Operation Manual

158
U kunt persoonlijke functies die zijn ingesteld met de meegeleverde
software, opheffen en opnieuw instellen. Instellingen voor persoonlijke
functies kunnen alleen met de meegeleverde software worden gewijzigd.
1
Selecteer [Persoonlijke functies
(P.Fn)].
¡Selecteer het tabblad <n>.
¡Houd de knop <
X> ingedrukt en
draai het instelwiel <
5> naar
[
Persoonlijke functies (P.Fn)]. Laat
de knop vervolgens los.
2
Selecteer het nummer van de
persoonlijke functie waarvan u de
instelling wilt wijzigen of opnieuw
instellen.
¡Houd de knop <X> ingedrukt en
draai het instelwiel <
5> om het nummer
van de persoonlijke functie te selecteren.
Laat de knop vervolgens los.
3
Wis de instelling of stel deze
opnieuw in.
¡Houd de knop <X> ingedrukt en
draai aan het instelwiel <
5>. Selecteer
[
Uit] als u de instelling wilt annuleren.
Selecteer [
Aan] als u de instelling
opnieuw wilt instellen. Laat de knop
<
X> vervolgens los.
s Uw keuze, met name [Aan] of [Uit] wordt
groen weergegeven.
Als u bij stap 1 de optie [
Wis alle pers. instellingen] selecteert, verschijnt
het bijhorende venster.
¡Houd de knop <
X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK].
Wanneer u de knop loslaat, worden alle persoonlijke functies opgeheven.
¡Volg bovenstaande procedure als u de persoonlijke functies opnieuw wilt
instellen.
3Persoonlijke functies opheffen en opnieuw instellen
Alle persoonlijke functies opheffen