User manual

184
Als u de aan-uitschakelaar op <
1/
J
> of <
2
> zet, verwijdert de
zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor. Normaal
gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de
sensorreiniging echter op ieder gewenst moment activeren of uitschakelen.
1
Selecteer [Sensorreiniging].
Selecteer [Sensorreiniging] op
het tabblad [7] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer [Reinig nuf].
Draai aan het instelwiel <5> om
[Reinig nuf] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
3
Selecteer [OK].
Draai aan het instelwiel <
5
> om [
OK
] te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
X
Tijdens de sensorreiniging wordt het pictogram
<
f
> op het LCD-scherm weergegeven.
Als het reinigen is voltooid, gaat het scherm
terug naar de weergave bij stap 2.
Selecteer bij stap 2 [
Auto. reinigingf
] en selecteer vervolgens [
Uitschak.
].
X Het reinigen van de sensor wordt gestopt als u de aan-uitschakelaar
op <1/J> of <2> zet.
f Automatische sensorreiniging
De sensor nu reinigen
Automatisch reinigen van de sensor uitschakelen
Tijdens het reinigen van de sensor maakt de sluiter drie keer het geluid dat
klinkt als de ontspanknop wordt losgelaten. De camera maakt geen opnamen.
Voor het beste resultaat plaatst u de camera tijdens de sensorreiniging
met de onderkant op een tafel of een ander plat oppervlak.
Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het resultaat niet echt verbeterd.
Direct na het reinigen van de sensor is de optie [
Reinig nuf
] tijdelijk niet beschikbaar.