Operation Manual

207
Wi-Fi-verbinding en instellingen
3 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan.
Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit te voeren,
maakt de camcorder automatisch verbinding met het
toegangspunt. Ga terug naar de procedure van de functie
die u eerder gebruikte:
Stap 6 bij Streamen via Wi-Fi en internet (Bewaking bij
afwezigheid) (A 181)
Stap 2 bij Uw opnamen delen met webservices (A 198)
Stap 2 bij Draadloos afspelen op een computer (A 202)
U kunt ook [K] > [X] aanraken om het menu te sluiten.
Toegangspunten zoeken
Nadat u [Zoeken naar toegangspunten] hebt aangeraakt, vindt de
camcorder binnen enkele seconden de beschikbare toegangspunten in
de buurt. Het eerste toegangspunt wordt weergegeven. Schrijf vooraf
de netwerknaam (SSID) en het wachtwoord (de versleutelingscode) op
van het toegangspunt dat u wilt gebruiken. (Meestal is dat de draadloze
router van uw thuisnetwerk.)
Gebruik het virtuele toetsenbord om tekst in te voeren voor de diverse
instellingen (A 184).
1 Selecteer het gewenste toegangspunt.
Als het gewenste toegangspunt niet wordt weergegeven, kunt u
[Í] of [Î] aanraken om de lijst met gevonden toegangspunten
te doorlopen. U kunt ook [Opnieuw zoeken] aanraken om de
camcorder nogmaals naar toegangspunten te laten zoeken.
Wanneer de netwerknaam (SSID) van het gewenste
toegangspunt verschijnt, raakt u [OK] aan.
2
Om het veld [Wachtwoord] in te vullen, raakt u
[Niet geconfigureerd] aan. Voer het wachtwoord
(versleutelingscode) van het toegangspunt in en raak [OK] aan.