Operation Manual

<Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <UFR
II> <Halftonen> <Resolutie/gradatie> Selecteer het type afbeelding Selecteer <Resolutie>
of <Gradatie>
Type afbeelding
Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens,
<Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en guren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen.
Instelwaarde
<Resolutie>
Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Geschikt voor het afdrukken van tekens
en jne lijnen.
<Gradatie>
Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van
guren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten.
<Afstemmethode>
Geef de verwerkingsmethode op voor het corrigeren van de kleur.
<Algemeen>
<Perceptueel>
<Colorimetrisch>
<Levendige foto>
<Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <UFR
II>
<Afstemmethode> Selecteer het item
<Algemeen>
Verwerkt zodanig dat de kleurtint geschikt is voor het afdrukken van algemene papieren zoals foto's of
documenten.
Overzicht van menuopties
517