Operation Manual

50
Voordat u begint
Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera
of computer, is het aan te raden de kaart met de camera te formatteren.
Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden
alle opnamen en gegevens op de kaart verwijderd.
Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd, dus controleer
of er geen opnamen op de kaart staan die u wilt bewaren.
Zet de opnamen indien nodig over naar een computer of
een ander opslagmedium voordat u de kaart formatteert.
1
Selecteer [Formatteren].
Selecteer [Formatteren] op het
tabblad [5] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer de kaart.
[f] is de CF-kaart en [g] is de
SD-kaart.
Draai aan het instelwiel <5> om
de kaart te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
3
Selecteer [OK].
Wanneer [g] is geselecteerd, is low-
level-formattering mogelijk (pag. 51).
Draai aan het instelwiel <5> om
[OK] te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
X De kaart wordt geformatteerd.
X Wanneer de kaart is geformatteerd,
keert u terug naar het menu.
3 De kaart formatteren