Operation Manual

24
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto‑modus
Andere
opnamestanden
P‑modus
Afspeelmodus
MenuInstellingen
Wi‑Fi‑functies
Accessoires
Bijlage
Index
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
[
] (telelens) en om uit te zoomen duwt
u de knop naar [
] (groothoek). (Op het
scherm verschijnt de zoombalk, die de
zoompositie aangeeft.)
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op
welke beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld, worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Zoombalk
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Druk meerdere malen op de knop [ ]
totdat [
] wordt weergegeven.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
Pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiestand
aanduiden, worden rechtsboven in het
scherm weergegeven (=
27).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.