User manual

109
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode)
De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF op dezelfde
manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker.
Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied,
wordt het Live
view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
U kunt elf AF-punten gebruiken om scherp te stellen (automatisch
geselecteerd). U kunt ook één AF-punt selecteren om scherp te stellen
en alleen het gebied scherp te stellen dat wordt gedekt door dat AF-
punt (handmatig geselecteerd). Bij de basismodi wordt het AF-punt
automatisch geselecteerd. U kunt het AF-punt niet selecteren.
1
Geef het Live view-beeld weer.
Druk op de knop <0>.
Het Live view-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
De kleine vakjes zijn de AF-punten.
2
Selecteer het AF-punt.N
Druk op de knop <S>.
Om een AF-punt te selecteren,
gebruikt u <9> of draait u het
instelwiel <6> of <5>.
Druk op <0> om te schakelen
tussen het middelste AF-punt en
automatische AF-puntselectie.
Quick-modus: f
AF-punt