Operation Manual

Controle 1: Kan het apparaat niet vinden in het scherm
Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het
draadloze LAN
Zijn de printer en het netwerkapparaat (router en dergelijke) ingeschakeld?
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Controleer of de printer is ingeschakeld
Controleer of het netwerkapparaat (router en dergelijke) is ingeschakeld.
Als de printer of het netwerkapparaat is uitgeschakeld:
Schakel de printer of het netwerkapparaat in.
Het kan enige tijd duren voordat de printer en het netwerkapparaat gereed zijn voor gebruik nadat ze zijn
ingeschakeld. Wacht een tijdje na het inschakelen van de printer of het netwerkapparaat en klik dan op
Opnieuw detecteren (Redetect) in het scherm Printerinstellingen controleren (Check Printer
Settings) om de printer opnieuw te detecteren.
Als de printer wordt gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen
van de netwerkcommunicatie.
Als de printer en het netwerkapparaat zijn ingeschakeld:
Als de netwerkapparaten zijn ingeschakeld, schakelt u deze uit en weer in. Als de printer daarna niet kan
worden gevonden, gaat u naar controle 2.
Controle 2: Kan het apparaat niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de
instelling van het draadloze LAN
1095