Operation Manual
176
3 Persoonlijke voorkeursinstellingen
C.Fn IV -10 Knopfunctie als 5 <UIT>
0: Normaal(inschakelen)
1: Uitschakelen 6,5,Multi-controller
Als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1>, kan met <6>, <5>
en <9> niets meer worden ingesteld. De ontspanknop kan nog steeds
worden gebruikt voor het maken van opnamen. Daarmee wordt
voorkomen dat onopzettelijk instellingen worden gewijzigd en dit is dus
handig als u steeds met dezelfde instellingen opnamen wilt maken.
C.Fn IV -11 Matglas
Als u het matglas wijzigt, wijzig dan ook deze instelling overeenkomstig het
type matglas. Dat is nodig voor een juiste belichting.
0: lEc-C IV
Standaardmatglas (Laser-mat).
1: lEc-A, B, C, C II, C III, D, H, I, L
Voor matglastype Laser-mat.
2: pEc-S
Voor Superprecisiemat.
3: kEc-N,R
Voor matglastype Nieuw laser-mat.
Zelfs bij instelling 1 kunt u <6>, <5> en <9> gebruiken voor het
wijzigen van instellingen, als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <J>.
Het focusscherm
p
Ec-S is geoptimaliseerd voor lenzen met een maximaal
diafragma van f/1.8 tot f/2.8. Als de maximale diafragmaopening groter is dan f/1.8,
zullen de cirkel van de spotmeting en het ovale AF-gebied moeilijk te zien zijn.
Bovendien zal het beeld in de zoeker donkerder zijn bij lenzen met een
maximaal diafragma kleiner dan f/2.8.
Zelfs als alle persoonlijke voorkeuren worden gewist, blijft deze instelling
behouden.
Aangezien de matglastypen Ec-A, Ec-B, Ec-I en Ec-L een prisma in het midden hebben, kan
er geen correcte belichtingswaarde worden verkregen met meervlaksmeting en centrale
spotmeting. Maak bij dergelijk matglas gebruik van gemiddelde meting met nadruk op het
midden of spotmeting gekoppeld aan een AF-punt (maar niet het middelste AF-punt).
Raadpleeg de met het matglas meegeleverde instructies als u het matglas wilt wijzigen.