Operation Manual

Inleiding 9
De videokwaliteit selecteren (opnamemodus)
De camcorder heeft 3 opnamemodi. Door de opnamemodus te
wijzigen, verandert ook de resterende opnameduur in het geheugen.
Selecteer de XP-modus voor een betere filmkwaliteit; selecteer LP
voor een langere opnameduur. De volgende tabel geeft bij benadering
de opnameduur aan.
OPMERKINGEN
De camcorder maakt gebruik van een variabele bit rate (VBR) om video
te coderen; de feitelijke opnameduur zal daarom afhangen van de
inhoud van de scènes.
Bedieningsstanden:
[ Stand. afspeelsnelh. 6 Mbps] Gewenste
opnamemodus
FUNC.
FUNC.
Vierkante haakjes [ ] worden
gebruikt voor menu-opties
zoals die op het scherm
worden weergegeven.
In deze gebruiksaanwijzing wordt met aangegeven dat een functie
beschikbaar is in de vermelde bedieningsstand en wordt met
aangegeven dat de functie niet beschikbaar is. Raadpleeg Bedieningsstanden
( 21) voor meer informatie.
De pijl wordt gebruikt om menuselecties af te korten. Raadpleeg
Gebruik van de menu’s ( 23) voor meer informatie over het
gebruik van de menu’s. Raadpleeg de bijlage Menu-opties -
Overzicht ( 86) voor een beknopte samenvatting van alle
beschikbare menu-opties en instellingen.
De namen van de meeste
knoppen en schakelaars staan
aangeduid binnen een “knop”-
kader.
Bijvoorbeeld .
FUNC.