *1 Kies deze optie om instellingen op te geven voor het ontvangen van een fax via een telefoon die is verbonden met de (ontvangst op afstand).
Aan Pincode geheugenslot Rapport afdrukken Uit Aan Geheugenslottijd Uit Aan Starttijd geheugenslot Eindtijd geheugenslot RX-afdrukinstellingen Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het afdrukken van ontvangen faxen. Afdrukken op beide zijden *3 Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen faxen.
Selecteer om het document zowel verticaal als horizontaal te verkleinen. Selecteer om alleen verticaal te verkleinen. Voettekst RX-pagina Kies deze optie om aan te geven of u aan de onderkant van ontvangen faxen bepaalde informatie wilt afdrukken, zoals de datum en tijd van ontvangst en paginanummers.
Alleen bij fout Afbeeldingen in geheugen opslaan Selecteer deze optie om in te stellen of faxen in het geheugen moeten worden opgeslagen als het doorsturen ervan is mislukt. U Documenten afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen kunt de documenten dan later opnieuw verzenden of afdrukken.
0W59-0AR Scaninstellingen Alle instellingen voor het scannen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Instellingen gemarkeerd met "*1" worden alleen ingeschakeld wanneer een als optie verkrijgbare Send PDF Security Feature Set is geregistreerd. Instellingen gemarkeerd met "*2" zijn op een tijdstip beschikbaar, afhankelijk van de instelling van de PDF-versleuteling.
Stand origineel Staand Liggend Type origineel Tekst Tekst/Foto Foto 2-zijdig origineel *3 Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor het opslaan van gegevens op een USB-geheugenapparaat, wilt herstellen.
Negen niveaus Stand origineel Staand Liggend Type origineel Tekst Tekst/Foto Foto 2-zijdig origineel *3 Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Onderwerp/bericht Onderwerp Attached Image Bericht Antwoord aan Geen Opgeven uit adresboek Prioriteit Laag Standaard Hoog Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor e-mailverzending wilt herstellen.
Tekst/Foto Foto 2-zijdig origineel *3 Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Onderwerp/bericht Onderwerp Attached Image Bericht Antwoord aan Geen Opgeven uit adresboek TX-terminal-ID Informatie zoals de datum en de tijd van verzending en het e-mailadres van het apparaat (informatie van de verzender) kunnen als kopregel aan verzonden documenten worden toegevoegd. Deze informatie vertelt de ontvanger wanneer de I-Fax is verzonden en wie de afzender is.
RX-afdrukformaat Geef het papierformaat op dat moet worden gebruikt voor afdrukken. A4 LGL LTR OFICIO Brazil-OFICIO Mexico-OFICIO Government-LTR Government-LGL FOOLSCAP AUS-FOOLSCAP India-LGL
Selecteer het papierformaat Bestandsinstellingen U kunt de instellingen voor het opslaan van documenten in een gedeelde map of op een FDP-server wijzigen en registreren.Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Standaardinstellingen initialiseren U kunt de instellingen voor het opslaan van documenten in een gedeelde map of op een FDP-server wijzigen en registreren.
Registreer apparaatnaam (e-mail/I-fax) Registreer de naam van de afzender voor e-mailberichten en I-Faxen.Beeldniveau in tekstmodus Prioriteit bestandsgrootte Normaal Prioriteit beeldkwaliteit OCR-instellingen (doorzoekbare tekst) Geef, als u met OCR (Optical Character Recognition) van een tekstdocument een "doorzoekbare PDF" wilt maken, op of het apparaat de tekstrichting van het document bepaalt en de richting van het document detecteert.
0W59-0AS Afdrukinstellingen geheugenmedia Alle instellingen voor het afdrukken van geheugenmedia worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" zijn alleen beschikbaar als de optionele papierlade (lade 2) is geplaatst. Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw.
Uit Automatisch Wachtwoord om document te openen Overige Halftonen Foutdiffusie: Uit /Aan Puur zwarte tekst Uit Aan Zwarte overdruk Uit Aan RGB-bronprofiel sRGB Gamma 1,5 Gamma 1,8 Gamma 2,4 Geen CMYK-simulatieprofiel JapanColor(Canon) U.S. Web Coated v1.00(Canon) Euro Standard v1.
- Selecteer
of Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums in een lijst weer te geven. Selecteer deze optie om miniaturen weer te geven. Standaardinstellingen bestandssortering Geef aan of u de bestanden op een USB-geheugenapparaat oplopend of aflopend wilt sorteren op bestandsnaam of datum. bestandsnamen. Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal 20 tekens. Het aantal tekens hierboven is exclusief de tekens in bestandsextensies, zoals ".jpg". Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de instellingen voor Memory Media Print wilt terugzetten naar de standaardwaarden af-fabriek.
0W59-0AU Printerinstellingen Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met "*1" zijn alleen beschikbaar als de optionele papierlade (lade 2) is geplaatst. Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw. Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF729Cx.
- Selecteer de Selecteer of Kopieën *2 Geef hier het gewenste aantal kopieën op. 1 t/m 99 (Kopieën) Geef het aantal af te drukken exemplaren op 2-zijdig afdrukken *2 Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken.
LGL STMT EXEC Nr. 10 (COM10) Monarch DL ISO-C5 Standaard papiertype Selecteer de standaardinstelling voor het type papier waarop u gaat afdrukken. Normaal 1 (60-74 g/m²) Normaal 2 (70-84 g/m²) Normaal 3 (75-90 g/m²) Gerecycled Kleur Dik 1 (86-119 g/m²) Dik 2 (120-128 g/m²) Dik 3 (129-163 g/m²) Gecoat 1 (100-110 g/m²) Gecoat 2 (120-130 g/m²) Gecoat 3 (155-165 g/m²) Gecoat 4 (210-220 g/m²) Transparant Etiketten Envelop Als u een envelop (
17 niveaus Zwart 17 niveaus De instellingen voor worden uitgeschakeld wanneer u inschakelt. tonerdichtheid op Selecteer de tonerkleur Geef de Densiteit (fijnaanpassing) Hiermee kunt u voor elke tonerkleur de dichtheid aanpassen. U kunt de dichtheid afzonderlijk aanpassen voor gebieden die donkerder zijn (), een gemiddelde dichtheid hebben () of lichter zijn ().
Als deze optie is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
Selecteer of Gradatie Selecteer de gegevensverwerkingsmethode die u wilt gebruiken om gradaties (overgangen) te reproduceren. Selecteer als u met een betere kwaliteit wilt afdrukken dan met .Hiermee worden de randen van objecten (tekst, lijnen, afbeeldingen en foto's) vloeiend afgedrukt. Hiermee worden afbeeldingen en halftonen gelijkmatig afgedrukt. Hiermee worden complete objecten vloeiend afgedrukt. Als is ingeschakeld voor ( Halftonen), hebben , , en hetzelfde effect op afdrukken als . Lijnverwerking Selecteer de methode van gegevensverwerking voor het reproduceren van lijnen.
Lange zijde Korte zijde U kunt geen bindmarge maken met alleen deze instelling. Gebruik deze instelling in combinatie met om de bindmarge in te stellen voor de geselecteerde inbindpositie. Selecteer of Rugmarge Geef hier de bindmarge op die u wilt toepassen op de inbindpositie die is geselecteerd bij .
Als u de instellingen combineert met de instelling , worden de opgegeven waarden bij elkaar opgeteld. de verschuiving op Geeft de waarde voor Lange zijde verschuiven (voorkant) Kies deze optie om de afdrukpositie in te stellen door voor de lange zijde aan de voorkant van het papier een verschuivingspercentage op te geven. Een hogere waarde betekent dat de afdrukpositie naar beneden schuift.
Kies deze optie om de afdrukpositie in te stellen door voor de lange zijde aan de achterkant van het papier een verschuivingspercentage op te geven. Een hogere waarde betekent dat de afdrukpositie naar beneden schuift. Een hogere waarde betekent dat de afdrukpositie naar boven schuift. -50,0 t/m ±0 t/m +50,0 (mm) Als door deze instelling gegevens buiten het afdrukbare gebied komen te staan, wordt het gedeelte buiten het afdrukbare gebied niet afgedrukt.
- Stel de tijdsperiode in Persoonlijkheid *2 Deze instelling stelt het apparaat in staat gegevens te verwerken die zijn ontvangen van de host-computer in het opgegeven gegevensformaat. Wanneer u de stand Persoonlijkheid instelt op laat u het apparaat het type van de van de host ontvangen gegevens voor iedere taak afzonderlijk bepalen. Als u afdrukt uit applicaties op de computer, adviseren wij u te gebruiken.
- Geef de gradatieinstellingen op Gecomprimeerde beelduitvoer *2 Met deze optie kunt u aangeven hoe afdrukgegevens moeten worden verwerkt als deze te groot zijn voor het geheugen van de machine. U kunt instellen dat de gegevens dan met een lagere beeldkwaliteit worden afgedrukt () of dat het afdrukken moet worden geannuleerd en er een foutbericht moet worden weergegeven ().
Lettergrootte Geef het lettertype op dat u wilt gebruiken door het bijbehorende lettertype-ID-nummer. U kunt vanaf het bedieningspaneel een lijst PCL-lettertypelijst(MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) afdrukken met voorbeelden van de beschikbare PCL-lettertypen. MF729Cx 0 t/m 104 MF728Cdw / MF724Cdw 0 t/m 54
Selecteer het nummer van het lettertype Puntgrootte Geef de tekengrootte op in punten. U kunt de grootte in stappen van 0,25 aanpassen.Tekencode Selecteer hier de tekencode (tekenset) die het meest geschikt is voor de computer die u gebruikt om afdrukgegevens te verzenden. De opgegeven instelling wordt genegeerd als de tekencode wordt bepaald door het lettertype dat is opgegeven bij .
- Selecteer of Maateenheid Kies deze optie om de maateenheid te selecteren voor het instellen van een aangepast papierformaat. Millimeter Inch Selecteer of X-dimensie Geef hier de horizontale afmeting (korte kant) van het aangepaste papier op.
Ja Nee
Selecteer of A4-afdrukbreedte vergroten Kies deze optie als u wilt instellen dat de breedte van het afdrukbare gebied van A4-papier in de stand Staand moet worden aangepast aan de breedte van LTR-papier. Uit Aan Selecteer of Halftonen Kies deze optie om de gegevensverwerkingsmethode op te geven die u wilt gebruiken om halftonen te reproduceren. Kies deze optie om kleine tekst en dunne lijnen scherp af te drukken. Als deze optie is ingesteld op , worden de instellingen die u voor , en hebt opgegeven bij en niet toegepast. / Kies deze optie om tekst en dunne lijnen met scherpe randen af te drukken. Selecteer deze optie om gradaties zoals in afbeeldingen of foto's vloeiend af te drukken.
Afbeelding Normaal Foto Deze instelling wordt alleen toegepast als is geselecteerd bij . selecteer of Selecteer , of Afstemmethode Selecteer de methode voor kleurafstemming om de kleur van de afdrukken in overeenstemming te brengen met de kleuren die op het beeldscherm worden weergegeven. U kunt deze instelling afzonderlijk opgeven voor tekst, afbeeldingen en foto's.
Grijscorrectie Geef aan of u grijstinten (zwart en wit) alleen met de zwarte toner wilt afdrukken. U kunt deze instelling afzonderlijk opgeven voor tekst, afbeeldingen en foto's. Tekst Uit Aan Illustraties Uit Aan Afbeelding Uit Aan
selecteer of Selecteer , of Hiermee worden grijstinten (zwart en wit) afgedrukt met geel, magenta, cyaan en zwart.Kies deze optie om de methode te selecteren voor het verwerken van afdrukgegevens. U kunt ervoor kiezen kleurafstemming uit te voeren of gammacorrectie. U kunt deze instelling afzonderlijk opgeven voor tekst, afbeeldingen en foto's.
Toepassen op illustraties Uit Aan Toepassen op tekst Uit Aan
Selecteer de effeningsstand BarDIMM*3 Met deze instelling kunt u streepjescodes afdrukken die worden ondersteund door de Barcode Printing Kit. Als wordt geselecteerd, zal het apparaat streepjescodes genereren wanneer het opdrachten voor streepjescodes ontvangt van een hostcomputer.- Selecteer een escapecode PS *2 Geef de instellingen op voor PS-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit. Time-out opdracht Deze instelling biedt u de mogelijkheid op te geven hoeveel tijd verstrijkt tot een taak wordt geannuleerd. Als een taak niet wordt voltooid binnen de ingestelde tijdslimiet, wordt de taak automatisch geannuleerd.
Afhankelijk van de gegevens die moeten worden afgedrukt, zal misschien niet worden toegepast, zelfs niet als is geselecteerd. Als is geselecteerd voor , zullen zeer lichte afbeeldingen of afbeeldingen met veel detail misschien niet duidelijk worden afgedrukt. Selecteer of De zwarte tekst wordt afgedrukt met CMYK-toners gebaseerd op de geselecteerde instelling voor Uitvoerprofiel.
De achtergrondkleur achter zwarte tekst valt weg (wordt niet afgedrukt) en de zwarte tekst wordt dan afgedrukt in het uitgespaarde vlak. Wanneer deze instelling wordt gebruikt in combinatie met , wordt de zwarte achtergrond eerst afgedrukt, waarna zwarte tekst wordt afgedrukt in 100% Bk boven op de achtergrond. RGB-bronprofiel Geef het bronprofiel op voor kleurafstemming voor het afdrukken van RGB-gegevens, voor de monitor die u gebruikt.
Wanneer wordt geselecteerd, kunnen donker gekleurde gebieden er vlekkerig uitzien, afhankelijk van de gegevens. Selecteer het CMYK-simulatieprofiel Deze instelling gebruikt het JapanColor-profiel. Hiermee worden afdrukken gemaakt die nauw overeenkomen met de afdrukstandaard in Japan. Deze instelling gebruikt het U.S. Web Coated-profiel.
gegevens in de afdruktaak, dus controleer dat het geselecteerde profiel het juiste is voor de taak. Normaal Foto TR Normaal TR Foto Als u selecteert bij of , en het apparaat ontvangt een apparaatafhankelijke kleurenruimtedefinitie waarvan de kleuren worden verwerkt door de hostcomputer, wordt deze instelling niet toegepast.
Deze instelling geeft de beste resultaten voor foto's of bitmapafbeeldingen. Deze instelling is het meest geschikt voor het afdrukken van illustraties en grafieken in zakelijke presentaties. Met deze instelling wordt de RGB-kleurwaarde van het afdrukbereik van het apparaat dicht benaderd.
Verwerking CMYK puur zwart Met deze instelling kunt opgeven hoe zwart-witgegevens (C=M=Y=0) moeten worden afgedrukt wanneer de apparaatafhankelijke CMYK-gegevens worden verwerkt met het van het apparaat. Uit Aan Bij gebruik van bepaalde instellingen kan het gebeuren dat zwart-witgegevens (C=M=Y=0) worden afgedrukt met uitsluitend de zwarte (K) toner, zelfs als is geselecteerd.
Kies deze optie om kleine tekst en dunne lijnen scherp af te drukken. Als deze optie is ingesteld op , worden de instellingen die u voor , en hebt opgegeven bij en niet toegepast. / Kies deze optie om tekst en dunne lijnen met scherpe randen af te drukken. Selecteer deze optie om gradaties zoals in afbeeldingen of foto's vloeiend af te drukken.
Met deze instelling wordt overdruk niet toegepast op steunkleuren. Als een andere instelling dan wordt geselecteerd bij , wordt overdruk niet toegepast. (Zie CMYK-simulatieprofiel) Selecteer of Geavanceerd gladmaken Selecteer deze optie als u wilt opgeven hoe rafelige randen van tekst en afbeeldingen moeten worden gecorrigeerd. U kunt deze instelling afzonderlijk opgeven voor tekst en afbeeldingen.
U kunt kiezen op welke manier kleurwaarden in een grijswaarde worden omgezet wanneer u kleurgegevens afdrukt. sRGB NTSC Uniforme RGB Deze instelling is ongeldig voor zwart-witgegevens.
Geef de grijswaardenconversie op Hiermee kunt u de grijswaarde berekenen met de kleurconversiemethode die op sRGB is gebaseerd. Hiermee kunt u de grijswaarde berekenen met de kleurconversiemethode die op NTSC is gebaseerd.0W59-0AW Aanpassing/onderhoud Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Opties gemarkeerd met een sterretje (* ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papierlade (lade 2) is geplaatst. Autom. gradatie-aanpassing Instellingen autom.
Kies deze optie om de functie Correctie onjuiste afdrukkleur direct na het inschakelen van het apparaat automatisch uit te voeren. U kunt deze aanpassing ook handmatig uitvoeren ( Onjuiste afdrukkleuren corrigeren). Uit Aan
Selecteer of wanneer hoofdschakelaar AAN> Als afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier te licht zijn, selecteert u . U kunt deze optie per papierbron instellen. Multifunctionele lade Uit Aan Lade 1 Uit Aan Lade 2 * Uit Aan Selecteer de papierbron Ruwe papierinstellingen Als u op ruw papier afdrukt, en vooral als kleurenafbeeldingen te licht zijn, selecteert u .
Schak. voor enveloppen Pas deze instelling aan als enveloppen te licht worden bedrukt of niet goed worden ingevoerd. Envelop 1 Envelop 2
voor enveloppen> Selecteer of Kies deze optie om enveloppen met normale fixeerkracht te bedrukken. Kies deze optie om enveloppen te bedrukken met een fixeerkracht die hoger is dan bij .ITB reinigen Reinig de transfer-band in het apparaat om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt. Transfer-band Invoer reinigen Reinig de invoerrollen als documenten vies zijn nadat ze door de invoer zijn gevoerd.
0W59-0AX Instellingen Systeembeheer Alle instellingen voor systeembeheerinstellingen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (* ) Instellingen die zijn gemarkeerd met "*1" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF729Cx. Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw. Opties gemarkeerd met "*4" gelden alleen voor de MF729Cx / MF728Cdw / MF628Cw.
- apparaat opnieuw op Selecteer of Start het Instellingen Systeembeheerderinformatie Geef de id of pincode uitsluitend in voor beheerders die toegangsmachtigingen hebben voor en . Id is en pincode is . U kunt ook de naam van een beheerder De systeembeheerders-id instellen registreren.
- Selecteer of Beveiligingsinstellingen Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor gecodeerde communicatie via SSL of IPSec, evenals instellingen voor het filteren van gegevenspakketten op IP-adres of MAC-adres. Gebruik SSL Kies deze optie om aan te geven of u SSL-gecodeerde communicatie wilt gebruiken.
IPv6-adresfilter Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten die zijn verzonden naar of ontvangen van IP-adressen opgeven voor firewallregels apparaten met opgegeven IPv6-adressen.
- Selecteer een land of regio Instellingen externe UI *1 Configureer instellingen voor het gebruiken van UI op afstand. Met UI op afstand kunt u de instellingen van het apparaat configureren vanaf een webbrowser. Externe UI gebruiken Selecteer of u UI op afstand wilt gebruiken. Met UI op afstand kunt u de instellingen van het apparaat configureren vanaf een De UI op afstand uitschakelen webbrowser.
Pincode adresboek Kies deze optie om een pincode in te stellen die moet worden ingevoerd om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of Een pincode instellen voor het adresboek om bestaande vermeldingen te wijzigen. Beperk nieuwe bestemmingen Selecteer of de faxnummers en e-mail-/I-Faxadressen die kunnen worden opgegeven, alleen bestemmingen mogen zijn die al zijn Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen geregistreerd het Adresboek.
Uit Aan MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw / MF623Cn Uit Aan Geheugenmedia afdruk Aan/Uit Geef aan of gegevens mogen worden afgedrukt die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat dat is aangesloten op de machine. Beperkingen instellen voor het afdrukken via USB MF729Cx Uit Aan MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw / MF623Cn Uit Aan Product Extended Survey Program inschakelen Hiermee kunt u Product Extended Survey Program in- of uitschakelen (een programma voor het verzamelen van gebruiksgegevens van de machine).
Selecteer en voorkom dat door middel van een knop, die wordt weergegeven in de UI op afstand, tonercartridges kunnen worden gekocht. Wilt u Tonerstatus niet gebruiken, selecteer dan . Wilt u voorkomen dat door middel van een knop, die wordt weergegeven in Tonerstatus, tonercartridges kunnen worden gekocht, selecteer dan en vervolgens .
Instellingen importeren/exporteren *1 U kunt met behulp van een USB-geheugenapparaat Adresboekbestemmingen en andere typen gegevens van instellingen importeren en Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het exporteren/importeren van geregistreerde gegevens exporteren. Importeren Exporteren Instellingen beveiligde afdruk *3 Schakel beveiligd afdrukken in of uit. Documenten beveiligd afdrukken Uit Aan Wistijd beveiligde afdruk 10 t/m 30 t/m 240 (min.
Selecteer een paginabeschrijvingstaal (PDL), zodat de machine wordt gedetecteerd als een printer die compatibel is met die taal wanneer de machine via USB wordt aangesloten op een computer. FAX *4 UFRII LT UFRII LT (V4) PCL5 *3 PCL6 *3 PS*3 wordt weergegeven als is ingesteld op .
Voer een licentiesleutel in voor het inschakelen van optiefuncties. Licentieregistratie (MF729Cx)
Start het apparaat opnieuw op Voer een Registerlicentiecode in Sleutel en certificaat initialiseren *1 Selecteer deze optie om de standaardinstellingen te herstellen voor [Instellingen sleutel en certificaat] en [Instellingen CA-certificaat].0W59-0AY Problemen oplossen Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. Papierstoringen Als een document of papier vastloopt, raadpleegt u Papierstoringen verhelpen om het vastgelopen papier te verwijderen. Er wordt een bericht of foutcode weergegeven Als het scherm een bericht of foutcode (drie cijfers) weergeeft, raadpleegt u de volgende gedeeltes.
0W59-0C0 Papierstoringen verhelpen Als het papier is vastgelopen, wordt weergegeven op het scherm. Tik op om eenvoudige oplossingen weer te geven. Als u de procedures op het scherm niet goed begrijpt, raadpleegt u de volgende gedeeltes om storingen te verhelpen. MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw Vastgelopen documenten in de documentinvoer (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw)
2 3 1 Open de klep van de documentinvoer. 2 Zet de hendel in de ontgrendelstand. 3 Trek het document voorzichtig uit de invoer. Verwijder het vastgelopen document uit de binnenste klep van de invoer. 1 Houd de groene knop vast en open de binnenste klep. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de binnenste klep. Duw de hendel in de vergrendelstand en sluit de klep van de documentinvoer. Papierstoringen aan de voorzijde 1 Open de klep aan de voorzijde.
2 Zet het bedieningspaneel omhoog. 3 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 4 Laat het bedieningspaneel zakken en sluit de klep aan de voorzijde. Papierstoringen in de sleuf voor handmatige invoer (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) Als er papier in de lade is geplaatst, verwijdert u dit eerst. Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, gaat u verder met de volgende stap.
Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift. 2 Pak de groene knoppen vast en duw het aangegeven onderdeel naar beneden. 3 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Raak het rubberen kussen niet aan Hierdoor kan de afdrukkwaliteit afnemen. 3 Pak de groene knoppen vast en plaats het onderdeel terug.
2 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Als de optionele papierlade (lade 2) is bevestigd, trekt u het papier op dezelfde manier uit het apparaat. 3 4 Plaats de papierlade. Wanneer het onderstaande scherm wordt weergegeven, tik dan op . Papierstoringen aan de achterzijde 1 Open de achterklep. 2 Trek de groene knop naar u toe en trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 3 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat.
5 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 6 Sluit de achterklep. Vastgelopen documenten in de documentinvoer (MF628Cw / MF623Cn) Als er documenten in de documentinvoer zijn geplaatst, verwijdert u deze eerst. Volg daarna de onderstaande procedure. 1 Open de klep van de documentinvoer. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de klep van de documentinvoer. Papierstoringen aan de voor- en achterzijde 1 Zet het bedieningspaneel omhoog.
2 3 4 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Laat het bedieningspaneel zakken. Open de achterklep. 5 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 6 Sluit de achterklep. Papierstoringen in de sleuf voor handmatige invoer (MF628Cw / MF623Cn) 1 Trek de papierlade uit. Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift. 2 Open de klep.
3 Pak de groene knoppen vast en duw het aangegeven onderdeel naar beneden. 4 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 5 Pak de groene knoppen vast en plaats het onderdeel uit de afbeelding terug. Sluit vervolgens de klep. Schuif het onderdeel uit de afbeelding terug totdat het vastklikt. 6 7 Plaats de papierlade. Wanneer het onderstaande scherm wordt weergegeven, tik dan op .
0W59-0C1 Er wordt een foutbericht weergegeven Als u geen fax kunt verzenden, het geheugen vol is of als er bedieningsproblemen zijn, verschijnt er een bericht op het scherm. In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht. Kopiëren in zwart-wit is beperkt. Wilt u kopiëren in kleur? Kopiëren in zwart-wit is uitgeschakeld in Afdelings-ID-beheer. Selecteer en meld u aan met een Afdeling ID waarvoor kopiëren in zwart-wit niet is uitgeschakeld.
Kan toegangspunt niet vinden. Tijdens het automatisch instellen met WPS, is binnen de ingestelde periode geen draadloze router gevonden. Maak opnieuw verbinding en houd hierbij rekening met de tijdslimiet. De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus De verbinding instellen met behulp van de WPS PIN-modus Er is handmatig een SSID of netwerksleutel van een draadloze router ingevoerd, maar de invoer is onjuist. Controleer de SSID en de netwerksleutel en voer de juiste waarden nogmaals in.
Er is een groep opgegeven als bestemming na het tikken op . Als u op hebt getikt, kunt u geen groepsbestemming meer opgeven. Tik op op het scherm en geef bestemmingen op om faxdocumenten te verzenden zonder op te tikken. Kan Google Cloudpr. niet gebr. Serverauthenticatie mislukt. Cloud Print kon server-authenticatie niet uitvoeren, of kon geen informatie ophalen voor registratie. Controleer of de datum en tijd juist zijn ingesteld.
Het wachtwoord is niet meer geldig. Stel een nieuw wachtwoord in. Controleer de authenticatie-instellingen. De authenticatiemethode die is ingesteld op het apparaat komt niet overeen met de authenticatiemethode die is ingesteld op de RADIUS-server. Controleer dat op dit apparaat en op de RADIUS-server dezelfde authenticatiemethode is ingesteld, en stel de juiste authenticatiemethode in. IEEE 802.1X-verificatie configureren Reinigen mislukt. Er is papier vastgelopen tijdens het reinigen.
De netwerksleutel (PSK) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op de machine. Controleer de netwerksleutel (PSK) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine.
Kan geen verbinding maken met het draadloze LAN. Zet de hoofdschakelaar UIT en weer AAN en configureer de instellingen opnieuw. De verbinding is mislukt vanwege een fout tijdens het instellen van de draadloze LAN-verbinding. Start de machine opnieuw op en geef de instellingen nogmaals op. Als het probleem ook blijft optreden nadat u het apparaat opnieuw hebt opgestart, controleert u of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op de machine. Controleer de netwerksleutel (de WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine. De SSID en de netwerksleutel controleren De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven Maak opnieuw verbinding door een draadloze router te selecteren of door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in .
Het geheugen is vol geraakt met afdrukgegevens die door fouten niet kunnen worden afgedrukt. MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw Annuleer het afdrukken van documenten wanneer er iets fout gaat. Afdrukken annuleren MF628Cw / MF623Cn Annuleer het afdrukken van de documenten met fouten of druk de documenten af door te selecteren. Afdrukken annuleren Geheugenmedia afdruk is beperkt. De functie om bestanden af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat is uitgeschakeld.
Controleer de instellingen van de machine en het netwerk, en maak opnieuw verbinding. Verbinding maken met een netwerk Papier vastgelopen. Er is papier vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier of document, en druk opnieuw af (mogelijk wordt het afdrukken automatisch verder uitgevoerd). Papierstoringen verhelpen Pap.form. past niet bij inst. Het papierformaat dat op het bedieningspaneel is geselecteerd, komt niet overeen met het geladen papierformaat.
Verbruiksartikelen Bereid de magenta cartridge voor. Er is nog maar een geringe hoeveelheid toner in de tonercartridges. Zorg dat er een vervangende tonercartridge beschikbaar is. Verbruiksartikelen Bereid de gele cartridge voor. Er is nog maar een geringe hoeveelheid toner in de tonercartridges. Zorg dat er een vervangende tonercartridge beschikbaar is. Verbruiksartikelen Afdrukken is beperkt. Afdrukken is uitgeschakeld in Afdelings-id beheer.
Meld u aan met een Afdelings-ID waarvoor scannen niet is uitgeschakeld. U kunt een Afdelings-ID en pincode opvragen bij uw Beheerder. Afdeling-ID beheer configureren Stel de juiste authenticatiegegevens in. De informatie over client-authenticatie (sleutelpaar en certificaat, gebruikersnaam en wachtwoord, of CAcertificaat) is niet goed ingesteld. Controleer de opgegeven authenticatiemethode en authenticatie-informatie (sleutelpaar en certificaat, gebruikersnaam en wachtwoord en CA-certificaat). IEEE 802.
De computer is beperkt. De functie om te scannen vanaf het bedieningspaneel is uitgeschakeld in Afdelings-id beheer. Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand, geef het bewerkingsscherm voor de desbetreffende afdelings-id weer en schakel het selectievakje [Scanopdrachten met onbekende ID's toestaan] in. Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend Einde gebruiksduur van cyaan cartridge is bereikt. De tonercartridge is bijna leeg. We raden u aan de tonercartridge te vervangen.
Documenttype selecteren Geheugen vol. Beveiligde afdrukopdrachten verwerken. Het geheugen is vol geraakt door beveiligde documenten die nog niet zijn afgedrukt. Verwijder de beveiligde documenten die in het geheugen zijn opgeslagen. Documenten beveiligd afdrukken Geheugen is vol. Scannen wordt geannuleerd. Wilt u afdrukken? Het scannen van een document is mislukt vanwege onvoldoende geheugenruimte. Selecteer of u de pagina's die zijn gescand wilt afdrukken of de afdruktaak wilt annuleren.
De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven De verificatiemethode van de machine is ingesteld op , maar die van de draadloze router op "Open systeem". Maak opnieuw verbinding door een draadloze router te selecteren of door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in .
0W59-0C2 Er wordt een foutcode weergegeven Als het afdrukken mislukt, u een fax of gescand document niet kunt verzenden of ontvangen of als er een andere fout optreedt, wordt die fout als een foutcode van drie cijfers weergegeven in een rapport of een bericht op het scherm . Raadpleeg de volgende informatie om voor een foutcode mogelijke oorzaken en oplossingen weer te geven. Als u een foutrapport wilt afdrukken, leest Rapporten en lijsten afdrukken.
#018 Het verzenden van een fax is mislukt omdat de machine van de ontvanger niet heeft gereageerd vanwege een bezette lijn of andere oorzaken. Als het apparaat van de ontvanger is uitgeschakeld of als de lijn bezet is, kan een fax mogelijk niet worden verzonden. Vraag de ontvanger de status van het apparaat te controleren. Als u een fax naar het buitenland stuurt, voeg dan pauzes toe aan het faxnummer.
Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen #406 Een gescand document kan door een fout niet worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. Koppel het USB-geheugenapparaat los en sluit het weer aan. Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen Scan een kleiner aantal documenten. #408 Schrijven is niet gelukt omdat het geheugenmedium werd losgekoppeld terwijl er gegevens op werden geschreven. Controleer dat het geheugenmedium niet is losgekoppeld en schrijf de gegevens opnieuw weg.
#751 De server is niet opgestart of er is een netwerkverbinding verbroken. (Wanneer het niet lukt verbinding te maken met de bestemming, wordt dat soms veroorzaakt door een verbreking van de verbinding onderweg.) Controleer de bestemming. Controleer de netwerkstatus. Netwerkinstellingen weergeven Het IP adres is niet goed ingesteld. Controleer . IP-adressen instellen Gegevenstransmissie is niet gelukt omdat Windows een gedeelde map (SMB) benadert.
Er is geen IP-adres ingesteld. Stel het IP-adres op de juiste manier in. IP-adressen instellen De machine kan direct na het opstarten niet communiceren met apparatuur in een netwerk omdat er een wachttijd is ingesteld voor het starten van de communicatie. Het apparaat kan niet beginnen te communiceren onmiddellijk nadat het is ingeschakeld. Wacht tot de ingestelde tijd voor is verstreken na het inschakelen van het apparaat en verstuur de gegevens opnieuw.
Er zijn geen toegangsbevoegdheden verleend voor de gedeelde map. Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord die zijn geregistreerd voor de bestemming overeenkomen met de gebruikersaccount (gebruikersnaam en wachtwoord) die is geregistreerd voor de gedeelde map. Zie voor meer Een gedeelde map instellen als informatie over gedeelde mappen, Gids Instelling Verzenden (op de dvd-rom).
#813 De aanmeldingsnaam die wordt gebruikt voor POP-verificatie is niet goed ingesteld. Voer de aanmeldingsnaam die wordt gebruikt voor POP-verificatie goed in. #818 De ontvangen gegevens zijn in een bestandsformaat dat het apparaat niet kan afdrukken. Neem contact op met de wederpartij en vraag of ze de gegevens in een ander bestandsformaat willen zenden. #819 De ontvangen gegevens zijn niet geschikt (onjuiste MIME-informatie).
De ontvangen gegevens zijn niet geschikt (omvatten niet-geschikte MIME- informatie). Neem contact op met de wederpartij en vraag ze de instellingen te controleren en de gegevens opnieuw te verzenden. #829 De ontvangen gegevens zijn 1.000 pagina's of meer lang. Het apparaat wist de gegevens voorpagina 1.000 en verder en drukt de eerste 999 pagina's af of slaat ze op in het geheugen. Vraag de afzender pagina 1.000 en verder opnieuw te verzenden.
Het verzenden van een e-mail is mislukt vanwege een POP-verificatiefout. Controleer de instelling en probeer het opnieuw. Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren #852 De machine wordt onverwachts uitgeschakeld. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. #853 Een document kan niet worden afgedrukt omdat de hoeveelheid gegevens groter is dan de verwerkingslimiet van de machine. Het is mogelijk dat het apparaat geen documenten met een groot aantal pagina's kan afdrukken.
Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken vanaf een computer. Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Probeer opnieuw af te drukken nadat de machine opnieuw is opgestart. #995 Een document dat wacht op verzending is geannuleerd. Verzend het document eventueel opnieuw.
0W59-0C3 Veelvoorkomende problemen Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
0W59-0C4 Problemen met installatie/instellingen Zie ook Veelvoorkomende problemen. Pictogrammen in de beschrijving Probleem met de draadloze LAN-verbinding Probleem met de bekabelde LAN-verbinding Probleem met de USB-verbinding Het apparaat kan niet tegelijkertijd via een draadloos LAN, een bekabeld LAN en een USB-kabel met een computer worden verbonden. Het is niet mogelijk om de drie verschillende verbindingstypen tegelijkertijd te gebruiken.
* Een modus die de automatische SSID-detectie van andere apparaten uitschakelt. Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk. Als het apparaat geen verbinding kan maken met de draadloze LAN Het apparaat belt in naar een onbedoelde bestemming (als er een inbelrouter is aangesloten op het netwerk). Als een inbelrouter geen broadcast-pakketten hoeft door te geven, stelt u de router zo in dat deze pakketten niet worden doorgegeven.
De WEP-sleutel die automatisch is gegenereerd (hexadecimaal) wordt geselecteerd. * Een functie waarbij de draadloze router de verbinding weigert als de SSID op het apparaat dat moet worden aangesloten, is ingesteld op "ELKE" of leeg is. Wanneer u de instellingen van de draadloze router moet wijzigen Als de draadloze router is ingesteld zoals hieronder beschreven, wijzigt u de instellingen van de router. Het filteren van gegevenspakketten op MAC-adres is ingesteld. Wanneer alleen IEEE 802.
0W59-0C5 Problemen bij het kopiëren Zie ook Veelvoorkomende problemen. Het afdrukresultaat is niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld.
0W59-0C6 Problemen bij het afdrukken Zie ook Veelvoorkomende problemen. Het afdrukresultaat is niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken U kunt niet afdrukken. Zie de Installatiehandleiding MF-stuurprogramma en controleer dat het printerstuurprogramma goed is geïnstalleerd op uw computer. Het afdrukken gaat langzaam. * Maak ruimte vrij door gegevens in het geheugen af te drukken of te verwijderen.
0W59-0C7 Problemen bij het faxen of met de telefoon Zie ook Veelvoorkomende problemen. Problemen bij het verzenden Het lukt niet een fax te verzenden. Is de externe telefoonlijn bezet? Wacht tot de lijn vrij is. Is er een fout opgetreden? Druk het communicatiebeheerrapport af en bekijk de inhoud. Communicatiebeheerrapport Is de telefoonlijn goed ingesteld? De telefoonlijn aansluiten Als u een fax naar het buitenland stuurt, voeg dan pauzes toe aan het faxnummer.
0W59-0C8 Als u niet goed kunt afdrukken Probeer de volgende oplossingen als het afdrukresultaat te wensen overlaat, of als het papier gekreukeld is of omkrult. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
0W59-0C9 Het afdrukresultaat is niet goed Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig. Het apparaat reinigen Vlekken aan de onderzijde van afdrukken Gebruikt u geschikt papier? Controleer welke papiersoorten geschikt zijn en vervang het papier door een bruikbaar soort.
Vlekken en spetters Gebruikt u geschikt papier? Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier Papier plaatsen Zijn de tonercartridges opgebruikt? Controleer hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit en vervang zo nodig de tonercartridges.
Drukt u gegevens af zonder marges? Dit symptoom doet zich voor als een marge is ingesteld op Geen in het printerstuurprogramma. Marges van 5 mm of minder rond de rand van het papier of 10 mm of minder rond de rand van enveloppen vallen buiten het bedrukbare gebied van het apparaat. Zorg ervoor dat de marges rond het document groot genoeg zijn.
0W59-0CA Het papier krult om of is gekreukeld Gekreukeld papier Is het papier goed geplaatst? Als de stapel papier hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen of schuin in de lade ligt, kunnen er kreukels of vouwen ontstaan. Papier plaatsen Gebruikt u papier dat vochtig is geweest? Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier plaatsen Gebruikt u geschikt papier? Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
0W59-0CC Papier wordt niet goed ingevoerd Afdrukken zijn scheef Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier? Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, zijn de afdrukken scheef. Papier plaatsen Wordt het papier ingevoerd via de sleuf voor handmatige invoer? Plaats het papier in de papierlade. Papier in de papierlade plaatsen Drukt u af op gekrulde enveloppen? Strijk de enveloppen glad en druk opnieuw af.
0W59-0CE Wanneer een probleem niet kan worden opgelost Als u door het raadplegen van de informatie in dit hoofdstuk een probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of te repareren Als u dat wel doet, bestaat de kans dat de garantie vervalt.
0W59-0CF Onderhoud In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de machine beschreven, inclusief het reinigen van de machine en het initialiseren van instellingen. Standaardreiniging Het apparaat reinigen Het apparaat wordt vuil, zie Behuizing. Vlekken op originelen of afdrukken, zie Strepen op afdrukken, zie Glasplaat of Documentinvoer. Fixeereenheid. Afdrukkwaliteit verslechtert, zie Transfer-band.
0W59-0CH Het apparaat reinigen Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen Onderhoud en inspecties gebruiken. Lees eerst de veiligheidsinstructies door voordat u aan de slag gaat.
0W59-0CJ Behuizing Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0W59-0CK Glasplaat Verwijder regelmatig stof van de glasplaat en de onderzijde van de invoer om vlekken op documenten of afdrukken te voorkomen. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
0W59-0CL Documentinvoer Grafietpoeder of stof op de rollers in dit document invoer kan vlekken geven op de afdrukken. Maak the documentinvoer schoon, als dit zich voordoet. Als er nog vlekken te zien zijn nadat u de invoer hebt schoongemaakt, start dan het automatisch reinigen van de documentinvoer. The documentinvoer reinigen Automatische reiniging van de documentinvoer The documentinvoer reinigen 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact.
3 4 Tik op . Tik op . Het reinigen begint. Wanneer ongeveer 1 minuut later het bericht wordt weergegeven, drukt u op terug naar het scherm .
0W59-0CR Fixeereenheid Er kan zich vuil verzamelen op de fixeereenheid in het apparaat, met zwarte strepen op afdrukken als gevolg. Voer de onderstaande procedure uit om de fixeereenheid te reinigen. U kunt de fixeereenheid niet reinigen als de wachtrij van het apparaat documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt. U hebt normaal papier van A4-of Letter-formaat nodig om de fixeereenheid te reinigen.
0W59-0CS Transfer-band Er kan zich vuil verzamelen op de transfer-band in de machine, met als gevolg dat de afdrukkwaliteit afneemt. Voer de onderstaande procedure uit om de transfer-band te reinigen. U kunt de transfer-band niet reinigen als de wachtrij van de machine documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt. 1 2 3 4 Druk op en tik op
. Tik op . Tik op . Tik op . Het reinigen begint. Wanneer ongeveer 1 tot 2 minuten later het bericht 0W59-0CU Tonercartridges vervangen Het apparaat geeft een melding weer wanneer er nog maar weinig toner in de tonercartridge zit. NB de afdrukkwaliteit kan verslechteren, als u doorgaat met afdrukken zonder dit op te lossen. Op de display kunt u zien hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit.
Afdrukken zijn van slechte kwaliteit Als uw afdrukken één van de onderstaande kenmerken gaan vertonen, raakt één van uw tonercartridges leeg. Vervang de bijna lege tonercartridge ook als er geen bericht wordt weergegeven.
0W59-0CW Tonercartridges vervangen Lees de veiligheidsvoorschriften in Onderhoud en inspecties en 1 Open de klep aan de voorzijde. 2 Trek de lade met de tonercartridges naar buiten. Verbruiksartikelen voordat u tonercartridges gaat vervangen. MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw MF628Cw / MF623Cn 3 Trek de lege tonercartridge recht omhoog uit de houder. 4 Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende verpakking.
Wanneer u de afdichtingstape naar buiten trekt Als er tape achterblijft in een tonercartridge, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van afdrukken, inclusief faxen. Het is trouwens niet mogelijk om een fax opnieuw af te drukken, aangezien de faxgegevens direct na het afdrukken automatisch worden verwijderd. Trek de afdichtingstape niet schuin of onder een hoek uit de cartridge. Als de tape scheurt, kunt u misschien niet meer alle tape verwijderen.
0W59-0CX De machine verplaatsen Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedures als u het apparaat gaat verplaatsen om lichamelijk letsel te voorkomen. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees ook altijd de veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat. 1 Schakel het apparaat en de computer uit. Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
MF628Cw / MF623Cn 6 Zet het apparaat voorzichtig neer op de nieuwe gebruikslocatie. Zie Aan de slag voor informatie over het installeren van het apparaat nadat u dit hebt verplaatst.
0W59-0CY Afdrukkwaliteit handhaven en verbeteren Als de afdrukresultaten te wensen overlaten, zoals een lage beeldkwaliteit, slechte reproduceerbaarheid of onjuiste afdrukkleuren, probeert u de onderstaande correcties. Automatische gradatie-aanpassing Als de dichtheid of helderheid van kleuren verschilt in afdrukken en originelen, voert u de optie uit om de kleuren nauwkeuriger te reproduceren.
0W59-0E0 De gradatie corrigeren Gradatie verwijst naar de overgang van donker naar licht van de tinten van een kleur. Hoe meer tinten in de gradaties van kleuren die worden afgedrukt, des te natuurlijker de afdrukken. Als de reproduceerbaarheid van kleuren slecht is en de dichtheid en helderheid van afdrukken duidelijk afwijken van de originelen, kunt u een automatische aanpassing of correctie uitvoeren.
7 Plaats de correctieafbeelding op de glasplaat met de afdrukzijde naar beneden. Leg het papier zo dat de zwarte streep zich aan de achterzijde van de machine bevindt. 8 9 Sluit de documentinvoer voorzichtig. Druk op (Kleur). De correctieafbeelding wordt gescand en de aanpassing begint. Na ongeveer 30 seconden wordt de tweede correctieafbeelding afgedrukt. 10 Open de invoer, verwijder de eerste correctieafbeelding en leg de tweede correctieafbeelding met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat.
Transfer-band Snelle aanpassing Met dit type aanpassing wordt de geoptimaliseerde status gehandhaafd die is verkregen met . Dit type aanpassing kunt u niet uitvoeren als bepaalde bewerkingen actief zijn, zoals scannen en afdrukken. Als het resultaat van deze aanpassing te wensen overlaat, voert u de optie uit. Dit type aanpassing kan automatisch worden uitgevoerd na het vervangen van een tonercartridge.
5 Bevestig de procedure en tik op . De aanpassing wordt uitgevoerd. Na ongeveer 1 minuut wordt er een correctieafbeelding afgedrukt. 6 7 Open de documentinvoer nadat het tweede scherm hierboven niet meer wordt weergegeven. Plaats de correctieafbeelding op de glasplaat met de afdrukzijde naar beneden. Leg het papier zo dat de zwarte streep zich aan de achterzijde van de machine bevindt. 8 9 Sluit de documentinvoer voorzichtig. Druk op (Kleur).
0W59-0E1 Onjuiste afdrukkleuren corrigeren Er kan sprake zijn van onjuiste afdrukkleuren als de positie van kleuren verschuiven wanneer voor het afdrukken van één afbeelding meerdere tonercartridges nodig zijn. Het gevolg is dat afdrukken er vaag uit kunnen zien. Voer de volgende procedure uit om onjuiste afdrukkleuren te corrigeren. Dit type aanpassing wordt soms automatisch uitgevoerd, bijvoorbeeld als er een tonercartridge is vervangen.
0W59-0E2 Waarden aanpassen voor reproduceerbaarheid van tekstkleur in kleurendocumenten Als de kopieerresultaten van zwarte of zwartachtige tekst niet naar wens zijn, kunt u de reproduceerbaarheid van de kleuren aanpassen met deze correctie. Deze correctiewaarde kan onafhankelijk worden ingesteld in de documentinvoer en de glasplaat. De instellingen worden toegepast op kleurenkopieën wanneer is ingesteld op of ( Documenttype selecteren).
0W59-0E3 Rapporten en lijsten afdrukken U kunt de resultaten van faxtaken bekijken en de instellingen van de machine controleren door rapporten en lijsten af te drukken. TX-resultaatrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden documenten controleren. TX-resultaatrapport Communicatiebeheerrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren. Communicatiebeheerrapport RX-resultaatrapport Hiermee kunt u de logboeken van ontvangen faxdocumenten controleren.
0W59-0E4 TX-resultaatrapport U kunt een TX-resultaatrapport afdrukken en de fax- of e-maillogboeken controleren van verzonden documenten en van documenten die naar een gedeelde map of een FTP-server zijn gescand. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen wanneer er een verzendfout optreedt.
Een deel van een faxdocument afdrukken in het rapport Wanneer u of selecteert, kunt u een deel van een faxdocument opnemen in het rapport. Stel in op .
0W59-0E5 Communicatiebeheerrapport U kunt de fax- en e-maillogboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren door een communicatiebeheerrapport af te drukken. U kunt dit rapport automatisch afdrukken na elke 40 transmissies of handmatig.
0W59-0E6 RX-resultaatrapport U kunt de logboeken van ontvangen fax- en I-faxdocumenten controleren door een RX-resultaatrapport af te drukken. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen als er een ontvangstfout optreedt.
Selecteer de afdrukinstelling Selecteer deze optie als u geen RX-resultaatrapporten wilt afdrukken.0W59-0E7 Afdelings-ID beheerrapport Wanneer Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld, kunt u voor elke het totale aantal afdrukken controleren door een Afdelings-ID-beheerrapport af te drukken. Als u weet welke aantallen er worden afgedrukt, kunt u de voorraad papier en tonercartridges beter beheren.
0W59-0E8 Adresboeklijst U kunt de lijst met bestemmingen controleren die als , en beschikbaar zijn in het adresboek door een zogenaamde adresboeklijst af te drukken.
0W59-0E9 Lijst gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer U kunt de lijst met instellingen ( Overzicht van menuopties) en de inhoud die op het apparaat is opgeslagen controleren door een lijst met gebruikersgegevens of een lijst met gegevens voor systeembeheer af te drukken. Beide lijsten vermelden het formaat en type papier dat op het apparaat is geregistreerd, plus de afdrukinstellingen van , en .
0W59-0EA IPSec-beleidslijst U kunt controleren welke beleidsinstellingen en IPSec-instellingen zijn geregistreerd op de machine door het rapport IPSec-beleidslijst af te drukken.
0W59-0EC Statusrapport verbruiksartikelen U kunt de status controleren van de verbruiksartikelen die in het apparaat zijn geïnstalleerd.
0W59-0EE PCL-lettertypelijst U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PCL.
0W59-0EF PS-lettertypelijst U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PS.
0W59-0EH Aantal afdrukken weergeven U kunt afzonderlijke totalen opvragen voor het aantal kleurenpagina's dat is afgedrukt en het aantal pagina's in zwart-wit. Deze totalen omvatten faxen, rapporten en lijsten, plus kopieën en afdrukken van gegevens vanaf computers. MF729Cx ( ) Het item dat u wilt controleren, selecteren Controleren hoeveel pagina's er zijn afgedrukt Tellers Selecteer de teller waarvan u de waarde wilt controleren.
0W59-0EJ Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het exporteren/importeren van geregistreerde gegevens Gegevens zoals die uit het Adresboek en apparaatgegevens kunnen worden geëxporteerd en op een USB-geheugenapparaat worden opgeslagen. U kunt ook de gegevens die op een USB-geheugenapparaat zijn opgeslagen, importeren.
0W59-0EK Geregistreerde gegevens exporteren naar een USB-geheugenapparaat Gegevens zoals Adresboekgegevens en instellingen van het apparaat kunnen worden geëxporteerd en opgeslagen op een USBgeheugenapparaat. U wordt geadviseerd regelmatig een back-up te maken van belangrijke instellingen. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-poort (USB2.0). De USB-poort achteraan aan de rechterzijde van het apparaat is niet beschikbaar.
7 Koppel het USB-geheugenapparaat los van de USB-poort (USB2.0). 1 Druk op . 2 Druk op . 3 Tik op . 4 Tik op . Wacht totdat de melding wordt weergegeven. 5 Verwijder het USB-geheugenapparaat.
0W59-0EL Geregistreerde gegevens importeren van een USB-geheugenapparaat Importeer met deze procedure gegevens die uit het apparaat zijn geëxporteerd naar een USB-geheugenapparaat. Als de apparaten van het zelfde model zijn, kunt u ook de instellingen van het andere apparaat naar dit apparaat importeren. Wanneer u Adresboekgegevens importeert, worden de gegevens die op dat moment op het apparaat zijn geregistreerd, overschreven. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-poort (USB2.0).
Adresboekgegevens wilt annuleren. 7 Koppel het USB-geheugenapparaat los van de USB-poort (USB2.0). 1 Druk op . 2 Druk op . 3 Tik op . 4 Tik op . Wacht totdat de melding wordt weergegeven. 5 Verwijder het USB-geheugenapparaat.
0W59-0ER Instellingen terugzetten op de standaardwaarden U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu initialiseren Sleutels en certificaten initialiseren Het adresboek initialiseren 㻢㻤㻜㻌㻛㻌㻣㻠㻜
0W59-0ES Menu initialiseren U kunt de instellingen van het apparaat herstellen ( Overzicht van menuopties). Afhankelijk van welke instellingen u selecteert, zult u misschien na het initialiseren het apparaat opnieuw moeten starten.
Het apparaat opnieuw starten, als dat nodig is Het item dat u wilt initialiseren, selecteren Instellingen voor initialisatie Kies de instelling die u wilt herstellen.Met onderstaande procedure kunt u de standaard- herstellen. Selecteer en start vervolgens het apparaat opnieuw op. Initialiseert alle instellingen op het apparaat.
0W59-0EU Sleutels en certificaten initialiseren U kunt de instellingen herstellen van de gebruikte sleutelparen en digitale certificaten. Als u deze bewerking uitvoert, worden alle sleutelparen en certificaten die zijn opgeslagen op de machine verwijderd (behalve de vooraf geïnstalleerde digitale certificaten). Als deze bewerking is voltooid, kunt u geen functies meer gebruiken waarvoor sleutelparen vereist zijn, zoals SSL-gecodeerde communicatie en TLS als onderdeel van IEEE 802.1X-verificatie.
0W59-0EW Het adresboek initialiseren U kunt de instellingen van het adresboek terugzetten op de standaardwaarden. Alle gegevens in het adresboek worden hierbij verwijderd.
0W59-0EX Bijlage Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de e-Handleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten.
0W59-0EY Handige functies Het is zeker de moeite waard om de functies uit te proberen die in dit hoofdstuk worden beschreven. De functies zijn onderverdeeld in vier categorieën: "Milieubesparing levert geld op", "Efficiënter werken", "Digitaal is beter" en "Ongekende mogelijkheden".
0W59-0F0 Milieubesparing levert geld op Dubbelzijdig afdrukken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) U kunt dubbelzijdig afdrukken gebruiken voor kopieën, afdruktaken verzonden uit uw computer, en zelfs binnenkomende faxen. Omdat u dan de helft minder papier gebruikt dan anders, kunt u uw papierkosten halveren. U kunt zelfs nog meer besparen door dubbelzijdig afdrukken te combineren met N op 1-afdrukken van meerdere pagina's op één blad papier.
Zie De slaapstand instellen voor meer informatie over deze functie. Toner besparen Wilt u documenten of concepten afdrukken, maar is de afdrukkwaliteit niet zo belangrijk? U kunt dan een instelling kiezen die minder toner gebruikt. Kijk eens hoe dat bevalt en u kunt eenvoudig toner en geld besparen. Zie Toner besparen voor meer informatie over deze functie.
0W59-0F1 Efficiënter werken Adresboek Als u faxnummers en e-mailadressen invoert in het adresboek, hoeft u niet steeds alle cijfers van het nummer of letters van het adres in te voeren als u iets wilt gaan versturen. De adressen die u het vaakst gebruikt, kunt u weergeven met de functie . U kunt dan nog sneller faxen of e-mails sturen naar mensen met wie u veel contact hebt.
Steek een USB-stick in het apparaat en u kunt afbeeldingen en documenten direct afdrukken, zonder computer. U kunt zelfs afbeeldingen in bijv. JPEG-formaat bekijken voor u ze afdrukt, dus er wordt geen papier verspild. U kunt ook handgeschreven memo's, enz. scannen en direct op een USB-stick opslaan. Handig voor onderweg. Zie voor meer informatie over deze functie geheugenapparaten).
0W59-0F2 Digitaal is beter Scannen en mailen U kunt gescande documenten per e-mail versturen zonder dat u uw computer hoeft aan te zetten. Converteer het gescande document vanaf de machine naar een e-mailbijlage. Als u van de generatie bent die liever een fax verstuurt dan moeilijk doet met een computer, is deze functie de oplossing. Zie Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten voor meer informatie over deze functie.
Zie Scaninstellingen configureren in ScanGear MF voor meer informatie over deze functie. Doorzoekbare PDF's Tekst zoeken in een PDF is mogelijk met een "doorzoekbare PDF". Wanneer u een origineel scant met zowel tekst als afbeeldingen, worden de tekstgedeelten in tekstgegevens geconverteerd door OCR. U kunt dan niet alleen zoeken naar tekstinformatie, maar u kunt ook naar wens delen kopiëren in een Excel-rekenblad of Word-document in Microsoft Office. U hoeft niet klantgegevens, adressen, enz.
0W59-0F3 Ongekende mogelijkheden Met een smartphone/tablet Wanneer u snel een voorstel wilt afdrukken dat u hebt opgemaakt op een tablet terwijl u onderweg was naar een zakenbestemming, of met een smartphone materiaal wilt scannen dat is uitgedeeld op een vergadering, komt Canon Mobile Application goed van pas. Zelfs op plaatsen waar geen draadloze LAN-router is, kunt u draadloos en direct de verbinding met het apparaat tot stand brengen met behulp van een mobiel toestel.
Zie Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) voor meer informatie over deze functie. Draadloos werken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw / MF628Cw) Geen kabels, snelle installatie, eenvoudig onderhoud. Als u beschikt over een draadloze LAN-router met WPS, hoeft u helemaal geen instellingen op te geven en kunt u bijna meteen aan de slag.
Sommige documenten verdienen een betere behandeling dan een zielig nietje in de linkerbovenhoek. Met deze machine kunt u daarom heel eenvoudig boekjes maken. Het printerstuurprogramma zorgt voor de positionering van de pagina's. U hoeft de pagina's alleen maar te vouwen en in het midden te nieten. Zie Boekje afdrukken (MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw) voor meer informatie over deze functie.
0W59-0F4 Technische specificaties De technische specificaties van het apparaat kunnen bij verbeteringen van het apparaat zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
0W59-0F5 Apparaatspecificaties MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw Type Persoonlijke desktop Elektrische aansluiting *1 220 tot 240 V, 50/60 Hz (De netspanningsvereisten kunnen per land verschillen. Controleer de spanning van het land waar u het apparaat hebt gekocht.) Maximaal 1.
MF628Cw / MF623Cn Type Persoonlijke desktop Elektrische aansluiting *1 220 tot 240 V, 50/60 Hz (De netspanningsvereisten kunnen per land verschillen. Controleer de spanning van het land waar u het apparaat hebt gekocht.
0W59-0F6 Specificaties draadloos LAN Standaard IEEE 802.11g, IEEE 802.11b, IEEE 802.11n Transmissieschema DS-SS-systeem, OFDM-systeem Frequentiebereik 2.412 t/m 2.
0W59-0F7 Documenttype Ondersteunde documentsoorten Glasplaat Documentinvoer Type Normaal papier/Dik papier/Foto/Kleine documenten (zoals indexkaarten)/Speciale papiersoorten (zoals calqueerpapier, transparanten, etc.
0W59-0F8 Scangebied De grijze gebieden in de onderstaande tabel geven het scangedeelte van het document aan. Zorg ervoor dat de tekst en afbeeldingen in uw documenten binnen het grijze gebied passen. Het scangedeelte verschilt naargelang de gebruikte functie en de plaats van de documenten (de documentinvoer of de glasplaat). Glasplaat Documentinvoer Kopie Het scangebied voor kopiëren kan verschillen van het Afdrukgebied afdrukgebied.
0W59-0F9 Papier Ondersteunde papierformaten Hieronder ziet u een overzicht van de papierformaten die u in de papierlade, de sleuf voor handmatige invoer en de optionele papierladen kunt laden.
Government - Legal (203,2 x 330,2 mm) Foolscap (215,9 x 330,2 mm) AFLS (206 x 337 mm) ind-LGL (215 x 345 mm) Envelope COM10 (104,7 x 241,3 mm) Envelope Monarch (98,4 x 190,5 mm) Envelope C5 (162 x 229 mm) Envelope DL (110 x 220 mm) Indexkaart (76,2 x 127 mm) *2 Aangepast papierformaat *3 *1 Het apparaat kan ontvangen faxdocumenten afdrukken. *2 U kunt Indexkaarten alleen in de sleuf voor handmatige invoer laden.
vervangen. *2 Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk op papier van het formaat A4 of Letter. *3 Gebruik speciale transparanten voor laserprinters.
0W59-0FA Specificaties van de kopieerfunctie Tekst/Foto/Kaart (snel) (kleur) 300 x 300 dpi Scanresolutie Tekst/Foto/Kaart, Tekst/Foto/Kaart (snel) (Z/W) 300 x 600 dpi Tekst/Foto/Kaart (Kwaliteit), gedrukte afbeelding, tekst 600 x 600 dpi Uitvoerresolutie 600 x 600 dpi Zoompercentage 100% 1:1, Max. 400%, 200%, 141% A5->A4, 70% A4->A5, 50%, Min.
0W59-0FC Specificaties van de faxfunctie Gebruikte lijn Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) *1 Communicatiemodus Super G3, G3 Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG Modemsnelheid Super G3: 33,6 kbps, G3: 14,4 kbps Automatische terugval Transmissiesnelheid Ongeveer 3 seconden/pagina*2 (ECM-JBIG, verzending vanuit het geheugen bij 33,6 Kbps) Verzenden vanuit geheugen/ontvangen in geheugen Max.
0W59-0FE Specificaties van de scannerfunctie Type Kleurenscanner Maximaal scanformaat Glasplaat: maximaal 216 x 297 mm Invoer: maximaal 216 x 356 mm Scanresolutie Optische resolutie Glasplaat: maximaal 600 x 600 dpi Invoer: maximaal 300 x 300 dpi Softwarematige resolutie 9.600 x 9.600 dpi Scansnelheid*1 (A4, 300 x 600 dpi) Stuurprogramma Kleur: 10 vellen/minuut Zwart-wit: 20 vellen/minuut TWAIN WIA 2.0 (Windows Vista/7/8) ICA (Mac OS X 10.6.
0W59-0FF Specificaties van de afdrukfunctie Afdrukmethode Indirect elektrostatisch systeem (fixeren op verzoek) Papiercapaciteit MF729Cx / MF728Cdw / MF724Cdw Sleuf voor handmatige invoer: ongeveer 50 vellen (60 tot 90 g/m²) Papierlade: ongeveer 250 vellen (60 tot 90 g/m²) Cassette Feeding Module-V1 (optioneel): ongeveer 250 vellen (60 tot 90 g/m²) MF628Cw / MF623Cn Sleuf voor handmatige invoer: 1 vel Papierlade: ongeveer 150 vellen (60 tot 90 g/m²) Capaciteit opvangblad *1 (een stapel nieuw papier van
0W59-0FH Specificaties voor het verzenden van e-mail Communicatieprotocol *1 SMTP Bestandsindeling PDF, PDF (Compact), PDF (Compact/OCR), PDF (OCR), JPEG, TIFF Zwart-wit JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (MMR-compressie) PDF/PDF (OCR): 300 dpi (MMR-compressie) PDF (Compact)/PDF (Compact/OCR): tekst 300 dpi, achtergrond 150 dpi Resolutie Kleur JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (JPEG-compressie) PDF/PDF (OCR): 200 dpi (JPEG-compressie) PDF (Compact)/PDF (Compact/OCR): tekst 300 dpi, achtergrond 150 dpi Besturingss
0W59-0FJ Specificaties voor het scannen naar gedeelde mappen Communicatieprotocol SMB (TCP/IP) Bestandsindeling PDF, PDF (Compact), PDF (Compact/OCR), PDF (OCR), JPEG, TIFF Zwart-wit JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (MMR-compressie) PDF/PDF (OCR): 300 dpi (MMR-compressie) PDF (Compact)/PDF (Compact/OCR): Tekst 300 dpi, Achtergrond 150 dpi Resolutie Kleur JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (JPEG-compressie) PDF: 200 dpi (JPEG-compressie) PDF (Compact): tekst 300 dpi, achtergrond 150 dpi Besturingssystemen Window
0W59-0FK Verbruiksartikelen Hier volgt een richtsnoer voor de geschatte levensduur van de verbruiksartikelen die in dit apparaat worden gebruikt. Schaf verbruiksartikelen aan bij uw plaatselijke, erkende Canon-dealer. Neem voorzorgsmaatregelen voor gezondheid en veiligheid in acht wanneer u verbruiksartikelen opslaat en hanteert ( Verbruiksartikelen). Afhankelijk van de installatieomgeving, het papierformaat of het documenttype moet u verbruiksartikelen misschien eerder dan aangegeven vervangen.
Zie Tonercartridges vervangen, wanneer u tonercartridges vervangt.
0W59-0FL Als optie verkrijgbare items U kunt de functionaliteit van het apparaat volledig benutten door als optie verkrijgbare hieronder beschreven items toe te passen. Als optie verkrijgbare items kunt u aanschaffen bij de leverancier waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij de Canon-dealer ter plaatse.
Leesrichting magnetische kaart Voorzijde omhoog Opslaan/Weer afspelen Weer afspelen Afmetingen (H x B x D) 40 x 88 x 96 mm (zonder het bevestigingspakket en de kabel) Gewicht Ongeveer 200 g (zonder het bevestigingspakket en de kabel) Systeemopties (MF729Cx) Dit gedeelte beschrijft de systeemgerelateerde als optie verkrijgbare items en de functie ervan. Barcode Printing Kit Met deze optie kunt u streepjescodes genereren in diverse formaten. NB.
4 5 Voer de licentiesleutel in met de numerieke toetsen en tik op . De registratie wordt gestart. Wacht totdat de melding wordt weergegeven. Als de melding wordt weergegeven, schakel dan de functies in die nodig zijn voor het activeren van de optie en registreer de licentiesleutel opnieuw. 6 Tik op .
0W59-0FR Meegeleverde documentatie Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees deze handleiding eerst. Er worden enkele basisprocedures beschreven, van het verwijderen van het verpakkingsmateriaal tot het installeren van het apparaat.
0W59-0FS gebruiken e-Handleiding De e-Handleiding is een handleiding die u op uw computer kunt bekijken en die alle functies van het apparaat beschrijft. U kunt zoeken op basis van uw bedoeld gebruik of een trefwoord invoeren om snel de pagina te vinden die u zoekt. U kunt de e-Handleiding op uw Installeren e-Handleiding computer installeren of e-Handleiding rechtstreeks vanaf de dvd-rom te starten.
0W59-0FU Installeren e-Handleiding Installeer de e-Handleiding op uw computer vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd. 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. 2 Klik op [Aangepaste installatie]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven. Het scherm [Installatie van Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven.
5 6 7 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. Selecteer een taal en klik op [Volgende]. Selecteer de map waarin u wilt installeren, en klik op [Installeren]. De installatie wordt gestart. U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. 8 Klik op [Afsluiten].
9 Klik op [Volgende] [Afsluiten]. De e-Handleiding inzien Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram van de e-Handleiding op het bureaublad. Als er een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven Klik op [Inhoud weergeven]. TIPS voor De e-Handleiding rechtstreeks vanaf de dvd-rom bekijken 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd.
0W59-0FW Installatie ongedaan maken e-Handleiding U kunt de e-Handleiding desgewenst van de computer verwijderen en de computer terugbrengen in de staat van voor de installatie van de e-Handleiding. 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. 2 Klik op [Programma's starten]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven.
6 Klik op [Terug] [Afsluiten].
0W59-0FX Lay-out van het scherm e-Handleiding De e-Handleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Verschijnt wanneer u e-Handleiding start. Canon Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. Tabblad [Inhoudsopgave]/Tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen de inhoudsopgave en de zoekfunctie. Inhoudsopgave De hoofdstuktitels worden weergegeven ( ).
[Siteoverzicht] Klik hierop als u alle onderwerpen van de e-Handleiding wilt weergeven. [Help] Klik hierop als u informatie wilt weergeven over hoe u de e-Handleiding kunt bekijken, hoe u een zoekopdracht uitvoert en andere informatie. [Afdrukken] Klik hierop om de weergegeven inhoud af te drukken. Handige functies Verschillende praktijkvoorbeelden om het apparaat zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Klik op / / / om praktijkvoorbeelden op categorie weer te geven.
[Inhoudsopgave] De hoofdstukpictogrammen en -titels worden weergegeven. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren. Onderwerppagina Geeft de onderwerpen van het geselecteerde hoofdstuk weer.
[Voer hier trefwoord(en) in] Voer een zoekwoord of zoekwoorden in en klik op , de zoekresultaten worden dan weergegeven in een zoekresultatenlijst ( ). Zet een spatie tussen de zoekwoorden en er wordt gezocht naar pagina's die alle zoekwoorden bevatten. Zet (een) zoekwoord (en) tussen aanhalingstekens en er wordt alleen gezocht naar pagina's met de letterlijke tekst van de zoekwoorden. [Zoekopties] Klik hierop om zoekopties in te stellen zoals het bereik van de zoekopdracht en jokertekens.
Hoofdstukpictogrammen Klik hierop om naar het onderwerp van het geselecteerde hoofdstuk te gaan. Titel (Onderwerp) Geeft titels en onderwerpen weer. Klik op een titel of onderwerp om naar de pagina te gaan. Klik hierop om naar het begin van de pagina te gaan. / Klik hierop om naar het vorige of volgende hoofdstuk te gaan.
0W59-0FY Kijken e-Handleiding Markeringen Waarschuwingen met betrekking tot veiligheid, beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot de bediening van het apparaat, nuttige tips en andere informatie worden weergegeven met behulp van de onderstaande markeringen. Hiermee wordt een waarschuwing aangeduid voor handelingen die de dood of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben als ze niet juist worden uitgevoerd. Voor een veilig gebruik van dit apparaat moet u deze waarschuwingen altijd ter harte nemen.
0W59-0H0 Overige In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
0W59-0H1 Basisbewerkingen in Windows Het onderdeel [Computer] of [Deze computer] weergeven De printermap weergeven Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven Een testpagina afdrukken in Windows De bitarchitectuur controleren De computernaam controleren De LPR-/RAW-printerpoort controleren Het onderdeel [Computer] of [Deze computer] weergeven Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Computer].
Gedeelde printers worden weergegeven. 1 Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven Als uw computer het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] niet weergeeft nadat u de meegeleverde dvd-rom hebt geplaatst, volg dan onderstaande procedure. De stationsnaam van dvd-rom-station wordt aangeduid met "D:" in deze handleiding. De naam van het dvd-rom-station kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt.
4 Klik op [Testpagina afdrukken] in het tabblad [Algemeen]. De testpagina wordt afgedrukt. De bitarchitectuur controleren Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure. 1 Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm selecteer [Configuratiescherm]. Windows 8.
De computernaam controleren Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 1 Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] 2 selecteer [Configuratiescherm]. selecteer [Configuratiescher] Open het onderdeel [Systeem].
3 Controleer de poortinstellingen. Klik op het tabblad [Poorten]. Zorg dat de juiste poort is geselecteerd voor de printer.
0W59-0H2 Voor Mac OS-gebruikers Afhankelijk van de aankoopdatum hebt u mogelijk geen stuurprogramma voor Mac OS bij uw apparaat ontvangen. De stuurprogramma's worden naar de Canon-website geüpload wanneer ze nodig zijn. Controleer het besturingssysteem van uw computer en download het juiste stuurprogramma van de Canon-website. Zie de Installatiehandleiding MFstuurprogramma voor informatie over het installeren en gebruiken van het stuurprogramma.
0W59-0H3 Kennisgeving Services en software van derden Services van derden EMC-voorwaarden van EU-richtlijn Dit apparaat voldoet aan de essentiële EMC-voorwaarden van de EU-richtlijn. Wij verklaren dat dit product voldoet aan de EMCvoorwaarden van de EU-richtlijn bij een nominale netspanning van 230 V, 50 Hz hoewel de nominale spanning van dit product 220-240 V, 50/60 Hz is. Het gebruik van geïsoleerde kabels is vereist om te voldoen aan de EMC-voorwaarden van de EU-richtlijn.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU), de richtlijn 2006/66/EG betreffende batterijen en accu's en/of de plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd, niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
Niets uit dit document mag worden vermenigvuldigd, verzonden, getranscribeerd, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een taal of computertaal in welke vorm of met welke middelen dan ook, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon Inc. Handelsmerken Adobe, Acrobat en Reader zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Except as otherwise stated, any reference to a "PostScript printing device," "PostScript display device," or similar item refers to a printing device, display device or item (respectively) that contains PostScript technology created or licensed by Adobe Systems Incorporated and not to devices or items that purport to be merely compatible with the PostScript language.
0W59-0H4 Contact opnemen CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Park, Melville, NY 11747, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD. 2F Jinbao Building No.
㻝㻌㻛㻌㻠㻣
Introductie 3 Informatie over de stuurprogramma's en de software 4 Ondersteunde besturingssystemen 5 Selecteren welk stuurprogramma moet worden geïnstalleerd 6 Installeren 7 Installeren vanaf de meegeleverde dvd-rom 8 Installeren na downloaden van de Canon website 22 Installatie om WSD te gebruiken 29 Verwijderen 34 Problemen oplossen 37 Bijlage 38 De installatiehandleiding gebruiken 39 Schermconfiguratie van de installatiegids 40 De installatiehandleiding bekijken 43 Overige 44 Basisbewerkingen in Windows
0W6C-000 Introductie In deze Installatiehandleiding wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Scan Utility installeert en verwijdert. Systeemvereisten voor het installeren van de MF-stuurprogramma's of MF Scan Utility. besturingssystemen Ondersteunde Installeren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Scan Utility installeert, om het apparaat gereed te maken voor Installeren afdrukken vanaf een computer.
0W6C-001 Informatie over de stuurprogramma's en de software Lees het volgende voordat u de MF-stuurprogramma's of andere software installeert. Het installatieproces varieert al naar gelang de verbindingsmethode en omgeving. MF-stuurprogramma's Printerstuurprogramma Faxstuurprogramma *1 U kunt vanuit een toepassing afdrukken op het apparaat wanneer het printerstuurprogramma op uw computer is geïnstalleerd.
0W6C-002 Ondersteunde besturingssystemen Controleer in de volgende tabel welke besturingssystemen ondersteuning bieden voor MF-stuurprogramma's en MF Scan Utility.
0W6C-003 Selecteren welk stuurprogramma moet worden geïnstalleerd Voordat u de MF-stuurprogramma's installeert, dient u op het apparaat op te geven welk methode voor verbinding met de computer wordt gebruikt en welke soorten stuurprogramma's moeten worden gebruikt. 1 Druk op en tik op
. Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk .0W6C-004 Installeren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de MF-stuurprogramma's en MF Scan Utility installeert en het apparaat gereed maakt voor afdrukken vanaf een computer. Installeren vanaf de meegeleverde dvd-rom Installeer de MF-stuurprogramma's vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd. Voer de instelprocedure uit, verbind het apparaat Installeren vanaf de meegeleverde dvd-rom met uw computer en installeer de stuurprogramma's.
0W6C-005 Installeren vanaf de meegeleverde dvd-rom Bij gebruik van Eenvoudige installatie moet u de stappen in de volgende volgorde uitvoeren: "Installeer de stuurprogramma's" "Installeer de software vanaf de bijgeleverde dvd-rom" "Installeer de e-Handleiding". Raadpleeg vóór u begint "Aan de slag" voor meer informatie over het verbinden van het apparaat en de computer.
Als u de e-Handleiding niet op uw computer wilt installeren of als u geïnstalleerde software wilt aanpassen, klikt u op [Aangepaste installatie]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven. Het scherm [Installatie van Indien [Automatisch afspelen] wordt weergegeven, klik op [MInst.exe uitvoeren]. 5 Geef op hoe u het apparaat met de computer wilt verbinden. USB-verbinding Selecteer [USB-verbinding] en klik op [Volgende].
8 Klik op [Volgende]. 9 Volg de instructies op het scherm voor het installeren van de stuurprogramma's. USB-aansluiting 1 Volg de instructies op het scherm voor het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel en zet het apparaat aan. 2 Klik op [Afsluiten].
Installatie van de stuurprogramma's is voltooid. Als u niet kunt vaststellen dat het apparaat en de computer op elkaar zijn aangesloten Het onderstaande scherm kan worden weergegeven in de gevallen dat het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel enige tijd in beslag nam. Zet het apparaat uit, sluit de kabel opnieuw aan en zet het apparaat weer aan. Verbinding via bedraad/draadloos LAN 1 Klik in het volgende scherm op [Ja]. 2 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende].
Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding van het apparaat en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven: e-Handleiding), en klik op [Apparatenlijst bijwerken]. Als u het apparaat nog steeds niet wordt weergegeven, klikt u op [Zoeken op IP-adres] voer het IP-adres in dat op het apparaat is ingesteld [OK]. 3 Controleer de instellingen en klik op [Starten]. Installatie van de stuurprogramma's is voltooid.
Als u [Accepteren] selecteert, wordt Product Extended Survey Program geïnstalleerd. Product Extended Survey Program is een programma waarmee gedurende tien jaar elke maand basisinformatie over de installatie en het gebruik van de printer naar Canon wordt verstuurd. Er worden geen andere gegevens verstuurd, dus ook geen Het uitgebreid persoonlijke gegevens. U kunt Product Extended Survey Program op elk gewenst moment verwijderen. onderzoeksprogramma product verwijderen 13 14 Klik op [Volgende].
Als u standaardsoftware en de e-Handleiding op de computer wilt installeren, klikt u op [Eenvoudige installatie]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven. Het scherm [Installatie van Als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven, klikt u op [MInst.exe uitvoeren]. 5 Geef op hoe u het apparaat met de computer wilt verbinden. USB-verbinding Selecteer [USB-verbinding] en klik op [Volgende].
7 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. 8 Klik op [Volgende]. 9 Volg de instructies op het scherm voor het installeren van de stuurprogramma's. USB-aansluiting 1 Volg de instructies op het scherm voor het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel en zet het apparaat aan.
2 Klik op [Afsluiten]. Installatie van de stuurprogramma's is voltooid. Als u niet kunt vaststellen dat het apparaat en de computer op elkaar zijn aangesloten Het onderstaande scherm kan worden weergegeven in de gevallen dat het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel enige tijd in beslag nam. Zet het apparaat uit, sluit de kabel opnieuw aan en zet het apparaat weer aan. Verbinding via bedraad/draadloos LAN 1 Klik in het volgende scherm op [Ja].
2 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende]. Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding van het apparaat en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven: e-Handleiding), en klik op [Apparatenlijst bijwerken]. Als u het apparaat nog steeds niet wordt weergegeven, klikt u op [Zoeken op IP-adres] voer het IP-adres in dat op het apparaat is ingesteld [OK]. 3 Selecteer de stuurprogramma's die u wilt installeren en klik op [Volgende].
5 Geef informatie voor elk stuurprogramma op. [Printernaam]/[Naam faxapparaat] Wijzig de naam zo nodig. [Gebruiken als gedeelde printer]/[Gebruiken als gedeelde fax] Schakel dit selectievakje in als u het apparaat wilt delen (met de computer waarop u de installatie als afdrukserver uitvoert). Een afdrukserver instellen: e-Handleiding [Gedeelde naam] Wijzig de gedeelde naam zo nodig.
7 Configureer het apparaat dat u meestal gebruikt en maak een proefafdruk. Om het apparaat te configureren als het apparaat dat u het meest gebruikt, selecteert u het stuurprogramma en klikt u op [Volgende]. Als u een testpagina wilt afdrukken, controleer dan het stuurprogramma. 8 Klik op [Afsluiten]. In Windows Server 2003/Server 2008/Server 2012 wordt MF Scan Utility niet geïnstalleerd. Ga naar stap 11. Installatie van de stuurprogramma's is voltooid.
Als u [Accepteren] selecteert, wordt Product Extended Survey Program geïnstalleerd. Product Extended Survey Program is een programma waarmee gedurende tien jaar elke maand basisinformatie over de installatie en het gebruik van de printer naar Canon wordt verstuurd. Er worden geen andere gegevens verstuurd, dus ook geen Het uitgebreid persoonlijke gegevens. U kunt Product Extended Survey Program op elk gewenst moment verwijderen. onderzoeksprogramma product verwijderen 14 15 Klik op [Volgende].
Als het scannerstuurprogramma goed is geïnstalleerd, verschijnt een pictogram voor de geïnstalleerde scanner in de map [Scanners en camera's] of [Eigenschappen van scanners en camera's]. MF Scan Utility Wanneer MF Scan Utility goed is geïnstalleerd, verschijnt een MF Scan Utility-pictogram in de map [MF Scan Utility], die zich in de map [Canon] in het menu [Start] bevindt.
0W6C-006 Installeren na downloaden van de Canon website Installeer de MF-stuurprogramma's of MF Scan Utility nadat u de nieuwste versie van de Canon-website hebt gedownload. MF-stuurprogramma's installeren MF Scan Utility installeren De resultaten van de installatie controleren Wanneer u het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluit Volg de instructies op het scherm voor het aansluiten van een USB-kabel.
6 Volg de instructies op het scherm voor het installeren van de stuurprogramma's. USB-aansluiting 1 Selecteer [USB-verbinding] en klik op [Volgende]. 2 Volg de instructies op het scherm voor het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel en zet het apparaat aan. 3 Klik op [Afsluiten].
Installatie van de stuurprogramma's is voltooid. Als u niet kunt vaststellen dat het apparaat en de computer op elkaar zijn aangesloten Het onderstaande scherm kan worden weergegeven in de gevallen dat het op elkaar aansluiten van het apparaat en een computer met een USB-kabel enige tijd in beslag nam. Zet het apparaat uit, sluit de kabel opnieuw aan en zet het apparaat weer aan. Verbinding via bedraad/draadloos LAN 1 Selecteer [Netwerkverbinding] en klik op [Volgende].
In Server 2003/Server 2008/Server 2012 wordt dit scherm niet weergegeven. Ga naar de volgende procedure. 3 Selecteer het apparaat en klik op [Volgende]. Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst] Controleer de verbinding van het apparaat en de computer en de IP-adresinstellingen (Netwerkinstellingen weergeven: e-Handleiding), en klik op [Apparatenlijst bijwerken].
6 Geef informatie voor elk stuurprogramma op. [Printernaam]/[Naam faxapparaat] Wijzig de naam zo nodig. [Gebruiken als gedeelde printer]/[Gebruiken als gedeelde fax] Schakel dit selectievakje in als u het apparaat wilt delen (met de computer waarop u de installatie als afdrukserver uitvoert). Een afdrukserver instellen: e-Handleiding [Gedeelde naam] Wijzig de gedeelde naam zo nodig.
8 Configureer het apparaat dat u meestal gebruikt en maak een proefafdruk. Om het apparaat te configureren als het apparaat dat u het meest gebruikt, selecteert u het stuurprogramma en klikt u op [Volgende]. Als u een testpagina wilt afdrukken, controleer dan het stuurprogramma. 9 Klik op [Afsluiten]. Installatie van de stuurprogramma's is voltooid. MF Scan Utility installeren 1 2 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Download MF Scan Utility van de Canon-website (http://www.canon.
printermap ( De printermap weergeven). Faxstuurprogramma Als het faxstuurprogramma goed is geïnstalleerd, verschijnt een pictogram voor het geïnstalleerde faxapparaat in de printermap ( De printermap weergeven). Scannerstuurprogramma (netwerkverbinding) Als het scannerstuurprogramma goed is geïnstalleerd, verschijnt een pictogram voor de geïnstalleerde scanner in de map [Scanners en camera's] of [Eigenschappen van scanners en camera's].
0W6C-007 Installatie om WSD te gebruiken Als u Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 gebruikt, kunt u afdrukken door het protocol WSD (Web Services on Devices) te gebruiken. Installeer als u WSD wilt gebruiken eerst het printerstuurprogramma en voeg dan een netwerkprinter toe. MF-stuurprogramma's installeren Een netwerkprinter toevoegen MF-stuurprogramma's installeren 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Open de printermap.
7 8 Klik op [Bladeren]. Geef de map op waarin de stuurprogramma's zijn opgeslagen, selecteer het INF-bestand en klik op [Openen]. Geef de map op die de stuurprogramma's bevat, op de dvd-rom of in het bestand dat u hebt gedownload. Welke stuurprogramma's u kunt opgeven verschilt per model. * Geef de map op voor uw taal in [xxxx]. UFR II [intdrv] [UFRII] PS [intdrv] [PS] PCL5 [intdrv] [PCL] [XXXX]* [32bit] of [x64] [Driver] [pcl5e_5c] mappen van de dvd-rom of gedownload bestand.
10 Selecteer uw printer en klik op [Volgende]. 11 Wijzig de printernaam zo nodig en klik op [Volgende]. 12 Selecteer [Deze printer niet delen] en klik op [Volgende]. Als u de printer wilt delen, geeft u instellingen voor delen op voor de printer die is toegevoegd met toevoegen. (Een afdrukserver instellen: e-Handleiding) 13 Een netwerkprinter Klik op [Voltooien]. Wilt u de printer opgeven als de printer die u normaal gebruikt, schakel dan het selectievakje [Als standaardprinter instellen] in.
Een netwerkprinter toevoegen 1 Open de netwerkmap. Windows Vista/Server 2008 selecteer [Netwerk]. [Start] Windows 7/Server 2008 R2 [Computer] selecteer [Netwerk]. [Start] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] 2 [Verkenner] [Verkenner] selecteer [Netwerk]. selecteer [Netwerk]. Klik met de rechtermuisknop op het nieuw toegevoegde printerpictogram en klik op [Installeren].
rechtermuisknop en selecteert u [Apparaat verwijderen] of [Verwijderen] 㻟㻟㻌㻛㻌㻠㻣 klik op [Ja].
0W6C-008 Verwijderen Wanneer u geïnstalleerde MF-stuurprogramma's, MF Scan Utility of Product Extended Survey Program of Toner Status niet langer nodig hebt, kunt u deze software de-installeren en van uw computer verwijderen. De MF-stuurprogramma's verwijderen MF Scan Utility de-installeren Het uitgebreid onderzoeksprogramma product verwijderen Toner Status verwijderen De MF-stuurprogramma's verwijderen 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount.
4 Klik op de knop [Verwijderen]. 5 Klik op [Ja]. Het verwijderen begint. MF Scan Utility de-installeren 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Open het onderdeel [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen]. [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] Selecteer [Canon MF Scan Utility] en klik op [Verwijderen/wijzigen] of [Wijzigen/Verwijderen]. Het verwijderprogramma wordt gestart. 4 5 Klik op [Ja]. Klik op [OK].
Het uitgebreid onderzoeksprogramma product verwijderen 1 2 3 Meld u bij de computer aan met een administratoraccount. Geef [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] weer. Weergave [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] Selecteer [Canon Laser Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program] en klik op [Verwijderen]. Het verwijderprogramma wordt gestart. 4 Klik op [OK].
0W6C-009 Problemen oplossen Het kan gebeuren dat er zich bij het installeren of verwijderen van de MF-stuurprogramma's en MF Scan Utility problemen voordoen. Lees in dat geval de volgende gedeelten voordat u contact met Canon opneemt.
0W6C-00A Bijlage De Bijlage bevat informatie die u moet weten, bijvoorbeeld hoe u de Installatiehandleiding moet gebruiken, disclaimers en auteursrechtinformatie.
0W6C-00C De installatiehandleiding gebruiken De Installatiehandleiding is een handleiding die u op de computer kunt doornemen. Hierin wordt informatie over het installeren van stuurprogramma's gegeven. U kunt snel naar een bepaalde pagina gaan door de gewenste informatie te zoeken of trefwoorden in te voeren. De gewenste informatie opzoeken U kunt zoeken naar de gewenste pagina door de volgende drie methoden te gebruiken.
0W6C-00E Schermconfiguratie van de installatiegids De installatiehandleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Deze pagina wordt weergegeven als u de installatiehandleiding start. Canon-logo Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan vanaf een andere pagina. Tabblad [Inhoudsopgave]/Tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen het tabblad [Inhoudsopgave] en het tabblad [Zoeken].
[Inhoudsopgave] Hoofdstukpictogrammen en onderwerptitels worden weergegeven op dit tabblad. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren. Onderwerpen Geeft de onderwerpen van het geselecteerde hoofdstuk weer.
[Voer hier trefwoord(en) in] Voer één of meerdere trefwoorden in en klik op om de zoekresultaten weer te geven in een resultatenlijst. U kunt een zin invoeren om pagina's te zoeken die alle woorden van de zin bevatten. Zet de zin tussen aanhalingstekens om de exacte zin te vinden. [Zoekopties] Klik om de zoekvoorwaarden te specificeren zoals het bereik van de zoekopdracht en hoofdlettergevoeligheid. Zoekbereik selecteren U kunt dit gebruiken om de individuele hoofdstukken te selecteren om te doorzoeken.
0W6C-00F De installatiehandleiding bekijken Markeringen Beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot de bediening van het apparaat, nuttige tips en andere informatie worden weergegeven met behulp van de onderstaande markeringen. Hiermee worden bedieningsvereisten en -beperkingen aangeduid. Lees deze punten zorgvuldig door voor een juiste bediening van de printer en om schade aan de printer of eigendom te voorkomen. Hiermee wordt een uitleg van een handeling gegeven.
0W6C-00H Overige In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
0W6C-00J Basisbewerkingen in Windows De printermap weergeven Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven De bitarchitectuur controleren Weergave [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] De printermap weergeven Windows Vista [Start] selecteer [Configuratiescherm] [Printer]. Windows 7/Server 2008 R2 [Start] selecteer [Apparaten en printers]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm weergeven].
Windows Server 2008 Dubbelklik op [Systeem]. 3 Controleer de bitarchitectuur. 32-bit besturingssystemen [32-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. 64-bit besturingssystemen [64-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Weergave [Programma's en onderdelen] of [Programma's installeren of verwijderen] Windows Vista/7/Server 2008 R2 [Start] [Configuratiescherm] selecteer [Een programma verwijderen]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm verwijderen].
0W6C-00K Kennisgeving Disclaimer De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. CANON INC. BIEDT GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DIT MATERIAAL, UITDRUKKELIJK NOCH STILZWIJGEND, BEHALVE ZOALS HIERIN GEBODEN, INCLUSIEF, EN ZONDER BEPERKINGEN DAARVAN, GARANTIES OP HET GEBIED VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF HET INBREUK MAKEN OP ENIG RECHT. CANON INC.