Operation Manual

236
U kunt tijdens de weergave van opnamen op <Q/0> drukken om de
volgende opties in te stellen: [ : Beveilig beelden], [b: Beeld
roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters], [S: Wijzig formaat]
(alleen JPEG-bestanden) en [e: Spring met 5].
Voor films kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
Tijdens de weergave van opnamen kan het scherm Snel instellen alleen
worden weergegeven met Q Snel instellen en niet met de knop B.
De procedure is hetzelfde als voor het
gebruik van het scherm Snel instellen in
de opnamemodus. Bij de opties voor
Creatieve filters en Wijzig formaat moet
u echter ook nog op <Q/0> drukken
om ze in te stellen. Zie voor meer
informatie pagina 260 voor Creatieve
filters en pagina 262 voor Wijzig formaat.
Q Snel instellen tijdens weergave
Stel [51: Auto. roteren] in op [AanzD] om een opname te draaien.
Als [51: Auto. roteren] is ingesteld op [AanD] of [Uit], wordt de instelling
[b Beeld roteren] toegevoegd aan de opname, maar zal de camera de
opname niet draaien voor weergave.
Als u in de indexweergave op <Q/0> drukt, wordt er overgeschakeld
naar de weergave van één opname. Druk nogmaals op <Q/0> om
het scherm Snel instellen weer te geven.
Voor opnamen die zijn gemaakt met een andere camera, kan het aantal
functies dat u kunt selecteren beperkt zijn.