User manual
0R11-01S
Een document afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma.
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van
het programma dat u gebruikt.
Selecteer het printerstuurprogramma voor het apparaat en klik op [Preferences] (Voorkeuren) (of
[Properties] (Eigenschappen)).
Het scherm dat wordt weergegeven, verschilt afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
Geef de afdrukinstellingen op, zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand, en klik op [OK].
Tabbladen
Klik op een tabblad om de bijbehorende afdrukinstellingen weer te geven en pas de instellingen waar nodig aan.
Verschillende afdrukinstellingen
[Aantal exemplaren]
Hiermee geeft u het aantal kopieën op.
[Afdrukstand]
Geef de afdrukstand op ([Staand] of [Liggend]). De afdrukstand die in het programma is opgegeven voor het document wordt
meestal automatisch overgenomen in het printerstuurprogramma.
U kunt de instellingen die u hebt opgegeven in deze stap opslaan als een "profiel" en dit profiel laden wanneer u gaat afdrukken.
Op deze manier hoeft u niet steeds dezelfde instellingen op te geven als u gaat afdrukken.
Combinaties van veelgebruikte
afdrukinstellingen opslaan
1
2
3
㻣㻜㻌㻛㻌㻟㻟㻤