Operation Manual

240
U kunt de basisinstellingen voor belangrijke functies zoals de opnamemodus, de
AF-modus, de meetmethode en de transportmodus vastleggen op de camera.
Dat is handig als u zonder tijdverlies wilt kunnen overschakelen naar
opname-instellingen die u vaak gebruikt.
1
Selecteer [
Opslaan/toepassen basis inst.
].
Selecteer op het tabblad [
7
] de optie
[
Opslaan/toepassen basis inst.
] en
druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer [Registreer].
Draai aan het instelwiel <
5
> om [
Registreer
]
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
3
Selecteer een functie.
Draai aan het instelwiel <
5
> om de functie
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
U kunt maximaal negen instellingen
opslaan, bijvoorbeeld de opnamemodus,
de witbalans en de transportmodus.
4
Geef de gewenste instelling voor de functie op.
Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
5
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <
M
> om de
instelling te verlaten en terug te keren
naar het scherm van stap 2.
Selecteer [
Toepassen
] bij stap 2. De vastgelegde camera-instellingen worden geactiveerd.
3
Basisinstellingen van de camera vastleggen en toepassen
Basisinstellingen vastleggen
Basisinstellingen toepassen
Bovendien wordt [
Opn.functie
] ingesteld op [
Standaard
] en worden belichtings-
compensatie, AEB, flitsbelichtingscompensatie en witbalanscorrectie/BKT geannuleerd.