Operation Manual

Hoofdstuk 3 Basisbediening
3-12
Starter
Als u de functie Starter wilt gebruiken, dient u eerst de gebeurtenisinstellingen voor Windows te
wijzigen zoals hieronder beschreven; vervolgens specificeert u een toepassing voor de
opdrachtknop.
Opmerking
Standaard zijn alle toepassingen die de gebeurtenisfunctie ondersteunen ingeschakeld. Als
u dus de instelling niet wijzigt en de Starterfunctie van de DR-4010C gebruikt, verschijnt
onderstaand dialoogvenster. U kunt in dit dialoogvenster een toepassing selecteren of op
[Annuleren] klikken en de gebeurtenisinstellingen wijzigen.
Alleen toepassingen die de gebeurtenisfunctie van Windows ondersteunen kunnen met de
Starterfunctie van de DR-4010C gestart worden.
Sommige toepassingen werken niet correct als ze gestart worden met de Starterfunctie.
Gebeurtenisinstellingen
In deze paragraaf leest u hoe u de gebeurtenisinstellingen van Windows wijzigt.
1 Open het dialoogvenster [Gebeurtenisinstellingen] als volgt.
1. Klik op [Start] Æ klik op [Instellingen] in het menu [Start] Æ klik op [Configuratiescherm].
(Voor Windows XP, klik op [Start] Æ klik op [Configuratiescherm].)