User manual

17
Draai aan het instelwiel <5> om
de configuratiemethode voor de
netwerkinstellingen te selecteren
en druk op <0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
[Autom. instellen]
Instellingen die anders zijn geconfigureerd met [Handm. Instellen]
kunnen automatisch worden geconfigureerd. Maar in omgevingen
met DHCP-servers of routers die DHCP-serverfuncties
ondersteunen, dienen het IP-adres en andere dergelijke instellingen
automatisch te worden toegewezen en geconfigureerd.
Als er een fout wordt weergegeven, selecteert u [Handm. Instellen],
ongeacht of het IP-adres en andere dergelijke instellingen
automatisch worden toegewezen en geconfigureerd.
[Handm. Instellen]
Het scherm [
Inst. IP-adres
] wordt
weergegeven wanneer u [
Handm. Instellen
]
selecteert. Indien [
Autom. toekennen
] in
een foutmelding resulteert, selecteert u
[
Handm. Instellen
]. Het IP-adres dat u
invoert, dient het IP-adres te zijn dat is
toegewezen aan de camera.
Voer [IP-adres], [Subnetmasker], [Gateway] en [DNS adres] in op
elk scherm dat wordt weergegeven.
Indien u niet zeker weet wat u moet invoeren, raadpleegt u de pagina 97,
"Netwerkinstellingen controleren" of vraagt u de netwerkbeheerder of een
andere persoon die kennis heeft van het netwerk om hulp.
Wanneer u cijfers invoert bij het IP-
adres, subnetmasker enzovoort, drukt u
op <0> om naar de invoerpositie te
gaan en draait u aan het instelwiel <5>
om het cijfer in te voeren.
De netwerkinstellingen configureren