Operation Manual

14
10. EERSTE INGEBRUIKNAME
10.1 Voorbereidingen
1. Los de installatie-pomp (bij menginjectie)
Draai de messing afdichtdop voorop de pomp eraf en
geef met een schroevendraaier een draai aan de as.
2. Vul de installatie door de retourkraan te openen
(LANGZAAM, om drukstoten te voorkomen)
3. Ontlucht de installatie.
Gebruik het ontluchtsleuteltje. Begin bij de laagst-
gelegen radiatoren. Eindig op de bovenverdieping.
Ontlucht tot er geen lucht meer uit komt.
4. Open de aanvoerkraan (LANGZAAM)
5. Controleer de aansluitingen op lekkage
10.2 In bedrijf nemen.
Controleer of alle afsluiters (inclusief de inlaat-
combinatie) zijn geopend.
De URS gaat zijn opstartprogramma doorlopen; het
groene LED zal tijdens dit programma knipperen. Een
en ander mag niet langer dan ca. 15 minuten duren
(normaal is 1 a 2 minuten).
Tap geen warm water tijdens het
opstartprogramma
Als het opstartprogramma is doorlopen en het
groene LED niet meer knippert:
Creëer warm watervraag en controleer of het toestel
goed in bedrijf komt.
Creëer cv-warmtevraag en controleer of het toestel
goed in bedrijf komt.
De URS is geschikt om gebruikt te worden als
naverwarmer voor zonlichtsystemen. (met een max.
temperatuur van 95°C) Geadviseerd wordt om gebruik te
maken van het speciaal ontwikkelde Agpo Aqua Sol
zonlichtsysteem. Raadpleeg bij montage ook de handlei-
ding van de zonnewarmteboiler.
Tapwateraansluiting:
Zeer belangrijk!
Plaats de doorstroombegrenzer
Plaats de doorstroombegrenzer voor de zonneboiler en bij
gebruik van een t-splitsing ook voor de splitsing.
Denk aan de goede stromingsrichting!
Mengventiel: Dringend geadviseerd.
De temperatuur van de zonnewarmteboiler kan oplopen
tot 95°C. Deze hoge temperaturen kunnen kunnen worden
voorkomen door een mengventiel na het cv-toestel te plaat-
sen.
9.8 MI systeem (Meng-injectie)
Bij menginjectiesystemen dient de pomp extern in de
retour van de individuele cv-installatie te worden opgeno-
men.
Zie de instructie die bij de pompset is bijgeleverd.
9.9 OPT systeem
Voor alle radiatoren welke op hogere verdiepingen dan de
URS zijn gemonteerd wordt dringend geadviseerd
thermostatische radiatorventielen toe te passen
9.7 Aansluiting van een zonneboiler
10.3 Het toestel afstemmen op de
installatie
Het toestel is reeds ingesteld op de meest voorkomende
cv-installaties. Indien gewenst kan het toestel echter
eenvoudig worden aangepast aan bijzondere situaties.
Inregelen cv-installatie
Om een goed comfort van de gehele cv-installatie te
verkrijgen, dient de installatie ingeregeld te worden.
Een AAN/UIT thermostaat (T87F)
Als de kamerthermostaat een anticipatie-instelling
heeft, stel deze dan op 0,13 A in.
Instrueer de gebruiker!
In de ruimte waar de kamerthermostaat hangt,
dienen alle radiatoren altijd open te staan.
De eerste en de tweede week na de installatie van
het toestel dienen de radiatoren nogmaals goed
ontlucht te worden.
Steek de stekker in het
stopcontact
(optimale druk en temperatuur)
1-2 = aansluiting AAN/UIT-
kamertermostaat
3-4 = aansluiting schakelaar
warmhoudtstand
Figuur 9.3 aansluiting AAN/UIT-thermostaat met warmhoudstand
schakelaar
Aansluiten van een AAN/UIT-kamerthermostaat
met een schakelaar voor de warmhoudstand
Neem de toestelconnector los;
Monteer de kabel op de toestelconnector