Operation Manual
128
Aandachtspunten bij het maken van opnamen
Beeldkwaliteit
Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals
lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn.
Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de opname tot gevolg hebben.
Als u binnen een kort tijdsbestek een groot aantal opnamen maakt, kan de interne
temperatuur van de camera oplopen, waardoor de opnamekwaliteit mogelijk afneemt.
Schakel de camera uit als u geen opnamen maakt.
Als u opnamen maakt met een lange belichtingstijd terwijl de interne temperatuur
van de camera hoog is, kan de beeldkwaliteit afnemen. Stop met het maken van
opnamen en wacht een paar minuten voordat u verdergaat.
Waarschuwing voor interne temperatuur <s> (wit) of <E> (rood)
Wanneer u langdurig opnamen maakt of opnamen maakt bij een hoge
omgevingstemperatuur, loopt de interne temperatuur van de camera op en wordt
het witte pictogram
<
s
>
of het rode pictogram
<
E
>
weergegeven op het scherm.
Het witte pictogram <s> duidt op een afname van de fotokwaliteit. Het
wordt aanbevolen pas weer opnamen te maken als de interne
temperatuur van de camera is gezakt.
Het rode pictogram
<
E
>
geeft aan dat de camera spoedig automatisch wordt
uitgeschakeld. U kunt in dat geval geen opnamen meer maken totdat de interne temperatuur
van de camera is gedaald. Schakel de camera uit en laat deze enige tijd afkoelen.
Als u langdurig opnamen maakt bij een hoge omgevingstemperatuur, wordt het pictogram
<s>
of
<E>
sneller weergegeven. Schakel de camera uit als u geen opnamen maakt.
Het maken van opnamen met een hoge ISO-snelheid of een lange belichtingstijd terwijl de
interne temperatuur van de camera hoog is, kan leiden tot een afname van de
beeldkwaliteit, zelfs als het witte pictogram
<s>
niet wordt weergegeven op het scherm.
Opnameresultaten
Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de belichting niet naar
wens is. Keer naar de normale weergave terug voordat u een foto maakt. (In de vergrote
weergave worden de sluitertijd en het diafragma oranje weergegeven.) Zelfs als u de foto in
de vergrote weergave maakt, wordt de opname in de normale weergave gemaakt.
Als [
A
3: Auto Lighting Optimizer/
A
3: Auto optimalisatie
helderheid
] (pag.
159
) niet op [
Deactiveren
] is ingesteld, kan de opname
nog steeds licht zijn, zelfs als er een kleinere belichtingscompensatie of
kleinere flitsbelichtingscompensatie is ingesteld.
Als u een TS-E-objectief gebruikt (anders dan de TS-E 17mm f/4L of TS-E 24mm f/3.5L II) en
het objectief verschuift of kantelt of als u een tussenring gebruikt, kan de standaardbelichting
wellicht niet worden verkregen of kan een onregelmatige belichting het resultaat zijn.