Operation Manual

<Gebruikersbeheer>
2U6C-097
Alle instellingen voor het gebruik
ersbeheer van het apparaat verschijnen in een lijst met korte toelichting.
Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
).
<Instellingen Systeembeheerderinformatie>(P. 560)
<Afdelings-ID beheer>(P. 560)
<Instellingen Systeembeheerderinformatie>
Geef de id of pincode uitsluitend in voor beheer
ders die toegangsmachtigingen hebben voor <Netwerk> en
<Beheerinstellingen>. Id is <Systeembeheerder-ID> en pincode is <Pincode systeembeheerder>. U kunt ook de naam
van een beheerder registreren.
De systeembeheerders-ID en pincode instellen(P. 356)
<Systeembeheer
der-ID en pincode>
Typ de id en pincode voor de systeembeheerder in.
<Systeembeheerder-ID>
<Pincode systeembeheer
der>
<Naam systeembeheerder>
Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de beheerder.
<Afdelings-ID beheer>
Stel de functie Afdelings-ID beheer in om toegang tot het appar
aat te beheren met gebruik van meerdere ID's.
Afdeling-ID beheer congur
eren(P. 358)
<Afdelings-ID beheer>
<Uit>
<Aan>
<Afdr.opdr. toest. (onbek. ID)>
<Uit>
<Aan>
<Scanopdr. toest. (onbek. ID)>
<Uit>
<Aan>
U kunt <Registr./be
werken> selecteren om Afdelings-ID´s te registreren en de instellingen van de
geregistreerde ID´s te bewerken.
U kunt <Tellerbeheer> selecteren om het totaalaantal pagina's te controleren voor taken die tot nu toe zijn
verricht per Afdelings-ID.
Overzicht van menuopties
560