Operation Manual

Een controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door
een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde
kleur niet wordt afgedrukt.
De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt:
Controle spuitopening (Nozzle Check)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Controle spuitopening (Nozzle Check) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt weergegeven.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items weer te geven die u moet
controleren voordat u het controleraster voor spuitopeningen afdrukt.
3.
Plaats het papier in de printer
Plaats één vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in cassette 1.
Belangrijk
Cassette 2 kan niet worden gebruikt voor het afdrukken van het controleraster voor de
spuitopeningen. Zorg dat u papier in cassette 1 plaatst.
4.
Druk een controleraster voor de spuitopeningen af
Zorg dat de printer aan staat en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen start.
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt geopend.
5. Controleer het afdrukresultaat
Controleer het afdrukresultaat. Klik op Afsluiten (Exit) als het afdrukresultaat normaal is.
Klik op Reiniging (Cleaning) om de printkop te reinigen als de afdruk vegen bevat of als bepaalde
delen niet zijn afgedrukt.
Verwant onderwerp
De printkoppen reinigen
233