User’s Manual

34
Gebruikershandleiding notebook
Pictogrammen LCD/Monitor (F8): Schakelt tussen het
LCD-scherm van de notebook en een externe monitor in
deze volgorde: LCD Alleen -> Alleen CRT (externe monitor)
-> LCD + CRT-kloon -> LCD + CRT-uitbreiding. (Deze
functie werkt niet in 256 kleuren. Selecteer hoge kleuren
in de instellingen voor de beeldschermeigenschappen.)
OPMERKING: vóór het opstarten is een verbinding met
een externe monitor nodig.
Doorgestreept aanraakpad (F9): hiermee wordt
het aanraakpad VERGRENDELD (uitgeschakeld) en
ONTGRENDELD (ingeschakeld). Door het aanraakpad te
vergrendelen kunt u niet onopzettelijk de cursor tijdens
het typen verplaatsen. U kunt dit het beste gebruiken als u
een extern aanwijsapparaat als muis gebruikt. OPMERKING:
sommige modellen hebben een indicator tussen de
touchpad-knoppen die oplichten wanneer het touchpad is
ONTGRENDELD (ingeschakeld) en niet oplichten wanneer
het touchpad is VERGRENDELD (uitgeschakeld).
Luidsprekerpictogrammen (F10): Schakelt
de luidsprekers AAN en UIT (alleen bij Windows
besturingssystemen)
Pictogram Luidspreker stiller (F11): Verlaagt het
luidsprekervolume (alleen bij Windows besturingssystemen
Pictogram Luidspreker luider (F12): Verhoogt
het luidsprekervolume (alleen bij Windows
besturingssystemen)
Fn+A (bij sommige modellen):(bij sommige modellen)::
Schakelt de sensor voor de omgevingsbelichting IN/UIT.
Fn+C: Schakelt de functie “Splendid Video Intelligent
Technology” IN en UIT. Hiermee kunt u schakelen tussen
de verschillende kleurverbeteringsstanden van het
beeldscherm om het contrast, de helderheid, de tint van
de skin en de kleurverzadiging voor rood, groen en blauw
onafhankelijk aan te passen. U ziet de huidige modus in
het OSD (on-screen display).
Fn+V (bij sommige modellen):(bij sommige modellen):: Schakelt naar de
softwaretoepassing “Life Frame”.
Voor sommige modellen is deze functie alleen beschikbaar
wanneer u de camera inschakelt.