User manual

Opname via licht of scènetype
88
4
Selecteer in het scherm
Sneltoetsen het type licht of scène.
Druk op de knop <Q> (7).
Druk op de knop <V> om [
Stand. inst.] te selecteren. [Licht-/
scèneopnamen] wordt weergegeven
op het scherm.
Druk op de knop
<U>
om het
gewenste type licht of scène te selecteren.
De uiteindelijke opname met het
geselecteerde type licht of scènetype
wordt weergegeven.
5
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in om
de opname te maken.
Druk op de knop <0> om de Live
view-modus te verlaten en weer via
de zoeker te fotograferen. Druk
vervolgens de ontspanknop helemaal
in om de opname te maken.
Als u de opnamemodus wijzigt of de aan-
uitschakelaar op
<2>
instelt, wordt de
instelling
[
Standaard
] hersteld.
Als u de flitser gebruikt, gaat de instelling over op [ Stand. inst.].
(In de opname-informatie wordt echter het ingestelde type licht of
scène weergegeven.)
Als u deze functie samen met [
Sfeeropnamen
] wilt instellen, kiest u het
licht-/scènetype dat het beste past bij de sfeer die u hebt ingesteld.
Wanneer u bijvoorbeeld [
Zonsondergang
] hebt gekozen, worden warme
kleuren benadrukt. Dit past wellicht niet bij de sfeer die u hebt ingesteld.
Als u niet wilt dat tijdens het instellen van functies het Live view-beeld wordt
weergegeven, drukt u na stap 1 op de knop <Q>. Wanneer u op knop
<Q> drukt, wordt het scherm Sneltoetsen weergegeven. Vervolgens kunt u
[Licht-/scèneopnamen] instellen en via de zoeker opnamen maken.