User manual

133
3 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie
De camera beschikt al over gegevens voor correctie helderheid randen
en chromatische correctie voor ongeveer 25 objectieven. Als u
[Inschakelen] selecteert, worden de correctie helderheid randen en de
chromatische correctie automatisch toegepast voor elk objectief
waarvoor correctiegegevens in de camera zijn opgenomen.
U kunt met EOS Utility (meegeleverde software) controleren voor welke
objectieven correctiegegevens zijn vastgelegd in de camera. U kunt ook
correctiegegevens voor niet-geregistreerde objectieven vastleggen.
Raadpleeg de EOS Utility Instructiehandleiding voor meer informatie.
Opmerkingen voor correctie helderheid randen en chromatische
correctie
Correctiegegevens voor het objectief
Correctie helderheid randen en chromatische aberratie kunnen niet
worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn gemaakt.
Wanneer u een objectief van een ander merk dan Canon gebruikt, wordt
het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschakelen], zelfs
als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
Als u de vergrote weergave gebruikt bij Live view-opnamen, zijn de
correctie helderheid randen en de chromatische correctie niet zichtbaar
in de opname die op het scherm wordt weergegeven.
Als het effect van de correctie niet goed zichtbaar is, vergroot u de
afbeelding en controleert u deze na de opname.
U kunt ook als er een extender of Life-size Converter is aangesloten,
correcties toepassen.
Als de correctiegegevens voor het bevestigde objectief niet in de camera
aanwezig zijn vastgelegd, geeft dit hetzelfde resultaat als wanneer de
correctie is ingesteld op [Uitschakelen].
Wanneer geen informatie over de opnameafstand voor het objectief
beschikbaar is, is de mate van correctie lager.