Operation Manual

3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
296
C.Fn III: Autofocus/transport
C.Fn-4 AF-hulplicht
De instellingen waarmee u kunt bepalen of het AF-hulplicht wel of niet
wordt geactiveerd door de ingebouwde flitser van de camera of door een
externe Speedlite voor EOS-camera's kunnen worden ingesteld.
0: Inschakelen
Indien nodig wordt het AF-hulplicht wordt ingeschakeld door de
ingebouwde filter of externe Speedlite.
1: Uitschakelen
Het AF-hulplicht wordt niet ingeschakeld.
2: Alleen externe flitser
Als er een externe Speedlite is bevestigd, activeert deze indien nodig
het AF-hulplicht. Het AF-hulplicht wordt niet geactiveerd door de
ingebouwde flitser van de camera.
3: Alleen IR AF-hulplicht
Alleen externe Speedlites met een infrarood AF-hulplicht kunnen het
hulplicht activeren. Dit voorkomt dat een Speedlite die een reeks kleine
flitsen gebruikt (zoals de ingebouwde flitser) een AF-hulplicht activeert.
Bij gebruik van een Speedlite uit de EX-serie die van een ledlamp is
voorzien, wordt de ledlamp niet automatisch als AF-hulplicht
ingeschakeld.
C.Fn-5 Spiegel opklappen
0: Deactiveren
1: Activeren
Hierdoor worden mechanische trillingen in de camera die worden
veroorzaakt door de reflexspiegelactie voorkomen. Deze beweging kan
hinderlijk zijn bij het maken van opnamen met superteleobjectieven en
het maken van close-ups (macro). Zie pagina 140 voor informatie over
het opklappen van de spiegel.
Als de persoonlijke voorkeuze [AF-hulplicht] voor de externe Speedlite is
ingesteld op [Uitschakelen], activeert de Speedlite het AF-hulplicht niet,
zelfs niet als C.Fn-4 op de camera is ingesteld op 0, 2 of 3.