Operation Manual

103
Automatisch scherpstellenN
3
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het geselecteerde AF-punt op
het onderwerp en houd de knop <A>
ingedrukt.
X Het Live View-beeld wordt
uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt
neergeklapt en er wordt automatisch
scherpgesteld.
X Als de scherpstelling is bereikt, hoort
u een pieptoon.
4
Keer terug naar het Live
View-beeld en maak de opname.
Als u de knop <A> loslaat, keert u
terug naar het Live View-beeld.
Controleer de scherpstelling en
belichting en druk de ontspanknop in
om de opname te maken (pag. 99).
U kunt geen opnamen maken tijdens automatisch scherpstellen.
Maak alleen opnamen als het Live View-beeld wordt weergegeven.
Met de toetsen <S> kunt u het scherpstelkader verplaatsen. Druk op
de knop <u> om het gebied binnen het scherpstelkader te vergroten.
Hoewel u de AF-modus kunt instellen op AI Servo AF of AI Focus
AF wordt de automatische scherpstelling beëindigd als de camera
terugkeert naar de weergave van Live View-beeld (stap 4). U kunt het
bewegende onderwerp dus niet scherpstellen.
Als u wilt dat de automatische scherpstelling en de AE-vergrendeling
afzonderlijk werken, stelt u [Sluiter/AE vergrendelknop] (pag. 158)
in het menu [7 Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] in op
[1: AE vergrendel/AF].
Automatische scherpstelling is niet mogelijk met afstandsbediening
RS-60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar).