User manual

C Creatieve automatische opnamen
64
U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen:
(1) Sfeeropnamen
U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Draai aan
het instelwiel <
6
> of <
5
> om de gewenste sfeer te selecteren.
U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <
0
> te drukken.
(2) De achtergrond onscherper/scherper maken
Als u de indexmarkering naar links beweegt, wordt de achtergrond
minder scherp weergegeven. Als u de markering naar rechts
beweegt, wordt de achtergrond scherper weergegeven. Zie
'Portretfoto's maken' op pagina 67 als u de achtergrond onscherp
wilt weergeven. Stel de functie in door op de toets <U> te
drukken. U kunt ook het instelwiel <6> of <5> gebruiken om de
markering te verplaatsen.
Afhankelijk van het objectief en de opnameomstandigheden ziet de
achtergrond er mogelijk minder onscherp uit. Als de flitser wordt
gebruikt, wordt deze instelling niet toegepast.
Sluitertijd
(1)
(2)
Batterijniveau
Maximum aantal
opnamen
ISO-snelheid
Opnamekwaliteit
Diafragma
(3)