Operation Manual

Wanneer de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens
van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd:
Voorbeeld:
Papierinstelling voor afdrukken of kopiëren: B5
Papiergegevens van de cassette die zijn geregistreerd op het apparaat: A4
Wanneer u begint met afdrukken of kopiëren, wordt er een bericht weergegeven.
Bevestig het bericht en druk op de knop OK. Wanneer het scherm voor het selecteren van de bewerking
wordt weergegeven, selecteert u een van onderstaande opties.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet
weergegeven.
Afdr. met papier in cassette-inst. (Print with paper in cass. settings)
Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette geplaatst is, zonder de
papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Wanneer de papierinstelling voor afdrukken en kopiëren bijvoorbeeld B5 is en de op het apparaat
geregistreerde papiergegevens van de cassette A4, gebruikt het apparaat de instelling B5 om af te
drukken of te kopiëren op het papier dat in de cassette is geladen.
Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print)
Selecteer deze optie als u na het vervangen van het papier in de cassette wilt afdrukken.
Wanneer de papierinstelling voor afdrukken of kopiëren bijvoorbeeld B5 is en de op het apparaat
geregistreerde papiergegevens van de cassette A4, laadt u papier met B5-formaat in de cassette
voordat u begint met afdrukken of kopiëren.
548