Operation Manual

<Toegankelijkheid>
2R20-05E
Alle instellingen voor toegang, zoals de schermkleur
en omkeren en weergavetijd van meldingen, verschijnen in een
lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
).
<Omwisselen schermkleuren>(P. 326)
<Helderheid>(P. 326)
<Contrast>(P. 327)
<Duur berichtweergave>(P. 327)
<Schuifsnelheid>(P. 327)
<Type cursorverplaats.>(P. 327)
Sterretjes (
*
)
Instellingen gemark
eerd met een asterix (
*
) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model
dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
<Omwisselen schermkleuren>
Selecteer <Aan> om de schermkleur
en om te wisselen. Selecteer <Aan> als het scherm lastig te lezen is, zelfs nadat u
de helderheid hebt aangepast met de optie <Helderheid>.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Voorkeuren> <Toegankelijkheid> <Omwisselen schermkleuren> Selecteer <Uit>
of <Aan>
<Helderheid>
U kunt de helderheid van het scherm aanpassen aan de gebruikslocatie van de machine.
Vijf niveaus
<Menu> <Voorkeuren> <Toegankelijkheid> <Helderheid> Pas de helderheid
aan <Toepassen> ( )
Overzicht van menuopties
326