Operation Manual

103
d: AE-programma
Wijzig de ISO-snelheid. Gebruik een Speedlite 90EX.
Als u de belichting op het omgevingslicht en het onderwerp wilt
afstemmen, kunt u de ISO-snelheid wijzigen (pag. 109) of de
Speedlite 90EX gebruiken (pag. 138). In de modus <d> gaat de
Speedlite 90EX niet automatisch af. Bij weinig licht schakelt u de
Speedlite 90EX in (<ON>) en stelt u onder [
:A 1: Externe
Speedlite besturing] de optie [Flitsen] in op [Inschakelen].
U kunt het programma aanpassen. (Programmakeuze)
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, draait u aan het
instelwiel <5> om de combinatie van sluitertijd en diafragma (het
programma) te wijzigen. Programmakeuze wordt automatisch
geannuleerd nadat de opname is gemaakt*. Programmakeuze is
niet mogelijk wanneer u de flitser gebruikt.
* Als de instelwielwijzer <c> boven de belichtingscompensatie wordt
weergegeven, drukt u op de knop <ZO> om de instelwielwijzer te laten
verdwijnen. Draai vervolgens aan het instelwiel <5
>.
Controleer de scherptediepte.
In de creatieve modi kunt u de scherptediepte controleren als u
Persoonlijke voorkeuze C.Fn-6 gebruikt om de knop <XL> toe te
wijzen aan [Scherptedieptecontrole].
Opnametips
Wanneer de sluitertijd '30' en het maximale diafragma
knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog
de ISO-snelheid of gebruik de flitser.
Wanneer de sluitertijd '4000' en het minimale
diafragma knipperen, is er sprake van overbelichting.
Verlaag de ISO-snelheid.
Verschillen tussen <d> en <A> (Automatisch/scène)
In de modus <A> worden veel functies, bijvoorbeeld de AF-bediening,
automatisch ingesteld. U kunt daarom slechts een beperkt aantal functies
wijzigen. In de modus <d> worden echter alleen de sluitertijd en het
diafragma automatisch ingesteld. U kunt de AF-bediening en andere
functies naar wens instellen (pag. 296).