Operation Manual
114
NAAISTEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
b
Bevestig knoopsgatvoet “A”.
• Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 44) voor
meer informatie.
c
Selecteer steek
60
.
• Zie “Steken selecteren” (pagina 51) voor
meer informatie.
d
Plaats de stof met de opening van de zak naar
u toe en breng vervolgens de persvoethendel
omlaag zodat de naald 2 mm (1/16 inch) voor
de zakopening neerkomt.
a 2 mm (1/16 inch)
Leid de bovendraad omlaag door het gat in de
persvoet.
• Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat. Anders wordt de
bartacksteek niet in het juiste formaat
gemaakt.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
e
Breng de knoopsgathendel zo ver mogelijk
omlaag.
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatvoet.
a Knoopsgathendel
b Beugel
f
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
X Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken en
stopt dan.
g
Breng de persvoethendel omhoog, haal de stof
weg en knip de draden af.
h
Breng de persvoethendel omhoog in de
oorspronkelijke stand.
Memo
z Als de stof niet wordt doorgevoerd
(bijvoorbeeld als deze te dik is), maakt u de
steeklengte groter. Zie “Steeklengte
aanpassen” (pagina 59) voor meer
informatie.
1
a
a
2
1