Operation Manual

11.
Selecteer het mediumtype.
Selecteer bij Mediumtype (Media Type) hetzelfde mediumtype dat in het apparaat is geplaatst.
12.
Selecteer de papierbron.
Selecteer bij Papierbron (Paper Source) de cassette waarin het papier is geplaatst.
13. Zodra de afdrukinstellingen zijn ingevoerd, klikt u op Afdrukken (Print) om af te drukken.
Opmerking
Verschillende afdrukinstellingen kunnen met het printerstuurprogramma worden geconfigureerd.
Afdrukken vanuit toepassingssoftware (Mac OS-printerstuurprogramma)
39