Operation Manual

79
Het viercijferige bestandsnummer is te vergelijken met
het beeldnummer op een fotorolletje. De opnamen krijgen
opeenvolgende bestandsnummers van 0001 tot 9999 en
worden opgeslagen in één map. U kunt ook veranderen
hoe het bestandsnummer wordt toegewezen.
1
Selecteer [Bestandnr.].
Selecteer op het tabblad [
5
] de optie
[
Bestandnr.
] en druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer de methode voor
bestandsnummering.
Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste methode te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
De bestandsnummering loopt altijd door, zelfs nadat de
geheugenkaart is vervangen of er een nieuwe map is gemaakt.
Zelfs nadat u de geheugenkaart hebt vervangen of een nieuwe map hebt
gemaakt, loopt de bestandsnummering door tot 9999. Dit is handig
wanneer u afbeeldingen met nummers tussen 0001 tot 9999 op meerdere
kaarten of uit meerdere mappen in één map op de computer wilt opslaan.
Als de vervangende geheugenkaart of de bestaande map opnamen bevat die
eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de opnamen worden
voortgezet vanaf de bestandsnummers van de bestaande opnamen op de kaart
of in de map. Als u opnamen wilt opslaan met doorlopende bestandsnummering
(Continu), gebruik dan elke keer een nieuwe, geformatteerde geheugenkaart.
3
Methoden voor bestandsnummering
(Bijv.) 7E3B0001.jpg
Continu
XXXX0051
Kaart A
XXXX0052
Kaart B
100
XXXX0051
101
XXXX0052
Kaart A
Bestandsnummering na
het wijzigen van de map
Bestandsnummering na het
vervangen van de geheugenkaart