Operation Manual

92
In de basismodi <2>, <3>, <4> en <5> kunt u opnamen maken
waarbij de instellingen met de lichtomstandigheden of het type scène
overeenkomen. In de meeste situaties voldoet [ Stand. inst.], maar
als de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène zijn
aangepast, zal de opname nauwkeuriger overeenkomen met wat u ziet.
1
Selecteer een basismodus: <2>
<3> <4> <5>.
2
Selecteer in het scherm Snel
instellen het type licht of scène.
Geef het scherm Snel instellen weer.
Tik, zoals getoond in de afbeelding, op
[ ] zodat [
Licht-/scèneopnamen
] op
het scherm wordt weergegeven.
Tik op [Y]/[Z] om het type licht of
scène te selecteren.
X
Met het scherm
Q
Snel instellen wordt
op het LCD-scherm weergegeven hoe
de opname er met het geselecteerde
type licht of scène zal uitzien.
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop in.
Als u de opnamemodus wijzigt of met
de aan-uitknop <2> selecteert,
wordt de instelling [ Stand. inst.]
hersteld.
Opname via licht of scènetype
Licht of scène
2 3 4 5
Stand. inst.
k k k k
Daglicht
k k k k
Schaduw
k k k k
Bewolkt
k k k k
Kunstlicht
k k k
TL-licht
k k k
Zonsondergang
k k k k