Operation Manual

1
Schakel het selectievakje [Gebruik lter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor
het [Standaardbeleid].
[Gebruik lter]
Schakel het selectievakje in als u de communicatie wilt beperken. Schakel het selectievakje uit als u de
beperking wilt opheffen.
[Standaardbeleid]
Selecteer de voorwaarde voor het toestaan of weigeren van de communicatie van andere toestellen met
het apparaat.
[Weigeren]
Selecteer deze optie om communicatiepakketten alleen door te geven wanneer deze
bestemd zijn voor of afkomstig zijn van apparaten waarvan de IP-adressen zijn
opgegeven in [Uitzonderingsadressen]. Communicatie met andere apparaten is niet
mogelijk.
[Toestaan]
Selecteer deze optie om communicatiepakketten te blokkeren wanneer deze
bestemd zijn voor of afkomstig zijn van apparaten waarvan de IP-adressen zijn
opgegeven in [Uitzonderingsadressen]. Communicatie met andere apparaten is
mogelijk.
2
Geef de adresuitzonderingen op.
Typ het IP-adres (of het bereik van IP-adressen) in het vak [Te registreren adres] en klik op
[Toevoegen].
Controleer op invoerfouten
Als u IP-adressen verkeerd invoert, kunt u het apparaat mogelijk niet bereiken vanuit de UI op
afstand. Om dat op te lossen, moet u <IPv4-adreslter> of <IPv6-adreslter> instellen op <Uit>.
<IPv4-adreslter>(P. 473)
<IPv6-adreslter>(P. 473)
Invoernotatie voor IP-adressen
Beschrijving
Voorbeeld
Het apparaat beheren
378