Operation Manual

Conguratie-instellingen voor communicatie met een
computer
2R20-011
Speciceer het pr
otocol en de poort als u het apparaat via het netwerk vanaf een computer gebruikt. Ga het apparaat
pas congureren voor afdrukken vanaf een computer nadat u de basisinstelprocedures hebt uitgevoerd. Voor meer
informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma´s op de website voor de handleidingen.
Afdrukprotocollen en WSD-functies congur
eren(P. 51)
Printerpoorten congur
eren(P. 54)
Een printserver instellen(P. 57)
De hier uitgelegde pr
otocollen zijn regels die moeten worden gevolgd voor het uitwisselen van
documentgegevens tussen een computer en het apparaat. U kunt een protocol selecteren op basis van het
doel van de bedoelde taken of de netwerkomgeving.
Poorten zijn gateways om data uit te wisselen tussen netwerkapparaten. Als er een communicatiefout
optreedt in de netwerkverbinding, wordt dit vaak veroorzaakt door onjuiste poortinstellingen.
Instellen
50