User manual
325
8: Aangepaste bediening
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt u de
belichting tijdens de meting vergrendelen (AE-vergrendeling). Dit is handig
wanneer u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen en meten
of een aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
De belichting wordt vergrendeld (AE-vergrendeling) wanneer u de ontspanknop indrukt.
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt u de belichting
vergrendelen (AE-vergrendeling). De AE-vergrendeling blijft actief totdat u nogmaals op de
knop drukt. Dit is handig wanneer u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen
en meten of een aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
Wanneer u bij fotografie met flits op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
wordt er voorgeflitst en wordt de vereiste flitsoutput (FE-vergrendeling) vastgelegd.
U kunt de ISO-snelheid instellen door <0> ingedrukt te houden en
aan het instelwiel <6> te draaien.
Als Auto ISO is ingesteld, dient de ISO-snelheid handmatig te worden
ingesteld. Auto ISO kan niet worden ingesteld. Als u deze functie in de
modus <a> gebruikt, kunt u de belichting aanpassen via de ISO-
snelheid en daarbij de ingestelde sluitertijd en het diafragma behouden.
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u de sluitertijd instellen
met het instelwiel <6> of <5>.
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u het diafragma
instellen met het instelwiel <6> of <5>.
: AE-vergrendeling
: AE-vergrendeling (bij ingedrukte knop)
: AE-vergrendeling (vasthouden)
: FE-vergrendeling
: ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, draaien)
: Sluitertijdinstelling in M-modus
: Diafragma-instelling in M-modus