User manual

1
2
3
4
2-18
Inleiding
Document
scannen
Problemen
oplossen
Appendix
Inhoudsopgave
Index
Start
Terug Vorige Volgende
2. Selecteer het documenttype bij [Bron
selecteren].
[Foto (kleur)]: kleurenfoto’s scannen.
[Tijdschrift (kleur)]: tijdschriften in kleur scannen met de functie
Moiré-reductie.
[Krant (zwart-wit)]: tekst en lijntekeningen scannen.
[Document (grijswaarden)]: monochrome kleurenafbeeldingen of
tekst scannen. Geschikt voor het scannen van monochrome
afbeeldingen met hoge resolutie.
OPMERKING
Voor meer informatie over automatische kleurcorrectie voor
andere documenttypen dan [Krant (zwart-wit)], zie “Tabblad
[Kleureninstellingen]”, op pagina 2-35.
3. Klik op [Voorbeeld].
Een voorbeeld van de gescande afbeelding wordt weergegeven
in het voorbeeldvenster.
4. Selecteer waarvoor u de gescande
afbeelding wilt gebruiken bij [Doel
selecteren].
Afhankelijk van het documenttype dat u hebt geselecteerd in
stap 2, kunt u kiezen uit [Afdrukken (300 dpi)],
[Afbeeldingsweergave (150 dpi)] en [OCR (300 dpi)]. Voor meer
informatie zie “Resolutie bepalen”, op pagina 2-37.
5. Selecteer het uitvoerformaat van de
gescande afbeelding bij [Uitvoerformaat].
De beschikbare opties zijn afhankelijk van het item dat u hebt
geselecteerd in stap 4.
Klik op om de afdrukstand van het uitvoerformaat te
veranderen (staand of liggend).
6. Pas het bijsnijdkader aan en schakel
desgewenst het selectievakje [Correctie van
vervaging] in.
Als u het bijsnijdkader wilt aanpassen, klikt u op (Automatisch
bijsnijden) of sleept u de hoek of rand van het kader. Voor meer
informatie zie “Scanparameters opgeven”, op pagina 2-21.
OPMERKING
Het selectievakje [Correctie van vervaging] kan alleen worden
ingeschakeld wanneer u kleurendocumenten scant.
Als de voorbeeldafbeelding niet wordt weergegeven, is het
selectievakje [Correctie van vervaging] niet beschikbaar.
7. Klik op [Scannen].