Operation Manual

1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm.
LCD en bedieningspaneel
3.
Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings) en druk vervolgens op de knop
OK.
4.
Selecteer met de knop de optie FAX-instellingen (FAX settings) en druk vervolgens
op de knop OK.
5.
Selecteer met de knop de optie Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings)
en druk vervolgens op de knop OK.
6.
Selecteer met de knop de optie Gebruikersgegevens instellen (User information
settings) en druk vervolgens op de knop OK.
Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt
weergegeven.
7.
Geef de naam van het toestel op.
1.
Gebruik de knop om de cursor te verplaatsen naar Toestelnaam (Unit name).
2.
Geef de naam van het toestel op.
3.
Druk op de knop OK.
Opmerking
U kunt maximaal 24 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam.
816