Operation Manual
warmtepompboiler – INSTALLATIE
81
INSTALLATIE
3. VOORSCHRIFTEN
3.1 Kwalificatie van de installateur
OPGELET! De installatie en de eerste inbedrijfstelling van de ketel moeten door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd, in overeenkomst met de geldige nationale normen voor installatie en eventuele
voorschriften van de locale autoriteiten en van overheidsinstellingen voor de volksgezondheid.
De boiler wordt geleverd met een hoeveelheid koelvloeistof R134a die voldoende is voor de werking ervan. Deze
koelvloeistof beschadigt de ozonlaag in de atmosfeer niet, hij is niet ontvlambaar en kan geen explosies veroorzaken.
Het onderhoud en de ingrepen op het koelcircuit moeten echter uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerde
vaklui die voorzien zijn van de juiste uitrusting.
3.2 Gebruik van de instructies
OPGELET! Een verkeerde installatie kan schade veroorzaken aan personen, dieren of dingen, waarvoor de
fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
De installateur moet de instructies in deze handleiding nauwkeurig in acht nemen.
De installateur moet aan het einde van de werkzaamheden de gebruiker nauwkeurige instructies geven betreffende
het gebruik van de boiler en betreffende de correcte uitvoering van de voornaamste handelingen.
3.3 Veiligheidsnormen
Voor de betekenis van de symbolen die in de volgende tabel worden gebruikt dient u paragraaf 1.1 na te slaan, onder
het hoofdstuk ALGEMENE INFORMATIE.
Ref.
Waarschuwing
Risico
Symbool
1
Bescherm leidingen en verbindingskabels om ze voor
beschadiging te behoeden.
Elektrocutie door het aanraken van geleiders
die onder spanning staan.
Overstroming door waterlek uit
beschadigde
leidingen.
2
Controleer of het vertrek waar men de installatie
uitvoert en het net waar men het apparaat op aansluit
aan alle voorschriften voldoen.
Elektrische schokken door aanraken van niet
goed geïnstalleerde geleiders, die onder
spanning staan.
Beschadiging van het apparaat door
verkeerde bedrijfsomstandigheden.
3
Gebruik geschikt gereedschap en werktuig. Controleer
in het bijzonder of het gereedschap niet beschadigd of
versleten is en dat het handvat in orde is en er stevig
opzit. Verder moet u het gereedschap op de juiste
manier gebruiken, voorkomen dat het valt en het na
gebruik weer opbergen.
Persoonlijk letsel door rondvliegende splinters
of brokken, inademen van stof, wonden door
stoten, snijden, prikken of schaven.
Be
schadiging van het apparaat zelf of
omliggende voorwerpen door rondvliegende
splinters, stoten en sneden.
5
Gebruik geschikte elektrische apparatuur op de juiste
wijze. Belemmer de doorgang niet met de
voedingskabel. Zorg dat de apparatuur niet naar
beneden kan vallen. Haal de voedingskabel aan het
einde uit de contactdoos en berg alle apparatuur weer
op.
Persoonlijk letsel door rondvliegende splinters
of brokken, inademen van stof, wonden door
stoten, snijden, prikken of schaven.
Beschadiging van h
et apparaat zelf of
omliggende voorwerpen door rondvliegende
splinters, stoten en sneden.
6
Ontkalk onderdelen waar kalk op is afgezet volgens de
specificaties in de veiligheidskaart van het gebruikte
product. Het vertrek moet geventileerd zijn, u moet
beschermende kleding dragen, geen verschillende
Persoonlijk letsel door contact van huid of
ogen met zuurhoudende substanties,
inademen of inslikken van schadelijke
chemische stoffen.