Operation Manual

1. Scanfrmt (Scan size)
Selecteer het formaat van het origineel.
2. Indeling (Format)
Selecteer de gegevensindeling van de gescande gegevens.
3.
Scanres. (Scan res) (Scanresolutie)
Selecteer de resolutie voor scannen.
4.
Voorbeeld (Preview)
Geef aan of u een voorbeeld van de gescande gegevens wilt weergeven wanneer u de gegevens
opslaat op een USB-flashstation of doorstuurt naar een gedeelde map.
5.
ADF-afdrukstand (ADF orientation)
Selecteer de stand van het originele document.
Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Doc.type.
6.
ADF dubb.scannen (ADF duplex scan)
Selecteer de scanmethode wanneer u de ADF gebruikt. Als u Dubbelz. (Duplex) selecteert, tikt u op
Geavancee. (Advanced) om de nietmarge te selecteren.
Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Doc.type.
7.
Doorz. vermind. (Reduce show-thru) (Doorschijnendheid beperken)
Tekens op de achterkant kunnen doorschijnen als u een dun document zoals een krant scant. Selecteer
AAN (ON) als tekens lijken door te schijnen in het gescande document.
Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Doc.type.
8.
Onteffenen (Descreen)
Een afdruk bestaat uit minuscule punten die samen tekens of afbeeldingen vormen. Als de punten elkaar
verstoren, kan dit ongelijkmatige schaduwen of een streeppatroon veroorzaken. Selecteer AAN (ON) als
u ongelijkmatige schaduwen of een streeppatroon waarneemt op de gescande afbeelding.
Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Doc.type.
Opmerking
Zelfs als AAN (ON) is geselecteerd voor deze instelling, wordt dit effect mogelijk niet helemaal
verwijderd als Onscherp masker (Unsharp mask) is ingesteld op AAN (ON). In dat geval
selecteert u UIT (OFF) voor Onscherp masker (Unsharp mask).
9.
Onscherp masker (Unsharp mask)
758