Operation Manual

Printerpoorten congur
eren
2R20-013
Er kunnen afdrukfouten optr
eden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is
toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste
printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties
mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine. U kunt dit type probleem
oplossen door de printerpoortinstellingen te congureren op de computer.
Om de onderstaande pr
ocedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een
beheerdersaccount.
1
Open de printermap.
De printermap weergeven(P. 510)
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het stuurprogramma voor dit
appar
aat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3
Klik op het tabblad [Poorten] en congur
eer de vereiste instellingen.
Een poort toevoegen
Als u het IP-adr
es van het apparaat hebt veranderd of als u een verkeerde poort hebt geselecteerd bij het
installeren van stuurprogramma's, voeg dan een nieuwe poort toe.
1
Klik op [Poort toevoegen].
2
Selecteer [Standaard TCP/IP poort] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort].
3
Klik op [Volgende].
4
Voer het IP-adres of de DNS-naam van het apparaat in en klik op [Volgende].
De [Poortnaam] wor
dt automatisch ingevoerd. Indien nodig, kunt u deze veranderen.
Instellen
54