Operation Manual

65
Z: De ISO-snelheid instellen
Als u de ISO-snelheid instelt op 'A',
wordt de werkelijk in te stellen ISO-
snelheid weergegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt. Zoals
hieronder wordt aangegeven, wordt de
ISO-snelheid automatisch aangepast
aan de opnamemodus.
Standaard-ISO-snelheid
* Als de opnamemodus <d> is en u een externe Speedlite gebruikt voor
reflectieflitsen, wordt ISO 400-1600 automatisch ingesteld.
*
Indien invulflitsen tot overbelichting leidt, wordt ISO 100 of een hogere ISO-snelheid ingesteld.
Over ISO-snelheid 'A' (Auto)
Opnamemodus Instelling ISO-snelheid
d/s/f/a ISO 100 - 12800
Bulb Vastgezet op ISO 400
Met flitser Vastgezet op ISO 400*
Wanneer [8C.Fn I -3: Instellen ISO-snelheidsrange] (pag. 208) wordt
gekozen, zijn de instellingen voor de boven- en ondergrens en de
automatische ISO-instelling als volgt.
In de opnamemodi d/s/f/a
Zelfs wanneer de bovengrens wordt ingesteld op H1, H2, of H3 en de
ondergrens op L, wordt ISO 100-12800 automatisch ingesteld.
Als u de boven- en ondergrens beperkt ten opzichte van de standaardinstelling,
wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld binnen het ingestelde bereik.
Bij bulb-belichting en flitsfotografie
Als ISO 400 niet binnen de boven- en ondergrens valt, wordt de ISO-
snelheid zo dicht mogelijk bij 400 ingesteld.
Zelfs als [
8C.Fn I -3: Instellen ISO-snelheidsrange
], [
8C.Fn I -12:
Instellen sluitertijdbereik
] (pag .211) of [
8C.Fn I -13: Instellen
diafragmabereik
] (pag. 211) is ingesteld om het instelbare bereik te beperken, kan
als [
8C.Fn I -8: Veiligheidsshift
] (pag. 210) is ingesteld op [
1: Inschakelen
(Tv/Av)
] of [
2: Inschakelen(ISO snelheid)
], een instelling buiten het beperkte
bereik worden opgegeven om een correcte belichting te verkrijgen.